Machtsstrijd in Durban
In Durban werd eerder om maatschappijkeuzes gestreden dan om het klimaat gedebatteerd.
Ik schreef het al in mijn vorig artikel: in Durban was het een machtsstrijd van de rijkste kapitalistische landen tegen de rest van de wereld. Ik wil dat nu beter staven en uitleggen. Ik kan nu steunen op de droge berichtgeving door het “Earth Negotiations Bulletin dat gepubliceerd wordt het “International Institute for sustainable Development” (on line hhtp://www.iisd.ca/climate/cop17 )
Die machtsstrijd maakte dat de Durban onderhandelingen verlengd werden tot diep in de laatste nacht. De onderhandelingen staan bekend als COP 17 of de 17de “Conference of the Parties” onder de “United Nations Framework Convention on Climate Change” Die UNFCCC was de wereldconferentie in 1992 in Rio de Janeiro. Eind juni, dit jaar, 20 jaar na de eerste conferentie zal die wereldconferentie met alle landen ter wereld opnieuw bijeenkomen als RIO+20. Dat zal evengoed een belangrijke machtsstrijd worden over fundamentele keuzes die gemaakt moeten worden.
In het debat op die klimaatonderhandelingen groepeerden de meeste landen zich in blokken met één woordvoerder voor allen. De ontwikkelingslanden groeperen zich als de G77. In Durban sprak meestal Argentinië voor de G77/China, dat zijn de ontwikkelingslanden met China expliciet inbegrepen. Onder die groep had je nog een verder opdeling. Eerst de BASIC- groep met Brazilië, Zuid-Afrika, India en China. Meestal spreekt India voor hen. Dan de LDC-groep, “Least Developped Countries”, de allerarmste landen, met vertegenwoordiger Gambia. Verder de AOSIS-groep, “Alliance of Small Island States”, een coalitie van laagliggende landen en eilandstaten, aangevoerd door Grenada. Maar het meeste linkse protest kwam van de ALBA-groep (Bolivië, Venezuela, Cuba, Ecuador, Nicaragua en Dominicaanse republiek) Daartegenover staan twee machtsblokken van het imperialisme. Enerzijds de Europese Unie en anderzijds de “Umbrella-Groep” bestaande uit de Verenigde Staten van Amerika, Australië, Canada, Japan, Nieuw Zeeland, én Rusland. Australië deed voor hen het vuile werk, zodat de VSA buiten het beeld bleef.
De strijd ging concreet rond de verderzetting én rond de invulling van het bestaande Kyoto-protocol, dat eind 2012 afloopt. Grenada voor AOSIS wil zeker een tweede looptijd voor het Kyoto-protocol met vooral wettelijk bindende afspraken . Verschillende van die landen zullen anders evacuatie van hun bevolking moeten voorzien. Bolivië gelooft niet in vrijwillige toezeggingen en vraagt een verplicht systeem, ook voor de VSA, die niet meedoen aan het Kyoto-protocol. Gambia voor de LCD pleit voor een wettelijk bindende overeenkomst, zoals al eerder in Bali was overeengekomen. De Europese Unie lijkt daarop in te gaan en spreekt over een “multilateraal en op regels steunend bindende overeenkomst”. Een verdrag wordt beter opgevolgd dan vrijwillige toezeggingen. Ze voegen er fijntjes aan toe dat ze ten volle vertrouwen hebben in de regeringen én in de markten om dat uit te voeren. Zuid-Afrika zegt dat de koolstofmarkten in elkaar gaan klappen zonder tweede looptijd voor het Kyoto-protocol en dat ze niet willen dat de Afrikaanse bodem het graf van het Kyoto-protocol wordt.Daar komt de aap uit de mouw: de Europese Unie heeft een enorme emissiehandel opgezet met bijhorende speculatie over heel de wereld, die duizenden miljarden euro’s omvat. Zonder verderzetting van het Kyoto-protocol stort die hele financiële constructie in elkaar. Dat zal nog een graadje erger zijn dan de huidige eurocrisis die we meemaken.
Vanaf die eerste dag lanceert de VSA een aanval op de bestaande basisprincipes van het kaderakkoord uit 1992. Ze moffelen dat weg over onderhandelingen volgens COP16 (Cancun 2010) en niet volgens COP13 (Bali 2007, die tekst is ook bekend als Bali Roadmap). Ja, een kat verliest haar jongen onder al die afkortingen. India, ondersteund door China neemt de verdediging op van het principe in artikel 17 van het kaderakkoord van 1992: “het klimaatprobleem is een gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheid voor alle landen”. Inhoudelijk is dat verder uitgewerkt dat de hoogontwikkelde kapitalistische wereld historisch verantwoordelijk is voor 80 tot 90 % van de opgestapelde broeikasgassen. Bijgevolg moet zij enerzijds in dezelfde mate aan emissiereductie doen en anderzijds over de brug komen met schadeloosstelling aan de andere landen, via financiering en overdracht van technologische kennis. Dit is meer dan terecht. De Europese Unie en de Umbrella-groep (met de VSA , maar met woordvoerder Australië) vormen daartegen front. De Europese Unie zegt dat ze wel hun inspanning voor emissiereductie wil verhogen van 20 naar 30% tegen 2020. Maar dat enkel als ook de andere grote landen zich engageren, en ze bedoelt daarmee de BASIC-landen. In essentie gaat het om het behouden van marktaandeel. Europa en de VSA zien met lede ogen aan dat hun alles overheersende greep op de wereldeconomie verzwakt.
De LDC en de AOSIS-groepen vrezen dat zonder tweede looptijd van het Kyoto-protocol vele rijke landen nog minder zullen doen aan emissie reductie. Dat blijkt ook uit de recente uitstap van Canada, dat met de hoge olieprijzen enorme winsten maakt met de ontginning van hun teerzanden, een ecologische catastrofe.
In de lange lijst van besluiten uit Durban, die in uiterst bureaucratische termen is opgesteld, vol met afkortingen en verwijzingen, kan je zien dat de ontwikkelingslanden toch her en der iets hebben kunnen behouden. Zoals de herbevestiging dat het systeem van “flexibele mechanismen” (een soort moderne aflaten om reductie van eigen emissie uit te sparen) supplementair moeten zijn aan de reductie in eigen land. Maar dat moet nog verder uitgewerkt worden tegen de COP18 in december in Qatar.
Bolivië probeert nog terecht een betere definitie te krijgen van het begrip “woud” als een ecologisch systeem met vele functies, maar dat haalt het niet. Wel een blijvend strijdpunt voor de klimaatbeweging.
Zaterdag 10 december 2011 werd de eind tekst voorgesteld. Een hele reeks landen protesteert en de zitting gaat duren tot het kraaien van de haan om 6 uur ’s morgens de zondag 11 december. Venezuela, Bolivia, de Democratische Republiek Kongo kritiseren dat de hoofdtendens het bij creëren van markten is. China stelt dat de tekst niet de gevoeligheden van beide zijden weergeeft. Uiteindelijk zullen China en de andere BASIC de doorslag geven met hun toezegging om tegen 2020 wel enige bindende engagementen te doen. Noteer dat China beloofde van tegen dan meer dan 40% verbeterde energie-efficiëntie te hebben.
Voor de klimaatbeweging in onze westerse lanen is de taak nu om te samen met de vakbondsbeweging een sociaal rechtvaardige emissiereductie in eigen land uit te tekenen en de verwezenlijking af te dwingen.
Wiebe Eekman
Zie ook: http://www.chinasquare.be/dossiers/chinese-en-de-klimaatconferentie-in-durban/