Elf van de Belgische vrouwen bij hun aankomst op de Plaza de Catalunya in Barcelona op 1 mei 1937. Staand van links naar rechts Rosa Leibovic, Paja ‘Frieda’ Buchhalter, Rachel Oulianetzky, Anna Korn, Feigla ‘Vera’ Luftig (partner van Piet Akkerman), Rachel Wacsman, Rachela Luftig, Leja ‘Lya’ Berger en Henia Hass. Zittend (van links naar rechts) Golda Luftig en Genia Gross. (privé-archief Rudi Van Doorslaer)
Boekrecensie -

80 jaar later erkenning Belgische en Nederlandse strijdsters Spaanse burgeroorlog

Met 'Las mamás belgas – De onbekende strijd van jonge vrouwen uit België en Nederland tegen Franco en Hitler' schreef Sven Tuytens een logisch vervolg op 'Piet Akkerman – Van Antwerps Vakbondsleider tot Spanjestrijder'. Zo eert hij de essentiële inzet van vrouwen tijdens het verzet tegen Franco en tegen Hitler, dat al te lang weggemoffeld bleef achter het mannelijke verzet.

vrijdag 13 oktober 2017 01:19
Spread the love

Dat mannen België verlieten om hun leven te riskeren voor hun idealen in een verre burgeroorlog in Spanje, waarvan de uitkomst zeer onzeker was, is bekend. Zij mogen nooit vergeten worden, zeker nu in tijden waarin de sociale welvaartsstaat – dat ideaal waarvoor zij toen hun leven op het spel zetten – dreigt vernietigd te worden.

Dat al die jaren erna de deelname van vrouwen aan die strijd werd genegeerd, verzwegen, weggemoffeld doet niets af aan de verdienste van Spanjestrijders als Piet Akkerman, maar is niet langer aanvaardbaar, tachtig jaar na hun even moedige inzet. Met Las mamás belgas – De onbekende strijd van jonge vrouwen uit België en Nederland tegen Franco en Hitler zet auteur Sven Tuytens de eerste stap om deze onheuse situatie recht te zetten1.

Een ‘vergeten’ periode?

Tuytens leeft en werkt sinds enkele jaren in Madrid. Tussen zijn dagelijkse werk door raakte hij geïntrigeerd door de manier waarop de Spaanse samenleving omgaat met de erfenis van de burgeroorlog van 1936 tot 1939. Fascistisch dictator Francisco Franco regeerde na de nederlaag van de verkozen regering met harde hand tot zijn dood in 1975. Na de terugkeer van de democratie is Spanje echter niet in het reine gekomen met dat verleden.

Het duurde tot de socialistische regering van José Zapatero (2004-2011) voor de slachtpartijen van de burgeroorlog openlijk bij naam werden genoemd. Zijn regering voorzag fondsen voor het opzoeken en opgraven van massagraven. De daarop volgende en nog steeds zetelende regering van Conservatief Mariano Rajoy draaide dat initiatief onmiddellijk terug, maar de geest was definitief uit de fles.

In zijn eerste toespraak als verkozen volksvertegenwoordiger bracht Podemos-voorzitter Pablo Iglesias in januari 2016 hulde aan de slachtoffers van de burgeroorlog, een tot dan ongezien initiatief. Niet zonder enig sarcasme weerlegde hij de kritiek van de Conservatieven tijdens de verkiezingscampagne dat Podemos zou staan voor dictatuur. “Uw partij (de Partido Popular -Volkspartij) is de erfgenaam van Franco, u bent niet goed geplaatst om het over dictatuur te hebben”.

Twee Spanjes, voor en tegen

Ook onder de Spaanse bevolking zijn de meningen nog steeds zeer verdeeld, tussen zij die de dictatuur volledig veroordelen en zij die Franco met vuur blijven verdedigen. Er zijn nog steeds standbeelden, pleinen en straten naar hem vernoemd. (België is wat dat betreft trouwens niet bepaald goed geplaatst om daarover kritiek te uiten, gezien de nog steeds talloze standbeelden en straten die naar massamoordenaar Leopold II worden vernoemd). Sven Tuytens ondervond meermaals wat die tweespalt betekent. Heel wat Spanjaarden weigerden categoriek om aan zijn onderzoek mee te werken en poogden soms om hem tegen te werken. Gelukkig waren er ook die andere Spanjaarden. Tijdens zijn onderzoek over het leven van de jonge Antwerpse vakbondsleider Piet Akkerman stootte hij op heel wat gegevens over de inzet van Belgische én Nederlandse vrouwen tijdens de Spaanse burgeroorlog.

De ziekenzaal, afdeling arm- en beenkwetsuren in het militair hospitaal van Onteniente (1937 of 1938). (Biblioteca Nacional, Madrid)

Piet Akkerman stierf in de gewapende strijd tijdens de Spaanse burgeroorlog. Het boek over hem beperkte zich tot die periode. Het boek Las mamás belgas gaat echter veel breder. De gemeenschappelijke taal van hun nieuwe vaderland bracht Vlaamse en Nederlandse vrouwen samen in Spanje. Velen van hen bleven politiek geëngageerd na hun vlucht uit Spanje in 1939 en gingen in het verzet tegen de Duitse bezetter. Een groot aantal van hen kwam om tijdens de oorlog, geëxecuteerd als verzetsstrijder (‘terrorist’ volgens de Duitse bezetter) of in de concentratiekampen, omwille van hun Joodse afkomst.

De meeste van deze vrouwen waren jonge Joodse vluchtelingen uit Oost-Europese landen die waren gevlucht voor het toenemend anti-semitisme. Ze kwamen voornamelijk uit Duitsland en Polen, maar ook uit andere Oost-Europese landen en uit Rusland. In België vonden zij aansluiting bij linkse bewegingen en vakbonden. Meer dan anderen zagen zij het gevaar van de fascistische staatsgreep van generaal Franco in Spanje in 1936 voor de rest van Europa. De geschiedenis heeft hen volledig gelijk gegeven.

‘Neutraliteit’ versus openlijke collaboratie

De makke, tweeslachtige, ‘neutrale’ houding van de andere Europese landen tegenover de omverwerping van de democratie in Spanje sterkte Hitler in zijn overtuiging dat hij kon doorgaan met zijn militaire plannen, één jaar na de nederlaag van de verkozen regering in Spanje. Tijdens drie jaar burgeroorlog had hij Franco actief gesteund met wapens en kon zijn luchtmacht ervaring opdoen in het bombarderen van steden, spoorlijnen en bruggen (Zie Op 26 april 1937 bombardeerde de Luftwaffe het stadje Guernica).

In de tuin van het hospitaal in Onteniente. Staand van links naar rechts: Paja ‘Frieda’ Buchhalter, Henia Hass, Gitla Gustawa Kinzclewska, Feigla ‘Vera’ Luftig, Adela Korn, onbekend, onbekend, onbekend. Zittend van links naar rechts Louiza ‘Lily’ Friedman, Maruska Mehrel, Genia Gross, Anna Korn en Sara ‘Lucy’ Blitzer.
(Privécollectie Thérèse Szerman, Vorst)

In de tuin van het hospitaal in Onteniente. Staand van links naar rechts: Paja ‘Frieda’ Buchhalter, Henia Hass, Gitla Gustawa Kinzclewska, Feigla ‘Vera’ Luftig, Adela Korn, onbekend, onbekend, onbekend. Zittend van links naar rechts Louiza ‘Lily’ Friedman, Maruska Mehrel, Genia Gross, Anna Korn en Sara ‘Lucy’ Blitzer. (Privécollectie Thérèse Szerman, Vorst)

Duitsland en Italië leverden 150.000 soldaten, wapens, vliegtuigen en piloten aan Franco. De meeste historici wijzen graag op de interne verdeeldheid van het republikeinse kamp als oorzaak van de nederlaag. Dat speelde zeker een rol, de actieve deelname van twee Europese fascistische regimes wordt echter maar al te vaak geminimaliseerd (onder meer omdat de toenmalige ‘neutrale’ houding van de rest van Europa niet bepaald iets is om fier op terug te kijken).

Analyse na de feiten is altijd gemakkelijk. Dat voordeel hadden de Belgische en Nederlandse mannen en vrouwen niet toen zij kozen voor hun principes. Zij wisten dus ook niet wat Stalin aan het uitrichten was in de Sovjet-Unie, noch konden zij vermoeden dat hij tweedracht zou zaaien tussen de strijdende partijen van de verkozen regering. Deze Joodse vrouwen wisten bovendien nog niet wat hen in het door Duitsland bezette België en Nederland te wachten stond.

Een aantal van hen koos overigens niet onmiddellijk voor een rol als verpleegster. Zij wilden in de gewapende strijd meevechten en deden dat ook, aanvankelijk. Uiteindelijk vond de republikeinse regering dat toch niet kunnen. Vooroordelen waren in de praktijk nog steeds hardnekkig, ook bij linkse organisaties die het tegendeel predikten. Op 1 januari 1937 besliste het republikeinse leger dat vrouwen achter het front thuishoorden. Een van de aangehaalde redenen was dat vrouwen geslachtsziekten verspreidden onder de soldaten …

Levenslang sociaal engagement

In zijn boek gaat Tuytens op zoek naar de levensloop van deze vrouwen. Waar kwamen zijn vandaan? Wat waren hun motieven? Hoe kwamen zij in Spanje terecht? Wat was hun concrete inzet? Het waren stuk voor stuk vrijgevochten vrouwen die ingingen tegen de nog steeds zeer machistische cultuur, ook bij de linkse strijders en bewegingen. Nogmaals, theorie en praktijk waren ook toen niet bepaald overlappende begrippen.

Typerend zijn de verhalen in het boek over hoe Belgische verpleegsters hun Spaanse collega’s verbaasden met hun vranke taal tegenover de Spaanse dokters, die ze niet zomaar eerden als feodale heren van stand, zoals hun Spaanse collega’s dat gewoon waren. Zelfs de meest overtuigde linkse dokters bleken immers nog steeds taaie vooroordelen te hebben tegenover hun vrouwelijke medewerkers.

Een aantal van deze Belgische en Nederlandse vrouwen leefde bovendien openlijk samen met partners waarmee ze niet gehuwd waren. Tuytens daarover in het boek: “Dat wijst op een sterke ontvoogding en op een cultureel gedragspatroon dat sterk afweek van wat op dat ogenblik gangbaar was in zowel burgerlijke als arbeidersmilieus.”

Het ‘Belgische’ hospitaal

Het boek concentreert zich op het Belgisch hospitaal in het dorpje Onteniente (Ontinyent in het Valenciaans), ongeveer vijftig kilometer ten zuiden van Valencia. Daar werd een klooster volledig heringericht als noodhospitaal. Tuytens legt uit hoe de vrouwen daar terechtkwamen, hoe hun leven daar was. Hij besteedt echter ook veel aandacht aan hun leven na de Spaanse burgeroorlog. Dat heeft tot gevolg dat het spectrum van dit boek veel breder is dan de voorganger over Piet Akkerman.

Wie dit boek leest blikt terug op zoveel meer dan de Spaanse burgeroorlog. Dit gaat over de makke houding van de Belgische en Nederlandse regering (vertrekken naar Spanje was illegaal en strafbaar), van andere Europese regeringen, van de openlijke collaboratie van Mussolini en Hitler met Franco en het tegelijk in stand gehouden ‘neutrale’ wapenembargo tegen Spanje, wat in de realiteit neerkwam op een eenzijdig embargo tegen de verkozen regering.

Dit gaat ook over het verzet in eigen land tijdens de Tweede Wereldoorlog, over het engagement van Oost-Europese Joodse migranten voor hun nieuwe vaderland België en hoe de Belgische autoriteiten die inzet minachtten en criminaliseerden.

Dit boek is een verdiend eerbetoon aan strijdbare vrouwen, die opkwamen voor gelijke rechten, voor sociale eerlijkheid in tijden dat dit allesbehalve evident was.

Velen van hen betaalden dat engagement met hun leven. Dit gaat over zij die levend wegraakten uit Spanje in 1939, daarna werden gevat als verzetsstrijdster (‘terroriste’) in strafkampen of als Joodse vrouw in de concentratiekampen werden omgebracht. Maar ook zij die ook dat allemaal overleefden en daarna nog steeds werden geconfronteerd met bikkelhard anti-semitisme, zij bleken niets te hebben opgegeven van hun idealen, niets te hebben ingeboet van hun strijdvaardigheid.

Levende getuigenissen

Het boek Las mamás belgas werd op 12 oktober zeer gepast gepresenteerd in een zaal van het gebouw Bond Moyson op de Vrijdagmarkt te Gent, genoemd naar Emiel Moyson (1838-1868), historisch boegbeeld van de socialistische arbeidersbeweging in België. Tijdens de presentatie getuigde mevrouw Thérèse Szerman (1947), dochter van Adela Korn en Alter Szerman, respectievelijk verpleegster in Onteniente en soldaat in de Republikeinse troepen. Zij vertelde een aantal herinneringen die haar ouders met haar deelden over hun verleden in de Spaande burgeroorlog en tijdens het verzet in België.

Op de boekvoorstelling werd ook de gelijknamige documentaire Las mamás belgas van Sven Tuytens getoond (zie de trailer onder dit artikel). Deze documentaire toont bijkomend beeldmateriaal over het boek. Tevens haalt Maria Rosario Llin Belda, de enige nog levende getuige van het Belgisch hospitaal in Onteniente, haar herinneringen op aan die periode. In 1937 was ze een 15-jarige leerling-verpleegster en werd ze door de Belgische verpleegsters beschermd en opgeleid.

Eerbetoon

Sven Tuytens noemde het boek tijdens de presentatie een verdiend eerbetoon. “Deze vrouwen werden al te lang vergeten. De prachtige foto op de Plaza Catalunya (zie boven dit artikel) zouden na de Tweede Wereldoorlog een ideaal uithangbord geweest zijn. Dat gebeurde niet. Deze vrouwen hadden immers alles tegen: ze waren vrouwen, ze waren Joods, ze waren communistisch. Wat zeker ook meespeelde was dat het daarenboven assertieve, goed opgeleide vrouwen waren, meertalig en stijlvol gekleed, geen arbeidersvrouwen in overalls en petten. Ook hun rol tijdens het verzet in België werd overgeslagen.”

In deze tijden, waarin sociaal verzet dagelijks in de media wordt weggezet als passé, nutteloos of contraproductief (voor wie?) is het lezen van dit boek een terechte vingerwijzing en een opsteker. Deze vrouwen waren sociaal actief en betrokken in tijden die zeer riskant waren voor het eigen leven. Vandaag kan niemand beweren dat angst voor levensbehoud een hinderpaal zou zijn om zich te engageren in de sociale strijd voor een rechtvaardige maatschappij.

In de week dat Las mamás belgas verschijnt, tachtig jaar nadat zij naar Spanje vertrokken, is het ook vijftig jaar geleden dat Che Guevara werd vermoord. De ‘mamás belgas y holandesas verdienen een ereplaats naast hun mannelijke medestrijders. Dit boek zet daartoe een eerste stap.

Sven Tuytens. Las mamás belgas – De onbekende strijd van jonge vrouwen uit België en Nederland tegen Franco en Hitler, Lannoo, Tielt, 2017 (277 pp. zonder voetnoten, index van namen en organisaties, bibliografie) ISBN 978 94 014 46051

1   ‘Mamá‘ met accent zet de klemtoon op de tweede lettergreep en betekent ‘moeder’ zoals ‘mama’ in het Nederlands, het Spaanse ‘mama’ zonder accent met klemtoon op de eerste lettergreep betekent ‘borst’.

Trailer van de documentaire Las mamás belgas: 

 

 

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!