Vorige nacht werd hier in Cancun het internationale klimaatbeleid terug op de sporen gezet. Op het einde realiseerden alle partijen zich dat de multilaterale aanpak van het klimaatbeleid op het spel stond. De vraag werd zelfs gesteld of de Verenigde Naties nog in staat waren om belangrijke problemen zoals de opwarming van de aarde aan te pakken.
De eer voor dit akkoord gaat zonder twijfel naar de voorzitster van de Conferentie, de Mexicaanse minister van buitenlandse zaken Patricia Espinosa. Zij heeft vooraf de verwachtingen met betrekking tot het akkoord op een realistisch niveau kunnen brengen. Dit maakte een akkoord mogelijk dat door iedereen gesteund kon worden. Haar belangrijkste verdienste (en die van haar team) ligt echter bij het open en inclusief onderhandelingsproces. Alle partijen werden uitgenodigd op alle vergaderingen, niemand werd uitgesloten, ook Bolivia niet! Symbolisch was haar beslissing in de laatste plenaire vergadering om alle deuren van de zaal open te stellen toen de veiligheidsagenten de toegang tot de zaal begonnen te weigeren. Niemand werd buitengesloten, iedereen mocht binnen.
Espinosa kon zo zorgen voor een Cancun-akkoord dat door iedereen enthousiast gesteund werd. Iedereen is enthousiast omdat het onderhandelingsproces gered is. Enkel via internationale afspraken waarbij iedereen betrokken is kunnen we het klimaatprobleem aanpakken. Het akkoord van Cancun is echter helemaal geen garantie dat het klimaat gered is! Daarvoor is er nog heel wat werk aan de winkel. Dat moet in eerste instantie gebeuren tijdens het volgend jaar. De onderdelen van het akkoord moeten verder uitgewerkt worden in Durban (Zuid Afrika).
De rol van werknemers wordt erkend
Voor het eerst in de geschiedenis van de milieuverdragen van de Verenigde Naties werd een volledige paragraaf opgenomen over de rol van de werknemers. Een paragraaf die verwijst naar de rechtvaardige transitie die moet zorgen voor waardig werk en goede jobs. Hier is de tekst waar we zo voor moeten knokken hebben:
“§ 10. Realizes that addressing climate change requires a paradigm shift towards building a low-carbon society that offers substantial opportunities and ensures continued high growth and sustainable development, based on innovative technologies and more sustainable production and consumption lifestyles, while ensuring a just transition of the workforce that creates decent work and quality jobs.”
Bij dit soort onderhandelingen is het ook belangrijk wáár deze paragraaf staat. Hij staat niet in de inleiding (wat slechts een vaag engagement zou betekenen), maar wel degelijk in het operationeel gedeelte van het akkoord. Dit betekent dat we een stevige basis hebben om verder op te werken zowel in onze eigen werking als binnen de internationale onderhandelingen.
Er is nog heel wat werk aan de winkel om de partijen in de onderhandelingen verder te overtuigen dat wij absoluut noodzakelijk zijn in het klimaatbeleid. We moeten hen overtuigen dat onze steun essentieel is om ambitieuze emissiereductiedoelstellingen te realiseren. Voor ons is het duidelijk: een ambitieus klimaatbeleid is enkel mogelijk als het sociaal rechtvaardig is.
Een nieuwe push voor de overgang naar -30% in Europa?
Het akkoord van Cancun moet ook het klimaatbeleid van de landen een stevige duw in de rug geven. Zo gaf de Britse minister van energie en klimaat al aan dat de meer waarschijnijk wordt dat Europa zijn emissiereductiedoel zal optrekken van -20% naar -30%. Chris Huhne:“I think it definitely makes an agreement on 30 percent in the EU more likely”. Ook de Spaanse minister van leefmilieu, Rosa Aguilar, heeft tijdens haar speech gewezen op de noodzaak om naar -30% te gaan. Europa moet hierover een beslissing nemen tijdens de lentetop volgend jaar.
Bert De Wel