Dansende internationale vrijwilligers in het dorpje Pradell in 1938, net voor het begin van de Slag aan de Ebro. Foto: Archief Sven Tuytens
Boekrecensie -

‘Een Hollandse jongen aan de Ebro’ vertelt zijn verhaal van de Spaanse Burgeroorlog

In 2019 vond een familie uit Den Haag in een nachtkastje van een overleden familielid een schriftje met rood-wit etiket en op de eerste bladzijde: ‘Mijn herinneringen uit het Spanje van de vrijheidsstrijd 1936-1939’. Dat schriftje werd nu gepubliceerd. Spanje-kenner Sven Tuytens las een uniek tijdsdocument dat de Spaanse Burgeroorlog levend houdt in ons historisch geheugen.

dinsdag 31 mei 2022 14:32
Spread the love

 

Na overlijdens worden huizen, appartementen of kamers meestal heel snel opgeruimd. Spijtig genoeg gebeurt het dan al te dikwijls dat oude brieven en zelfs dagboeken bij het oud papier terecht komen, maar niet altijd.

In 2019 vond een familie uit Den Haag in een nachtkastje van een overleden familielid, een oud, blauw schriftje met een rood-wit etiket erop. Op de eerste bladzijde staat ‘Mijn herinneringen uit het Spanje van de vrijheidsstrijd 1936’-1939’.

De vinders ontdekten het oorlogsdagboek van Evert Ruivenkamp, één van de naar schatting ongeveer 650 Nederlandse antifascisten die samen met vrijwilligers uit meer dan vijftig andere landen1 in de Spaanse burgeroorlog (1936-1939) meevocht.

De vondst is uniek want voor zover bekend is, is dit dagboek het enige van een Nederlandse Spanjestrijder dat bewaard is gebleven.

Voor het eerst op reis

Evert was tweeëntwintig toen hij naar Spanje vertrok. Hij was metselaar en nog nooit eerder in het buitenland geweest. Toen in de zomer van 1936 Spaanse generaals een militaire staatsgreep pleegden en een bloedige burgeroorlog veroorzaakten, was Evert diep verontwaardigd over de non-interventiepolitiek van Nederland en alle andere Europese democratieën.

De opstandige generaal Franco kon rekenen op de steun van fascistisch Italië en Portugal en van nazi-Duitsland. De democratisch verkozen Republiek werd enkel geholpen door de Sovjet-Unie en Mexico. Stalin rekende de kosten voor zijn hulp echter zwaar aan.

In Nederland waren de comités voor hulp aan Spanje overal actief en heel snel vertrokken groepen vrijwilligers om deel te nemen aan de strijd tegen Franco. Volgens hen zat er niets anders op dan het fascisme in Spanje te verslagen. Zij hadden toen geen glazen bol om de toekomst te voorspellen, maar we kunnen nu gerust stellen dat de Tweede Wereldoorlog al in 1936 begon.

Een mooie vondst

Everts dagboek is onlangs verschenen met een inleiding en nawoord van Yvonne Scholten die verschillende boeken over Nederlandse Spanjestrijders schreef.2

Het integraal gepubliceerde dagboek met als titel Een Hollandse jongen aan de Ebro is het eerste verslag van het dagelijks leven van een Nederlandse brigadist in de oorlog dat in dezelfde periode is geschreven.

Volgens Scholten is het dagboek uniek omdat het tot nu toe het enige dagboek is van een van de ‘gewone jongens’ die naar Spanje gingen. “Het gros had ook nauwelijks enige scholing, soms niet meer dan een paar jaar lagere school. Ook Evert had maar een beperkte opleiding gehad, maar zijn Nederlands is voortreffelijk en zijn verslag zeer levendig.”

De beslissende veldslag

Evert was ruim een half jaar in Spanje, van maart tot oktober 1938. Hij had er wel eerder heen willen gaan, schrijft hij, maar zijn ouders hadden hem tegengehouden. In 1938 ging hij zonder hun toestemming alsnog. Hij was dan 23.

Evert Ruivenkamp (1915-1943). Foto: Familiearchief

Via België en Frankrijk, vertrok hij vol moed op zijn eerste buitenlandse reis. In Spanje kwam Ruivenkamp in de buurt van de Ebro terecht, waar in de zomer van 1938 de beslissende veldslag plaatsvond, een nederlaag waarna het Republikeinse leger niet meer in staat was zich te herpakken die uiteindelijk uitdraaide op de overwinning van Franco en het begin van veertig jaar dictatuur in Spanje.

In juli 1938 voerde Evert het commando over een compagnie tijdens het Ebro-offensief. Hij moest een van zijn Spaanse manschappen aanporren om een zwaar machinegeweer te bedienen: “Ik stoot een Spanjaard aan. Hij krimpt in elkaar en kijkt mij doodsbang aan. Een moment denk ik in een spiegel te kijken. Hij kijkt me aan met ogen zoals ik voel dat de mijne ook moeten zijn. Ik gelast hem te vuren en zijn kameraad ook. Zij durven niet. Trouwens, het verwondert mij niet. Bij zo’n moorddadig vuur zakt ook mijn moed. Laat in godsnaam niets merken. Als de jongens het merken ben ik verloren.”

Evert beschrijft de ellende waarmee de oorlog de burgerbevolking teistert en beschrijft de laatste momenten van gruwelijk verminkte soldaten, hij verliest heel wat kameraden.

Het moeilijke afscheid

Een paar dagen na de hel aan de Ebro huilde hij bijna van verbijstering: de internationale vrijwilligers moesten weg uit Spanje. De regering van de Spaanse Republiek had besloten de internationale brigades te ontbinden. Het besluit was een wanhopige poging om een eind te maken aan de Duitse en Italiaanse interventie, die voor Franco cruciaal was.

Evert begreep het niet en had het gevoel dat hij zijn Spaanse strijdmakkers verraden had: “Zoveel gevaren samen gedeeld en nu zal ik terug moeten naar Holland. Het wordt mij zwaar te moede.”

Toen de vrijwilligers vertrokken, schakelden nazi-Duitsland en fascistisch Italië hun militaire interventie naar een hogere versnelling en de strijd werd nog ongelijker.

De rode draad die door het dagboek van Evert loopt is zijn relaas over schaarste. Er waren niet genoeg wapens, te weinig munitie, ze droegen een allegaartje van uniformen, de Russische vrachtwagens waren niet te vertrouwen en naarmate de oorlog vorderde hadden de soldaten steeds meer honger en dorst.

Het slagveld aan de Ebro. Map: Paco/CC BY-SA 3:0

Wat Evert vertelt strookt helemaal met wat in de dagboeken van andere vrijwilligers staat. Het enige waar deze vrijwilligers op konden rekenen was hun vechtlust. Voor de rest maakten ze deel uit van een leger sukkelaars.

In een rapport schreef de Republikeinse generaal Miaja ooit zijn indruk neer over een pas gevormde brigade die vanuit de basis van Albacete naar Madrid vertrok: “De brigade die naar het front gestuurd werd, leek meer op een gewapende bende dan op een georganiseerde eenheid’.3

De belangrijkste maanden van zijn leven

Everts dagboek eindigt op 4 oktober 1938. Toch bleef hij nog twee maanden in Spanje voor hij tussen 3 en 5 december 1938 terug naar Nederland keerde. Zijn dagboek geeft een interessant inzicht in het dagelijks leven van de Spanjestrijders.

Aan de manier van schrijven kan je niet vergeten dat dit door een 23-jarige geschreven werd. Het is mooi hoe hij Spaanse woorden gebruikt om de lezer in de sfeer te brengen. Zijn Spaans is beperkt, maar dat is ook begrijpelijk want hij kwam om te vechten.

Een half jaar van zijn leven bracht Evert in Spanje door en zonder twijfel waren het de belangrijkste maanden uit zijn bestaan. Zou hij zich schuldig gevoeld hebben dat hij het overleefde, terwijl veel van zijn makkers sneuvelden?

Willy de Lathouder was één van die strijdmakkers die Evert tijdens de Slag aan de Ebro verloor. In maart 1938 was zijn zoontje geboren, uit zijn huwelijk met Rosario Plana Solé, een jonge Spaanse verpleegster die hem maandenlang had verpleegd nadat hij eind 1936 ernstig gewond. Na Everts terugkeer uit Spanje ontfermde hij zich over Rosario en haar zoontje.

 

Evert Ruivenkamp. Een Hollandse jongen aan de Ebro – Dagboek van een Spanjestrijder. Jurgen Maas, Amsterdam, 2022, 100 pp. ISBN 978 9083 2108 27. Verspreiding in België door EPO.

Bij zijn terugkeer in Nederland werd hem het staatsburgerschap ontnomen. Dat belette de Nederlandse regering niet om hem verplicht in te lijven in het leger. Op 30 juni 1943 werd Evert Ruivenkamp op 28-jarige leeftijd door de Duitse bezetter geëxecuteerd voor zijn deelname aan het verzet. Zie zijn biografie.

Lees ook over Spanje en de Spaanse Burgeroorlog:

Notes:

1   Uit België vertrokken 2400 vrijwilligers, bijna vier keer meer dan de 650 Nederlandse Spanjestrijders.

2   Yvonne Scholten. Fanny Schoonheyt: een Nederlands meisje strijdt in de Spaanse burgeroorlog, Meulenhof, 2011, 303 pp, ISBN 978 9029 0877 97 en Bart van der Schelling: de zingende Hollander van de Lincoln Brigade, Ad Donker, 2015, 143 pp. ISBN 978 9061 0069 54

3   Sven Tuytens en Rudi Van Doorslaer, Israël Piet Akkerman – van Antwerpse vakbondsleider tot Spanjestrijder, EPO, 2016, p. 108.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!