De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

75 jaar NAVO. De Helaasheid van het fenomeen genoemd Oorlog

maandag 8 april 2024 18:37
Spread the love
Updates: 090424 0935u (de betekenis van de A-bom); 10 april: de natuur in Europa als hel voor de GI in WO II. 110424: Gold Medal voor de “Rosies the Riveters” in de VSA.
Op 4 april bestond de NAVO driekwart eeuw en dit werd gepast herdacht. Eergisteren werd bij de eeuwige vlam voor de onbekende soldaat in Brussel een plechtige ceremonie gehouden om alle gesneuvelde Belgische soldaten sinds 1945 te herdenken. Dit ritueel werd ingesteld op deze dag nadat in 1994 op 7 april tien paracommando’s werden gedood in Rwanda – in de aanloop naar de grote genocide in dat land die een miljoen mensen het leven kostte in honderd dagen.
Weer verscheen bij deze gelegenheid op de opiniepagina’s van onze kranten een stukje dat poogt de werkelijkheid in beeld te krijgen wat internationale politiek, vrede en oorlog betreft. Het stukje dagboekfragment van de Duitse soldaat in de vorige wereldoorlog aan het Oostfront (Rusland) heeft Elvis Peeters (De Standaard 8 april 2024, “Staan de Navo-bonzen ooit stil bij wat een oorlog op het slagveld werkelijk inhoudt?“) terecht van onder het stof gehaald. Ik geef het direct even mee.
“De Duitse soldaat Willy Peter Reese schreef in zijn boek Mijzelf merkwaardig vreemd vanuit de loopgraven aan het Oostfront:
“Ik werd meegesleurd in een leegloop van de ziel. De laatste waarden vielen in duigen, het goede, edele en mooie stierf, ik verloor mijn gezonde verstand. Het pantser van de gevoelloosheid, waarmee ik me wapende tegen de verschrikking, gruwel, angst en waanzin, dat me niet meer lijden en uitschreeuwen liet, onderdrukte de tere gevoelens in mij, vertrapte de kiemen van hoop, geloof en mensenliefde en veranderde mijn hart in een brok steen. Ik ging te gronde en lachte om mezelf.”
En toch, beste lezers, en toch.
Persoonlijk ben ik er diep van overtuigd dat, om een uitdrukking te lenen die de columnist gebruikt, “het vijanddenken” onwegneembaar-diep in het mens-zijn zit ingebakken.
Meer nog, wanneer er niet om de vijftig jaar of daaromtrent een grote vijand opduikt, verworden stukken samenleving tot intern touwtrekken en interne agressie. In dit perspectief zie ik rechtse partijen bij ons foeteren, schelden, op respectievelijk “de islamieten bij ons” en “de immigranten bij ons”. In dit perspectief zie ik de regering in Nederland schieten op eigen armen en studenten. (Het grote schandaal dat de huidige regering tot interim-regering maakte tart de verbeelding: duizenden arme steuntrekkers werden onterecht hun inkomen ontzegd en beschuldigd van profitariaat – tot volksvertegenwoordiger Omtzigt eens goed omkeek, en zag dat het totaal niet waar was. Een ander voorbeeld van vijandigheid naar eigen mensen in Nederland betreft de houding van de overheid naar studenten: jarenlang werden rentevrije studieleningen beloofd en gepromoot; tot plotseling wél interest wordt aangerekend. Amerikaanse toestanden komen dichterbij).
In eigen regio zien we hoe bij nogal wat mensen de eis leeft dat wie overtredingen begaat, hard gestraft wordt. Straffen als vrijheidsberoving willen nogal wat burgers nu zonder mildheid uitgevoerd zien; de straf moet volledig uitgezeten worden. Geen pardon.
Dat de medemens, de buurman- en vrouw, in wezen niet zo hard van hemzelf verschillen, en dat hij zelf ook op een dag een overtreding zal begaan,
dat lijkt de extreem-rechtse, hardvochtige mens uit zijn bewustzijn te hebben gedreven. (Het geval Dries Van Langenhove zal hen helaas allicht niet bij hun positieven brengen.
De mens reageert heden als een verwend huisdier. Niets is hem genoeg.)
Zonder vorm van “vijandschap” naar een groep buiten de eigen groep,
wordt het voor mensen vaak lastig nog Samenhorigheid te oefenen.
Bijna alleen dat, een gemeenschappelijke, externe vijand,
kan grote interne cohesie bewerken voor een gemeenschap.
Het feit is door geleerde mensen met grote zichtbaarheid vaak genoeg onderstreept.
De gevaarlijke tragiek is dat extreemrechtse groeperingen vanuit een ideologie zonder genade of redelijkheid de laatste decennia weer fel inspelen op dit soort destructieve ‘instincten’ bij mensen.
De deconstructie van de samenleving en het verlies van onmisbare centripetale krachten nemen zij er dan kennelijk bij;
de winst in ledenaantallen voor de eigen partij, en dus de winst in politieke macht en invloed, is blijkbaar het enige wat voor hen telt.
Het mag niet verbazen; gewetenloosheid is op verschillende niveaus in deze kringen een terugkerend kenmerk.
_

Ingebakken

Dit soort mechanismen, dat de Homo sapiens telkens weer tot oorlog komt, vervalt, zij zijn goed aan te voelen voor wie de Darwinistische Evolutie in de vingers heeft.
Of wie de geschiedenis van Europa en de wereld in het achterhoofd heeft als geschoold historicus, in het zogenaamde Historisch Bewustzijn.
De illusie blijven koesteren dat militaire strijd vermeden kan worden ad infinitum is volgens de logica van de mensenrechten en de meest humane waarden of christelijke denkbeelden,
immens mooi. Het blijft echter bijzonder onrealistisch en in feite kinderlijk.
Een illusoir geloof.
_
Wie zegt, zoals in bijgaand stuk Elvis Peeters doet, dat je oorlog en vrede in de uitdrukking Si vis pacem, para bellum,  kunt vervangen door “rust” en “herrie”, die is niet goed wijs.
Wie denkt dat je niet hoeft te bewapenen en defensie te voorzien op termijn, die vergeet dat telkens weer in de geschiedenis volkeren vijanden hebben moeten bestrijden die het land kwamen binnenvallen.
_

Na storm en regen komt pas de echte zonneschijn

Wie zegt: bewapening en oorlog brengt nooit vrede, die slaagt erin naast recente en lang vervlogen voorbeelden te kijken die het tegendeel klaar aangeven. Van de Pax Romana, waarbij het Romeinse Rijk enkele eeuwen een immens gebied pacificeerde zodat nooit geziene handel kon plaatsvinden en met weinig soldaten orde en wet konden gelden, (tot aan de komst van ontelbare gewapende en arme horden uit het oosten) tot het recente geval van WO II.
Deze tweede wereldoorlog kostte niet alleen twintig miljoen mensenlevens en legde een groot deel van Europa letterlijk in puin. Hij maakte ook mogelijk dat u en ik en onze ouders en grootouders intussen een periode van bijna tachtig (80) jaar grote welvaart en welzijn, veiligheid en stabiliteit meemaken. Dat.was.nog.nooit.eerder.gebeurd!
Deze uitzonderlijk heftige oorlog maakte ook mogelijk dat de Europese landen doorheen het kluwen van problemen en spanningen raakten die veel maatschappelijke krachten en bewegingen lieten vastlopen in de jaren twintig en dertig. Een fenomeen dat momenteel in het debat wordt aangeduid met “Weihmartoestanden”. Nadien volgde wat intussen heet “les trentes glorieuses”, van ’45 tot ’75. En het leven is nog altijd historisch mooi en veilig voor miljoenen mensen in onze regio.
_
Merk ook op: in het lange termijn verleden was oorlog weliswaar altijd aanwezig doorheen de eeuwen en de generaties, maar niet als een soort dodelijke epidemie, maar als een relatief kleine ziekte: de aantallen doden waren demografisch altijd eerder beperkt. De meeste mensen stierven in de afgelopen tweeduizend jaar aan… honger. Misschien moet dit feit van de ongelofelijk diepe armoede die tot ca 1900 de mensheid plaagde, toch even mee opgenomen worden in de overwegingen en berekeningen.
Laat mij bij deze gelegenheid het ook herhalen: studie van de vorige oorlog heeft mij telkens weer duidelijk gemaakt dat er niet alleen ellendige ellende te beleven viel, zoals ongetwijfeld bepaalde maanden het geval was voor Wehrmacht soldaten die de Russische pletwals op zich zagen neerkomen, zoals de jongeman in het dagboekfragment. In oorlogstijd gaat het leven voor velen een groot deel van de tijd gewoon door. En voor soldaten (en de vrouwen en mannen die hen bewonderen) is het een tijd van gemengde emoties, maar niet alleen van uiterst negatieve emoties en belevenissen. Honderden, duizenden boeken, documentaires en films getuigen daarvan, en worden tot op vandaag gretig gelezen door zeer veel mensen. Tenzij het een over-en-weer gooien van atoombommen wordt, kan een volgende oorlog best “te doen” zijn.
_
… In de eerste plaats “te doen” in de betekenis van “niet te vermijden”, en toegegeven, dat is “helaas”;
maar op de tweede plaats ook: het zou een crisis zijn, een pijn-periode, die loutering kan brengen.
Iets waar je doorheen moet, met taaie instelling en moed, om het daarna beter te hebben.
Zoals Rik Torfs al meer dan tien jaar geleden met grote realiteitszin en geestelijke rijpheid schreef:
“Ik geloof niet meer dat wij moeten of kunnen oorlog voor altijd vermijden;
mij lijkt belangrijker dat we erop toezien dat oorlogen op fatsoenlijke manier worden gevoerd,
met moraliteit, en volgens het oorlogsrecht, en dat wij ons ervoor inspannen dat ze beperkt blijven.”
Dat standpunt was toen bij lectuur een eye-opener voor velen, waaronder mijzelf.
Een moment van weer wat meer volwassen worden, en achter zich laten van kindsheid.
De ontwikkeling van de kernbom is bij dit al een kolossaal historisch Feit. Veel meer nog dan in het verleden zullen regeringen en chef-staven moeten uitkijken dat een militair conflict
niet escaleert. Dat de volgende oorlogen beperkt blijven. In duur en in omvang.
Op termijn ziet het er niet goed uit. De A-bom is het gematerialiseerde, enorme zwaard van Damocles dat boven de mensheid hangt.
Wapens, van een mes tot een jacht- of dienstwapen en een tank, zij hebben immers de neiging de bezitter te verleiden om ingezet te worden.
De mens, de man wordt bovendien bewoond door een diep-zittende strijd-lust. Die vechtlust is, zo blijkt uit de praktijk, nog veel meer ‘blind’ dan de spreekwoordelijke liefde of verliefdheid.

Afschuwelijke situatie

Je moet er inderdaad altijd mee rekening houden dat elke oorlog verschillend is van de vorige. Zelfs bekwame generaals hebben zich vaak vergist in de voorbereidingen op WO II omdat het beeld van WO I hen nog voor de geest stond. De mensheid moet alles in het werk stellen om een nieuwe grote oorlog te voorkomen. Het is altijd een tijd van schaarste en grote miserie. Een tijd van onvoorstelbare wanorde, angst, en gevaar. Een tijd en omstandigheden waarin de wreedheid en meedogenloosheid die schuilt in sommigen, de kans krijgen aan het daglicht te komen en actief  worden.  Het is ook een tijd voor heldhaftige inzet en zelfopoffering. Een tijd waarin sommigen, vooral in de militaire sfeer, eretitels, onderscheidingen en medailles ambiëren en winnen. Een tijd waarin kinderen veel minder tellen. Een tijd waarin broederschap en zorg voor anderen sommigen laten boven zichzelf uitstijgen, laten excelleren.
Tegelijk echter is oorlogstijd een tijd van afschuwelijke ervaringen. Van confrontatie met gewonden en lijken in de publieke ruimte. Een tijd waarin heel wat lieden aan onmenselijke uitdagingen worden blootgesteld en beangstigende problemen op hun bord krijgen.

Grootschalig, veralgemeend verlies

Oorlog betekent een overweldigende situatie van verlies, verdriet en gemis en gebrek. Gebrek aan voedsel; verlies in kwaliteit van voedingsbronnen. Verlies van gezondheid, gebrek aan geneesmiddelen. Verlies van zekerheden en houvast. In ergere gevallen, van verlies van je ledematen en lichaamsfuncties, of van je leven. Van gebrek aan reismogelijkheden, aan bewegingsvrijheid. Verlies van rust voor de geest. Voortdurende bezorgdheid en angst. Verlies van tewerkstellingsmogelijkheden. Verlies van geliefden. Groot verlies op het vlak geluk en van welbevinden.
Schade aan infrastructuur, aan vastgoed, aan transportmiddelen (en recent, aan energiecentrales); verlies van waarde die in de miljarden loopt.
Oorlog betekent het verlies van vrienden, van kennissen, buren en geliefden.
Van geliefde gezelschapsdieren, van neerhofdieren en van groot- en kleinvee.
Hij brengt altijd het bijna ondraaglijke verlies van onschuldige kinderen.
Jongenskinderen en meisjeskinderen.
———————————————————-
Onlangs heeft voormalig vice rector en slaviste Katlijn Malfliet in De Standaard nog een gedegen stuk geschreven over de noodzaak het Russische standpunt  te begrijpen. Vanuit grote expertise over Rusland heeft zij voorstellen geformuleerd om blijvende vrede kansen te bieden. Critici geven echter aan dat “het stuk nergens naartoe gaat”. We missen hier de doelgerichtheid van het mannelijke denken.
Wie doet wat hij/zij kan, is waard dat hij leeft.

———————————————————–

Reset

Het O-fenomeen, zo ‘on-af-schud-baar’ verweven met

het mens-dier

(geen enkel ander dier gaat ertoe over:

tot het periodiek en massaal doden van soort-genoten)…

het betekent ook

de grote, terugkerende, maar niet-gekozen,

de on-vrijwillige

Grote Reset.

 

Het fenomeen oorlog, het betekent een

– nood-lot-tige! –

Umwertung aller Werten” – een “herijking van alle waarden”

en hij geschiedt dus helaas wel lichtjes anders

dan Nietzsche of hedendaagse tijdgenoten

zich deze hadden voorgesteld.

 

 

Politiek-militaire context

PS. Niet onbelangrijk bij het beoordelen van de vraag of wij ten allen prijze de “ellende aan het front” moeten trachten vermijden, lijkt mij de volgende omstandigheid. Vandaag is er in Rusland weer een gewetenloze leider aan de macht; die wel geen communist is, maar die voor dat Stalin- & Sovjet-verleden grote bewondering koestert; die een maffioze cleptocraat is, en die zijn imperialistische plannen rationeel maar vooral ook via het bang maken van alle tijdgenoten in binnen- en buitenland tracht te realiseren. Die te werk gaat via intimidatie.
Als je dan de wapens neergooit en pleit voor overgave van Oekraïne, zoals sommigen momenteel schaamteloos doen – van debaters op sociale media tot de bisschop van Rome – dan is die strategie bij jou al gelukt. Toch? Bovendien zal vooral iemand die voor het roofdier-karakter van de betrokken tiran volkomen blind blijft, zulke ‘tactiek’ omarmen. De machtswellust en gewelddadigheid van betrokken Rus is de laatste vierentwintig jaar, sinds zijn machtsovername in 2000, elk jaar verdapperd en toegenomen. Steeds gewetenlozer ging hij in zijn werk, steeds leugenachtiger. In zulke omstandigheden lijkt de strategie je “over te geven” om veiligheid te vinden illusoir. Niets anders dan een uiting van onverstandig en laf zelfbedrog.
PS. Voor de frontsoldaten in WO II en de soldaten in Oekraïne vandaag, die zelden binnenshuis kunnen schuilen, zijn de weersomstandigheden vaak een hel op aarde. Modder kleeft aan de schoenen, doet halftracks en tanks wegglijden of vastlopen. De lopen van vuurwapens raken verstopt en splijten. Soldaten bedekten de geweermond geregeld met condooms of kousen. Stof bedekt de uniformen en dringt door in neus  en ogen. Bij nacht is roken verboden wegens het gevaar dat elk spatje licht meebrengt, dat mitrailleurvuur of mortiergranaten aantrekt. Europa was een continent van verduisterde steden. Voertuigen hadden afgedekte koplampen. Insecten zoals luizen, vlooien en muggen maken de dagen vies en lastig. Douchen is vaak maandenlang onmogelijk. In Italië waren tijdens de bevrijding soms 375 op 1000 soldaten opgenomen in ziekenhuizen met ademhalingsziekten, meer dan er gewonden vielen bij de strijd. De regen, van de permanente miezer in Engeland of België tot de stormvloeden in Noord-Afrika, brachten de mannen op de rand van de depressie. Je kon door de plassen vaak geen schuttersputten graven. De bomen waren onheilsbrengers, omdat artilleriegranaten de takken tot gevaarlijke scherven herleidden, niet alleen in het beruchte Hürtgenwald bij Aken, dat drie divisies (telkens 10.000 man) opslorpte en de dood injoeg in oktober- december 1944. Dan hebben we het nog niet over de vreselijke Russische (en Oekraïense) winter, die zo akelig bleek, waarin geen motor van Kubelwagen of tank meer werkte, dat hij in feite de grote overwinnaar van Hitler werd.
Deze feiten staan indrukwekkend opgelijst in de doctoraatsstudie van de Belgische Australiër Peter Schrijvers die in boekvorm verscheen onder de titel De hel die Europa heet. Amerikaanse frontsoldaten in de tweede wereldoorlog. Het eerste deel De Natuur, dat deel 2 De Soldaten voorafgaat, eindigt met volgende woorden. – Laten wij samen trachten aan deze vloek te ontkomen! –
“De klaprozen, de regen, de modder en de loopgraafvoeten van de Eerste Wereldoorlog leken nooit uit Europa geweken te zijn, en hielpen de Amerikanen te overtuigen dat oorlog gewoon bij Europa hoorde. Dit gaf grond aan een dieper geworteld Amerikaans gevoel dat de GI’s over Europa hadden: van een gebied dat gedoemd was om altijd oorlogen te moeten doorstaan omdat het getroffen was door een reeks kennelijk ongeneeslijke aandoeningen zoals tirannie, armoede, intolerantie en morele ontaarding.”
_
Illustratie
De serie SECRET ARMY die in 1979 werd geproduceerd en uitgezonden, en waar ik als zeventienjarige enkele afleveringen van bekeek, blijft een waardevolle inkijk geven in de situatie in ons land in oorlog en in het Verzet van verzetsmensen. Ze is niet meer bestelbaar in grote boekhandelketens, maar nog wel via internet te verkrijgen.
2. Legendarische poster met Rosie the Riveter. Zeer veel vrouwen “mochten” tijdens de oorlogsinspanningen in de VSA in de maakindustrie gaan werken, voor de eerste keer. Granaten, voertuigen, duikbommenwerpers, you name it. De vrouwen waren voordien onderschat, zeggen activisten, zij bleken veel meer te kunnen dan verwacht. Op 10 april 2024 werd aan de nog levende Amerikaanse arbeidsters de hoogste Amerikaanse onderscheiding uitgereikt: de Congressional Gold Medal.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!