Foto: Marina Noordegraaf, Flickr / CC BY-NC-SA 2.0 (More information about the rights of this work, see below article)
Opinie - Simon Truwant

Een tekort aan zelfreflectie maakt De Ceulaers combinatiedenken stuurloos

De poging van De Ceulaer om zich te positioneren tussen 'woke' en 'anti-woke', heeft nauwelijks oog voor de essentie van dit debat: hij vergeet na te denken over zijn eigen denkpositie.

dinsdag 13 september 2022 15:52
Spread the love

 

De senior writer van De Morgen, Joël De Ceulaer, poogde dit weekend te achterhalen waarom er iets wringt in het debat over woke. Zijn zoektocht laveert tussen de twee gekende antwoorden op deze vraag: ‘Omdat ‘wokers‘ op de (witte) man spelende radicalen zijn’ en ‘Omdat ‘woke‘ niets meer is dan een scheldwoord dat conservatieven gebruiken om alle tegenstanders te discrediteren’. Correcter gesteld: De Ceulaer acht beide antwoorden correct en tracht ze te combineren vanuit een genuanceerder standpunt.

Hij omarmt daarmee het ‘combinatiedenken’ van filosoof Patrick Loobuyck [1] – die zijn essay dan ook toejuichte op Twitter. Dit combinatiedenken houdt volgens De Ceulaer in ‘dat je zelfstandig denkt, zonder je te conformeren aan welk kamp dan ook’, omdat er aan beide kanten van een debat waardevolle argumenten te rapen vallen. Volgens Loobuyck bestaat dit denken uit ‘fenomenen in hun complexiteit onderzoeken, meerdere kanten van een discussie willen zien, uit eenzijdige frames durven stappen’. Zo begrepen juich ik combinatiedenken volmondig toe. Gezien de polarisatie van het maatschappelijke debat zijn we allemaal gebaat bij meer kritische afstand ten aanzien van de heersende denkkaders, ook hetgene waar we ons zelf grotendeels in vinden.

De manier waarop De Ceulaer dit denkmodel in de praktijk brengt, lijkt me echter bedenkelijk. Zijn essay is immers een nogal onoverzichtelijke reeks beoordelingen van meer dan twintig recente gebeurtenissen waarrond het ‘woke-debat’ is gevoerd. De Ceulaer verdedigt zonder reserve de Antwerpse universiteitsdocenten en Eddy Demarez, maar heeft niet echt een mening over FC De Kampioenen. Hij vindt dat gebruiken van de Masai-nomaden wel onrechtmatig werden toegeëigend, maar noemt verwijten van cultural appropriation ten aanzien van dreadlocks of Elvis Presley te gek om los te lopen. Hij streeft al tien jaar voor het afschaffen van Zwarte Piet, maar geniet er wel van om te spelen met de gevoelige woorden ‘wit’ en ‘blank’, en vond dan weer niets racistisch aan de beruchte aflevering van De tafel van vier (merk op: zijn redenering ‘het was een marketingstunt, dus geen racisme’ is net geen combinatiedenken). Enzovoort.

Ik deel De Ceulaers standpunt soms wel en soms niet, en volg daarbij evenmin altijd de geijkte links-rechts scheidslijn. Maar als kritische lezer vraag je je al snel af waarop al deze verschillende wegingen gebaseerd zijn. In de poging om zich niet in een kamp te laten vangen, lijkt De Ceulaer gewoon alles vanuit zijn persoonlijke, schijnbaar willekeurige, en niet altijd even geïnformeerde standpunt te beoordelen. Dat maakt van combinatiedenken een vrij egocentrische bezigheid: groepsdenken is hier simpelweg ingeruild voor eigengereidheid. Het wordt vooral ook een twijfelachtige strategie: welke baat heeft het publieke debat bij dit soort willekeurige stellingnames? Wanneer we allen ons eigen eilandje van meningen vormen, ontbreekt nog steeds een leidraad om de polarisatie te overstijgen.

Toegegeven, er schuilt mogelijks toch een sturend principe in De Ceulaers tekst, namelijk dat we mensen op hun ideeën en argumenten moeten beoordelen, en niet op hun identiteit. Dat is op het eerste zicht een aantrekkelijk principe. Maar als het debat enkel over ideeën moet gaan, is het wel ironisch dat De Ceulaer heel wat ideeën evalueert waarvan hij slechts een oppervlakkig begrip etaleert.

Zo trekt De Ceulaer eigenhandig en eigenzinnig een grens tussen de nuttige en gevaarlijke kant van kruispuntdenken, maar verwart daarbij wel een kruispunt met een optelsom. (Deze karikatuur vinden we terug bij Joris Luyendijks zeven vinkjes, maar niet bij Kimberlé Crenshaws intersectionaliteit.) Hij vindt het concept cultural appropriation ‘vermoeiend’, maar reduceert het verkeerdelijk tot ‘je laten inspireren door een andere cultuur’. Deze beschrijving miskent een cruciale component van het concept culturele toeëigening, namelijk dat het inspirerende gebruik wel nog steeds wordt afgekeurd bij de oorspronkelijke gebruikers. (Denk aan dreadlocks die een hip stijlelement zijn voor witte artiesten, maar als slordig en onprofessioneel worden beschouwd bij mensen van kleur.) Hij oordeelt en passant dat taal geen belangrijke rol speelt in systemisch racisme, en denkt op eigen houtje de zwaarbeladen term cultuurmarxisme te kunnen recupereren.

Als ik een echte woker was geweest, had ik nu geopperd dat enkel een witte man met zo weinig kennis ter zake toch met zo weinig schroom kan schrijven over de legitieme grenzen van sociale en identitaire strijd. Maar die weg hoef ik dus niet in te slaan: De Ceulaers analyse van ‘het woke-debat’ voldoet namelijk niet aan de richtlijn die het zelf voorlegt aan het publieke debat. Het blijft steeds gericht op de kampen waartoe hij niet wenst te behoren, en mankeert een diepgaande omgang met de complexe fenomenen en ideeën die ter discussie staan.

De strikte maar discutabele scheiding die De Ceulaer optrekt tussen ideeën en identiteiten plaatst hem bovendien in een wel erg comfortabele positie. Enerzijds kan hij vrij bepalen wat zowel het ‘woke‘- als het ‘anti-woke‘-frame betekent en te bieden heeft. Anderzijds verhindert het elke kritische reflectie op zijn eigen denkframe. En laat net dat hetgene zijn waar dit hele debat om draait. We kunnen andere posities maar begrijpen als we inzien hoe wij ze benaderen. Een midden kan maar moedig zijn, een denken echt combinerend, depolarisatie mogelijk, wanneer men eerst het eigen perspectief, en haar beperkingen, onder ogen ziet.

 

Bron:

[1] Met elkaar – voor elkaar. De kunst van het samenleven in crisistijd, Patrick Loobuyck, Pelckmans (2021)

 

Simon Truwant is cultuurfilosoof en postdoctoraal onderzoeker FWO aan het Instituut van Wijsbegeerte van KU Leuven.

Foto: Marina Noordegraaf, Flickr / CC BY-NC-SA 2.0

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!