Ieder volk heeft zijn heldenverhalen, en vrouwelijke helden blijven bijzonder. In Nederland, heb je Aletta Jacobs als voorbeeld om meisjes te stimuleren om te presteren. Voor Koerden was één van hun heldinnen nog in leven tot woensdag 09 januari 2013. Zij was een voorbeeld en leefde voor de emancipatie van de Koerdische vrouw. Een soort Dolle mina guerrilla die ijverde voor een feministische golf, maar er stellig in geloofde dat een vrouw haar vrijheid in eerste instantie kan krijgen indien ze de strijd leverde om haar identiteit.
Sakine Cans?z (1958) werd geboren in de stad Dersim. De stad die in de officiële historische militaire rapporten van Turkije, als een abces wordt omschreven. Cans?z, afkomstig uit een gezin met acht kinderen, begon deel uit te maken van revolutionaire protesten en activiteiten tijdens haar middelbare school periode. Cans?z die de feodale maatschappij structuur en het rollenpatroon tussen mannen en vrouwen niet accepteerde, vertrok naar Ankara om Abdullah Öcalan te ontmoeten die toen nog student was. Nadien begon ze een cruciale rol te spelen in de Koerdische beweging en in het bijzonder voor de emancipatie van de Koerdische vrouw. Zij is samen met de voormalige vrouw van Abdullah Öcalan, Kesire Y?ld?r?m, de enige vrouwelijke oprichter van de PKK (Partiya Karkerên Kurdistan – Arbeiderspartij van Koerdistan).
De eerste geheime ontmoeting voor de oprichting van PKK vond plaats in Lice (Diyarbakir) in november 1978. Cans?z had de naam ‘Sara’ als codenaam aangenomen, en verrichtte verschillende activiteiten voor de PKK in de streek van Elaz??. Zij is de eerste vrouwelijke militant die de vrouwenafdeling binnen de PKK heeft opgericht en verrichtte activiteiten om de Koerdische vrouw te informeren over haar positie en de feodale maatschappij. Na haar middelbare opleiding, werd ze in 1979, gearresteerd. Ze belandde in de beruchte gevangenis van Diyarbakir. Hier begint haar legende voor de PKK en de Koerdische bevolking.
De gevangenis in Diyarbak?r wordt de dag van vandaag gekend om zijn martelpraktijken. Later, met de jaren, vertellen ooggetuigen dat Cans?z de enige was tijdens de massale arrestaties die geen informatie losliet tijdens de ondervraging. Enkel in één van haar interviews vertelde ze zelf: ‘tijdens mijn verblijf in de gevangenis van Diyarbakir, werd ik gemarteld en vernederd. Maar als militant van een rechtvaardige zaak, schaamde ik me om de pijn uit mijn lijf te schreeuwen toen mijn borsten werden afgesneden’. In 1991 kwam ze uit de gevangenis, en zonder te aarzelen vertrok ze naar de PKK kampen. Nadien werd ze door de PKK uitgestuurd naar Europa.
9 januari 2013
Voor mij ligt een boek uit 1973 met als titel ‘Sen Fa?ist Savc? Iyi Dinle! Dünyada Kürt Vard?r!’ (‘Luister goed fascistische aanklager! Er bestaan Koerden in de wereld’). Eén van de citaten uit de rechtszaken tegen ‘Devrimci Do?u Kültür Ocaklar?’, kort DDKO (‘Revolutionaire Haarden van de Oostelijk Cultuur’) tussen 1970 en 1973. Verzameld door ‘Kürdistan Devrimci Militanlar? Organizasyonu’ (‘Organisatie van Koerdische Revolutionaire Militanten’). Het betreft citaten van revolutionaire bewegingen die erg typerend zijn vanaf de jaren zestig. Het is niet de bedoeling om hier een historisch perspectief te bieden over het ontstaan van de Koerdische beweging, maar sinds 1970 werden er tijdens rechtszaken pleidooien gehouden om te bewijzen dat er een Koerdische etniciteit bestond. Deze Koerdische beweging werd woensdag 9 januari 2013 in haar slagader geraakt. Drie Koerdische vrouwen en activisten waaronder Sakine Cans?z werden te midden van Parijs, koelbloedig vermoord. Deze gebeurtenis staat haaks tegenover de pogingen die ondernomen worden om eventueel gesprekken voor onderhandelingen van een vredesproces op te starten. U kunt zich voorstellen dat het woord ‘vrede’ alleen al bij zowel Turken als Koerden hoop geeft voor een beter toekomst. Echter, de moordaanslag in Parijs is een bewijs dat de hoop van de gewone mens ondergeschikt is aan de belangen van (inter)nationale actoren, lees wapenindustrie. Desondanks, zijn er duizenden mensen op 12 januari 2013 vertrokken naar Parijs om de aanslag te protesteren. Bij de beelden die hiervan werden uitgezonden kreeg je haast het gevoel dat het eerder genoemde citaat van DDKO, wederom waarheid werd. Naar schatting waren er 70 000 – 80 000 mensen aanwezig. Overal in de wereld, wordt er vandaag nog steeds voor de Turkse en Franse ambassades geprotesteerd. Zelfs bij de arrestatie van Abdullah Öcalan, leider van de PKK, zijn er niet zoveel mensen op één dag bij elkaar gekomen om te protesteren. Eén zaak is een feit, iedere Koerd afkomstig uit Turkije, ongeacht of hij/zij in Europa of elders is geboren, wordt opgevoed met de PKK en diens oorlog. Als tegenstander of aanhanger, maakt niet uit.
Eind jaren ’70 is er een oorlog gestart die een internationale business is geworden. De waarheid is hierin gesneuveld. Er komt in de plaats haat en onbegrip. Deze moordaanslag was een herinnering aan alle Koerden in Europa om hen eraan te laten herinneren waarom ze in Europa zijn beland.