Cor Dekker (1904-1942). Foto: archief familie Dekker
Boekrecensie -

“Uit de Spaanse hel ontvlucht”, een Nederlander in de Spaanse Burgeroorlog

Meer dan 11.000 buitenlanders streden mee in de Spaanse Burgeroorlog aan de zijde van de democratisch verkozen linkse regering tegen het Spaanse leger onder leiding van later dictator Francisco Franco. Zij werden onterecht vergeten. Er waren ook Belgen en Nederlanders bij. Cor Dekker, een zeeman uit Den Helder, vertelt 80 jaar later zijn verhaal in 'Uit de Spaanse hel ontvlucht'.

woensdag 9 december 2020 18:18
Spread the love

Wat dreef een 28-jarige zeeman uit het Nederlandse kuststadje Den Helder er toe om te vertrekken naar een burgeroorlog in het verre Spanje? Cor Dekker deed het, net als als duizenden vrijwilligers uit meerdere Europese landen. Idealisme, zin voor avontuur, geen toekomst in eigen land? Tachtig jaar later wordt zijn verhaal terug uitgegeven. Terecht.

In Nederland en België deden honderden mannen en vrouwen hetzelfde als Cornelius ‘Cor’ Dekker. Ze vertrokken tussen 1936 en 1937 naar Spanje. Hun motivatie was zeer divers en niet altijd op degelijke concrete informatie gebaseerd. Ze hadden echter allen met elkaar de wil gemeen om tegen sociaal onrecht te strijden.

Dit waren de jaren 1930, diepe economische recessie wereldwijd en de opkomst van virulent extreemrechts . In Duitsland en Italië had deze ideologie reeds de macht veroverd in de vorm van fascisme en nazisme. Spanje en Portugal hadden gelijkaardige regimes, maar daar was eerder sprake van een zieltogende feodaliteit.

Extreemrechts was echter een politieke kracht in alle Europese landen, ook in Nederland en België. In die sfeer wilde Cor Dekker zoals zovelen ‘iets doen’, hij zou gaan helpen als zeeman voor de Spaanse koopvaardij van de republikeinse democratisch verkozen regering.

Ter plaatse had men echter andere plannen met al die toestromende buitenlanders. Voor Cor goed en wel besefte waar hij aan begonnen was had hij al zijn eerste acties en luchtaanvallen doorstaan. Meer dan een jaar streed hij tegen de fascisten onder leiding van Franco.

De opperbevelhebber van het Spaanse leger wilde de democratisch verkozen regering ten val brengen. Die regering – de eerste linkse democratisch verkozen regering in de Spaanse geschiedenis – wilde (kort samengevat) een einde maken aan de semi-feodale maatschappij op het platteland en sociale rechten gunnen aan de arbeiders in de fabrieken.

Franco dacht er anders over. Enkele weken zouden wel volstaan tegen dat rode gepeupel. De burgeroorlog duurde uiteindelijk drie jaar. Hoewel Cor aanvankelijk niet dacht aan directe betrokkenheid bij de gewapende strijd liep het anders uit.

Toch blijkt uit zijn relaas een zeer enthousiaste deelname aan wat hij als een juiste strijd zag. Net als de meeste internationale vrijwilligers meende hij wel dat die strijd hoogstens enkele maanden zou duren. Net als Franco vergiste hij zich.

Ondanks zijn onvermoeibare inzet en de waardering die hij van zijn Spaanse oversten kreeg, wilde Cor na een jaar terug naar huis. Van de groep van vier die samen met hem een jaar eerder in Spanje waren toegekomen was alleen hij nog in leven.

Vertrekken was niet zonder risico, want hoewel hij wettelijk gezien als niet-Spanjaard geen verplichtingen had trad de regering hard op tegen wat ze als ‘desertie’ vervolgden. Die maatregel was te wijten aan de aanslepende burgeroorlog en aan de kerende kansen. Ook internationale deserteurs riskeerden de doodstraf.

Eenmaal terug in Den Helder na een zeer bewogen reis bleek Cor ook thuis een ‘deserteur’ te zijn, want hij had ‘gediend’ in een buitenlands leger. Ook die aanpak was juridisch niet correct, hij had immers tégen het officiële leger van Spanje gestreden.

Zowat alle Europese landen hadden echter besloten zich afzijdig te houden uit de Spaanse Burgeroorlog. Die houding was zonder meer hypocriet. De wettelijk verkozen regering stond immers bijna ongewapend tegenover het grootste deel van het Spaanse leger, dat wél over wapens en manschappen beschikte.

Er valt veel meer over te zeggen dan wat deze recensie toelaat, maar het kwam er op neer dat de meeste Europese regeringen weliswaar weinig sympathie hadden voor het oubollige Spaanse establishment, maar een overwinning door gewone arbeiders nog veel minder zagen zitten. Geen goed voorbeeld voor de rest van Europa. Overigens, niet alleen rechtse regeringen namen die houding aan. Ook regeringen met socialisten zoals de Belgische lieten de gewone Spanjaarden in de steek.

Bovendien kreeg Franco openlijk militaire en logistieke steun van zijn ideologische bondgenoten Adolf Hitler in Duitsland en Benito Mussolini in Italië. Die Europese ‘neutraliteit’ sterkte Hitler in zijn overtuiging dat hij weldra ongestoord ten oorlog zou kunnen trekken tegen het bolsjewisme in het oosten (en tegen de volgens hem en zijn miljoenen volgers echte demoon erachter: het Joodse volk).

De Duitse luchtmacht paste in Spanje als allereerste leger ooit de gloednieuwe tactiek toe van tapijtbombardementen op bevolkte steden (zie Op 26 april 1937 bombardeerde de Luftwaffe het stadje Guernica).

De verwoesting van Madrid met ruime hulp van de Duitse en Italiaanse  luchtmacht tijdens de burgeroorlog. De rest van Europa keek ‘neutraal’ toe. Foto: Public Domain

Waar tot voorheen bombardementen louter militair werden ingezet tegen vijandige troepen, spoorwegknooppunten, havens, essentiële fabrieken en basissen werden bombardementen een vast onderdeel van de psychologische oorlogsvoering: het terroriseren van de bevolking om de wil tot verzet te breken. De in Spanje opgedane ervaring werd tijdens de Tweede Wereldoorlog langs beide zijden een vast onderdeel van de strijd.

De Spaanse burgeroorlog is na 1945 in Europa grotendeels in de plooien van de geschiedenis verdwenen, eerst en vooral omdat enkele maanden later die andere oorlog begon, de Tweede Wereldoorlog, waarin Spaans dictator Franco zich zeer behendig ‘neutraal’ wist te houden en als enig fascistisch dictator stand kon houden tot 1975 (met, alweer, ruime feitelijke steun van de rest van Europa).

Ook de vrijwilligers van de internationale brigades in de Spaanse burgeroorlog werden sindsdien ‘vergeten’. Een aantal van hen vluchtte naar Groot-Brittannië en de VS, anderen gingen in het verzet maar een groot deel van hen werd door de Duitsers gevangen genomen. De Duitse bezetter hoefde hen niet eens hard te zoeken. Ze stonden netjes geboekstaafd als ‘communisten’ in de overheidsadministratie. Cor Dekker stierf in 1942 op 37-jarige leeftijd in het Duitse werkkamp Neuengamme aan ‘Fleckfieber’ (vlekkenkoorts = tyfus).

De vijf jaar die hij na zijn deelname aan de Spaanse burgeroorlog nog te leven had – waarvan slechts drie in vrijheid – ging het hem allesbehalve goed. Hij kon geen normaal werk vinden omdat zijn eigen vaderland hem zijn staatsburgerschap had afgenomen.

De bevolking wist trouwens niet goed wat van hem en andere avonturiers te denken. Hun eigen regering was niet bepaald geneigd om hen in een gunstig daglicht te stellen en de meeste kranten deden niet veel beter.

Cor Dekkers terugkeer bij zijn familie leidde desondanks toch tot een driedelig interview in de lokale Heldersche Courant op 26, 27 en 28 januari 1938. Cor zag – al dan niet geïnspireerd door de weerklank van zijn wedervaren in de krant – een mogelijkheid om wat te verdienen door zijn verhaal in twee brochures zelf uit te geven en ze van deur tot deur te ‘colporteren’. Dit waren tijden waarin zelfs de radio nog niet overal doorgebroken was. Hij kon met de verkoop van zijn boekjes een jaar lang een karig loon vergaren, tot die andere oorlog begon…

Van die twee boekjes ‘Uit de Spaanse hel ontvlucht’ en ‘Lotgevallen in Spanje’ is maar één exemplaar bewaard gebleven bij het Internationaal Instituut Sociale Geschiedenis in Amsterdam. Historicus Rik Vuurmans heeft veel opzoekingswerk gedaan over de Nederlandse deelname aan de Spaanse Burgeroorlog (zie de website Nederlandse vrijwilligers in de Spaanse Burgeroorlog). Hij bundelde Cor Dekkers verhalen in het boek ‘Uit de Spaanse hel ontvlucht’, een zeer verzorgde heruitgave.

Als inleiding geeft Rik Vuurmans een overzicht van het korte leven van Cor Dekker (1904-1942) en een historische toelichting over de Spaanse Burgeroorlog. Die is met 20 pagina’s uiteraard te beknopt voor een zo complex gegeven. De belangstellende neofiet vindt hier echter een zeer degelijke samenvatting om een belangrijk hiaat uit de schoolse geschiedenislessen recht te zetten.

De uitgever koos er voor de oude spelling van Cor Dekker aan te passen, zonder verder aan zijn taalgebruik te raken. Na de volledige tekst van zijn twee boekjes sluit deze herpublicatie af met het interview van Cor Dekker in de Heldersche Courant.

Of zeeman Cor Dekker voor zijn twee boekjes taalkundig advies kreeg (misschien van de journalist van de Heldersche Courant?) of niet, het maakt niet uit. Cor Dekker had iets te vertellen en weet de lezers ook vandaag nog te boeien.

Dit is geen ideologisch overladen, gelijkhebberig pleidooi voor een (toen toch) verloren zaak. Integendeel, dit is een authentieke getuigenis. Cor had over de fascistische vijand geen twijfels, maar wel over de fouten van de eigen kant, de verkeerde inschattingen, de interne politieke strijd, de tegenstrijdige bevelen, de ondoordachte tactische blunders… Hij schreef er bijna niets over maar het sluimert wel door.

Met deze afdruk van zijn Spaanse pas introduceerde Cor Dekker zijn verhaal bij zijn lezers. Foto uit het boek.

Wordt de Spaanse Burgeroorlog in Europa nauwelijks nog erkend, laat staan herdacht, dan blijkt hij in Spanje zelf nog steeds springlevend te zijn. De Spaanse Burgeroorlog is immers slechts formeel geëindigd in 1975, 45 jaar geleden, met het overlijden van dictator Franco.

De rechtse politieke partij Partido Popular is de erfgenaam van het overheidsapparaat van Franco en is sindsdien verveld tot een ordinaire, bijwijlen vulgaire en door corruptie verrotte, reactionaire partij.

De nieuwe extreem-rechtse partij VOX flirt openlijk met de erfenis van Franco. Ook in het leger heeft Franco in 2020 nog steeds heel wat aanhangers (zie Spaanse gepensioneerde generaal bereid “om 26 miljoen Spanjaarden te fusilleren”).

De huidige Spaanse regering van sociaal-democraten PSOE en de linkse partij Unidas Podemos wil alle massagraven van de slachtingen tijdens de Burgeroorlog terugvinden en inventariseren. Het graf van Franco werd in 2019 verwijderd van het nationale Kerkhof der Gevallenen. Extreem-rechts en heel wat PP-politici blijven Franco jaarlijks eren als de man die ‘vrede en welvaart’ bracht voor Spanje (met Spanje bedoelen zij uiteraard alleen de ‘goede’ Spanjaarden).

Uit de Spaanse Hel Onvlucht is een van de weinige overgebleven rechtstreekse bronnen van informatie over de deelname van Nederlanders aan de Spaanse Burgeroorlog, een onderbelicht maar essentieel onderdeel van onze gemeenschappelijke Europese geschiedenis.

De sociale strijd is van alle tijden. Wij leven op de verdiensten van duizenden anoniemen die ons zijn voorgegaan. Een van hen was Cor Dekker.

 

Cor Dekker. Uit de Spaanse Hel Ontvlucht! De ervaringen van een zeeman uit Den Helder bij de Internationale Brigade (ed. Rik Vuurmans). Panchaud, Amsterdam, 2020. 164 pp. ISBN 978n90n 8267 8 1

Over de Belgische deelname aan de Internationale Brigades:

80 jaar later erkenning Belgische en Nederlandse strijdsters Spaanse burgeroorlog

Vakbondsleider en Spanjestrijder Piet Akkerman herdacht

‘De Slag’ van Arturo Barea, “een van de beste boeken ooit in het Spaans geschreven”

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!