De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Over Rûssen die geen Russen waren
and

Over Rûssen die geen Russen waren

Rusland en Oekraïne staan voor het ogenblik in het brandpunt van de internationale belangstelling. Beide kanten uiten allerlei claims op een historisch verleden dat hun gelijk kracht moet bijzetten. Historicus van vergeten zaken Lucas Catherine blikt terug en vindt een heel genuanceerde geschiedenis over het ontstaan van de Slavische volkeren.

dinsdag 24 mei 2022 16:33
Spread the love

 

Driehonderd en negen jaar nadat Mohamed van Mekka naar Medina reisde, vertrok Ahmad Ibn Fadlan als gezant van al Muqtadir, de kalief van Bagdad naar het hoge Noorden. Het was in het Jaar Onzes Heren 21 juni 921.

Hij ging als ambassadeur naar de Turkse Bulgaren – niet te verwarren met het huidige Bulgarije – zij woonden toen aan de Wolga, ten Noorden van de Kaspische zee en waren moslim. Hij wou weten waar de pelzen vandaan kwamen die in Bagdad arriveerden om er verkocht te worden.

Maar, hij zou daarvoor eerst door het rijk der Khazaren reizen, nog een Turkssprekend volk dat langs de Beneden-Wolga woonde. Zij zaten geprangd tussen het Byzantijnse Rijk dat christelijk was en het Rijk der Abassiden, dat moslim was.

Om zich neutraal tussen beide grootmachten op te stellen kozen zij voor de derde monotheïstische godsdienst, het jodendom. Dat had tot nu grote gevolgen: de Oost-Europese joden (Ashkenazim) zijn van oorsprong Khazaren die later in het Duitse rijk overschakelden naar het Jiddisch (‘joden-Duits’).

Muntstuk, rechts naast de afbeelding de naam Achmed Ibn Fadlan in Grieks/Cyrillisch schrift. Foto: et.greatplainsparanormal.com

Ibn Fadlan trekt door het Oosten van hun rijk nog meer naar het noorden. In wat nu Novgorod en Kiev zijn had zich een handelaarsvolk gevestigd dat Rûs (uitgesproken als ‘Roes’, nvdr) werd genoemd. Zij deden in pelsen.

Die Rûssen waren geen Slaven maar Scandinaven. Ze kregen hun naam van de Finnen, Ruotsi, dat zelf teruggaat op het oud-Noors róðr voor schip. De Zweedse kust tegenover Finland heet trouwens Roslagen, zeemanskust. Die Rûssen waren dus eigenlijk wat wij Vikings noemen.

Portret van een Viking. Oorsprong foto onbekend

Ze hadden zich gevestigd in Holmgardr (nu Novgorod = Nieuwe Stad), letterlijk Eilandgaarde, in Könugardr (nu Kiev), letterlijk ‘Botengaarde’ als belangrijkste steden. Kiev was ooit wel gesticht geweest als dorp door drie Slavische broers en een ervan, Kiy had zijn naam gegeven aan het dorp, maar de stad zelf werd gesticht door Oleg de Rûs.

Diens broer Rurik heerste over ‘Novgorod/Holmgardr. Het is Oleg die zich in Kiev/Könugardr vestigt en verklaart dat de stad, de moeder van het Rûs-Rijk moet worden, van een Vikingrijk dus! Deze Rûs handelden vooral in pels, amber en slaven, hun Slavische onderdanen. Bagdad en Ibn Fadlan waren in alle drie geïnteresseerd.

Kaart van het Khazaars Khaganaat, het Byzantijns Imperium en de Rûs-staten. Map: pinterest.com

Het werd een tocht vol verrassingen. Zo maakte hij kennis met een bes waarvan hij en zijn medereizigers zot waren: “We vonden een bes die ongeveer smaakt als een granaatappel, wij vonden ze zo lekker dat we ze overal langs de weg zochten en plukten.” Het ging om de farq, de wilde aardbei.

Wilde bosaardbei (Fragraria vesca). Foto: Toubib/CC BY-SA 3:0

Langs een bijrivier van de Wolga (ongeveer op de hoogte van de huidige stad Kazan) hoort hij over een merkwaardig dier: “Ze zijn kleiner dan een kameel, maar groter dan een stier. Hun hoeven zijn zoals die van een stier en op hun neus dragen zij een grote, ronde hoorn die eindigt op een punt”. Het zijn neushoorns die toen nog in Siberië voorkwamen.

En hoe meer noordelijk hij reisde, hoe kouder het werd: “Nadat ik uit de hammam weer thuis kwam was mijn baard één blok ijs en ik moest hem boven het vuur laten ontdooien. Het huis waarin ik sliep was een Turkse vilten tent en ik sliep met heel wat kleren en ingeduffeld met pelsen, maar toen ik wakker werd was mijn baard aan mijn oorkussen gevroren!”

Hij zag ook de middernachtzon: “ Net voor het avondgebed werd een ketel water op het vuur gezet en eer hij kookte moesten we al aan het ochtendgebed beginnen. De muezzin vertelde mij dat hij al een maand niet had geslapen omdat hij schrik had dat hij het ochtendgebed zou missen.”

En dan ontmoet hij de eerste Rûssen: “Ik heb de Rûssen gezien die daar kwamen voor hun handel. Nooit heb ik mooiere mensen gezien! Door hun grootte lijken ze op palmbomen. Ze zijn blond van haar en rozig van huid… Ieder van hen draagt een sabel, een mes en een bijl… Van hun vingertoppen tot hun hals dragen zij groene tatoeages die bomen of figuren voorstellen.”

“ Zij zijn verschrikkelijk vuil en wassen zich nooit. Ook niet als ze hun gevoeg hebben gedaan of gepist. Zij wassen zich niet na het vrijen en ze wassen ook hun handen niet na de maaltijd. Zij hebben geen godsdienst.”

“Wanneer ze met hun boten arriveren gaan ze voor anker op de Wolga en bouwen er grote houten huizen. In één huis wonen tien tot twintig mensen. Ze hebben er ieder een bed en een slavin, waarmee ze vrijen terwijl hun maten toezien. Soms neuken ze allemaal tegelijk en te samen.”

“Ze brengen uit hun land brood mee, vlees, melk, uien en bier…Ze drinken dag en nacht mateloos bier en soms sterft er een met zijn bierbeker nog in de hand.”

Het meest indrukwekkend is zijn beschrijving van de begrafenisrituelen: “Wanneer een belangrijk man sterft vraagt zijn familie aan zijn slavinnen: wie wil met hem sterven? De slavin die ja zegt begint dan dagenlang mateloos bier te drinken.”

“Wanneer de tijd gekomen is brengt men een bed met daarop de dode en plaatst men hem op een boot. Hij wordt bedekt met matrassen, kussens en Grieks brokaat. Dan komt een oude vrouw, die men de Engel des Doods noemt (zij personifieert Hella, de Germaanse godin van de dood, nvda) en zij stalt zijn bezittingen op hem uit, in drie parten: een voor de familie, een om hem uit te dossen en een om al het bier te brouwen dat men dagenlang tijdens de rouwperiode zal opdrinken.”

“Het is deze Engel des Doods die de slavin zal doden… Zij leggen de dode in de kajuit van de boot en geven hem dan geschenken: bier, fruit en welriekende planten. Ook brood, vlees en uien. Dan brengen ze een hond en die hakt men in twee en gooit de helften naast hem.”

“Ze laten twee paarden rennen tot ze zweten en hakken die dan met hun zwaarden in stukken die ze weerom bij de dode leggen. Het zelfde doen ze met twee koeien en dan volgen een haan en een kip. Ook zij worden geslacht.”

“En dan komt de slavin die zich opoffert en ondertussen stomdronken is. De mannen van de familie van de overledene paren met haar. Daarna wordt ze gedood door de Engel des Doods. Er wordt een brandstapel rond de boot aangelegd. Een naakte man, meestal de broer van de dode, draagt een brandende fakkel in een hand en met zijn andere hand bedekt hij zijn anus.”

“Hij stapt dan, met het gezicht naar de toeschouwers en de rug naar de boot, tot aan de brandstapel en steekt die in brand… Later plaatsen zij op de plek waar de boot lag een grote houten paal op een aangelegd heuveltje en schrijven daarop de naam van de Rûs die er begraven ligt en van hun koning.”

Tot daar deze beschrijving van de eerste sporen van ‘Westerse Beschaving”’ langs de Wolga en de Dnjepr, daar geïntroduceerd door Zweden en Finnen.

 

Voor wie mijn verhaal wil natrekken:

Over de Khazaren: Shlomo Sand. Comment le peuple juif fut inventé, Fayard, Parijs, 2008

Over de Rûs: Gwyn Jones, A History of the Vikings, Oxford University Press, 1984

Ibn Fadlan, Risala, ed. A.P. Kovalevsky, 1956 Université Nationale Gorki, Kharkov (de stad die de VRT nu Charkov spelt en waar Rudi Vranckx soms een stand-up doet). Makkelijker te krijgen is de uitgave door Marius Canard, Parijs 1988.

(Tip van de redactie: Ibn Fadlan and the Land of Darkness – Arab Travellers in the North. Penguin Classics, London, 2011)

Er is natuurlijk ook de fantaisistische Hollywood-verfilming van Ibn Fadlans reis – alleen het begin is wat ze in de VS “historisch” noemen – The Thirteenth Warrior (1999) met Antonio Banderas, maar het boek – ook al is het duizend jaar ouder – is beter en spannender dan de film.

Over de Rûssen die geen Russen waren werd overgenomen van het Salon van Sisyphus. Lucas Catherine is auteur van talrijke boeken, met als meest recente Koloniaal België (2021) en De Keizer van Katanga. Een overzicht van zijn artikels vind je hier.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!