Het is vandaag 31 december, dat betekent op elke nieuwssite of in elke krant een jaaroverzicht van 2021. Ook de overstromingen die Pepinster en bij uitbreiding Verviers en de hele vallei van de Vesder afgelopen zomer zwaar getroffen hebben, maken het tot in de terugblik van het VRT-Nieuws.
Die terugblik is allesbehalve positief: ‘De op één na duurste natuurramp wereldwijd in 2021’. Zo heten deze overstromingen die de door de mens veroorzaakte klimaatontwrichting dit jaar teweegbrachten in Duitsland, Frankrijk, Nederland en ook in ons land.
Twee dagen eerder, op woensdag 29 december 8u, is onze plaats van afspraak Hoboken voor de bereiding van soep voor Pepinster en Verviers. We spreken af aan de groepspraktijk van Geneeskunde voor het Volk, waar Ines elke woensdagvoormiddag de keuken reserveert. “Vandaag maken we 80 liter soep, die geraakt zéker elke week op.”
Aan een stevig tempo snijden we samen de groenten, zodat we op tijd kunnen vertrekken. “Preisoep met erwtjes, patatjes, selder, ajuin en wat roomkaas,” vertelt Ines, “vorige week was het pompoensoep.”
Ook Gert en Anita zijn erbij. Zij zijn Ines’ vaste waarden. Samen vormen ze sinds augustus een solidair soepteam. “Elke week gaat er wel iemand anders mee, maar Gert is er al voor de 10de keer bij om de soep te bereiden. Meestal gaan we met 3 mensen in de auto richting Verviers.”
Na ijverig de groenten te snijden, drinken we een koffietje terwijl het water op temperatuur komt. Wanneer we uiteindelijk de soep mixen, blijkt ze iets te dik te zijn.
Een van de vrijwilligers vraagt of ze daar in Verviers niet wat water bij de soep kunnen doen om ze een beetje te verdunnen. Daarop antwoordt Ines dat ze de voorbije weken heeft vastgesteld dat er “bij veel mensen nog altijd bruin water uit de kraan komt, door de kapotte leidingen.” Het wordt even stil.
Om 11.30 uur is de soep klaar. We zijn gepakt en gezakt en vertrekken. Ines kent de weg naar de getroffen gebieden al klakkeloos vanbuiten. “Ik rijd op automatische piloot”, zegt ze. Daar komen natuurlijk verhalen bij kijken, wanneer we verschillende voor haar gekende plekken passeren.
Zo vertelt ze op 20 km van onze eindbestemming, dat “hier naast de autostrade een tijdlang met vrachtwagens puin werd gedropt door enkele bedrijven. Zij gingen dat ophalen in Verviers en laadden dat aan de kant van de weg uit, om het afval te sorteren. Dat stonk lange tijd uren in de wind, er lag van alles tussen: dode kadavers van koeien, huisdieren, … en natuurlijk ook gesloten diepvriezen met rot eten.”
Ines werkt voltijds bij het ACV, maar heeft maandelijks nog een aantal verlofdagen over. “Die gebruik ik nu om elke week soep te maken en met 2 volle, grote potten naar Verviers te gaan.”
Toen ze deze zomer in Frankrijk was met haar man hoorden ze plots over de ramp en de schade die ons land getroffen had. Haar man wilde meteen gaan helpen. En dat deden ze dan ook toen ze terug thuis waren.
Eens terug in het land, gingen ze mee met opruimploegen, braken muren uit, schepten kelders vol water leeg in Esneux, Chenée, Pepinster, Ensival en andere getroffen wijken.
Zo ontmoette Ines een alleenstaande vrouw en een 93 jaar oude man die in zijn kelder een collectie met documentatie van de Tweede Wereldoorlog had verzameld, die nu volledig verwoest was door de wateroverlast. Hij wilde zijn huis niet verlaten, maar is uiteindelijk toch vertrokken, met pijn in het hart.
Nadien kreeg Ines de vraag om met soeprondes te beginnen. Dat doet ze sindsdien steevast elke week zonder excuus, met veel ambiance. “De mensen aan wie ik soep breng zijn als familie”, zegt ze, en dat merkte ook ik toen we aan onze ronde begonnen.
We komen toe in de Rue du Brou, een winkelstraat in Verviers, waar we binnengaan in het kantoor van de PVDA. Ines vertelt me dat in deze straat al veel kleine winkeltjes de deuren moesten sluiten. “In tegenstelling tot de ketens natuurlijk, die konden snel de boel weer opknappen.” Een aantal groepen vrijwilligers staan klaar met zelfgemaakte soep en petroleumvuurtjes. “Veel inwoners hebben nog geen gastoevoer.” De PVDA heeft zelf een groot aantal industriële droogtoestellen aangekocht en in huizen geplaatst.
Deze toestellen stellen ze gratis ter beschikking maar de energierekening volgt uiteindelijk nog. Dit is immers de veiligste manier om je huis droog te krijgen, veiliger dan zelfgemaakte vuurtjes met terracotta-potten. Mensen in nood proberen echter alles om het vocht uit hun muren te krijgen”, vertelt Ines.
Even later werden de soeproutes verdeeld en we vertrekken.
Onze route omvat een stop in de wijk Mousset (Pepinster) en de wijken Ensival en Pré-Javais (Verviers). Viviane coördineert de vrijwilligerswerking. Zij vertelt ons dat in elke wijk een tent van het Rode Kruis (La Croix Rouge) staat. Daar worden dagelijks warme maaltijden geleverd. Veel omwonenden komen er zelf naar toe.
“Veel mensen kunnen echter niet tot daar komen en moeten rekenen op vrijwilligers die bij de Croix Rouge de maaltijden ophalen en bij hen thuis afleveren”, zegt Viviane. Burgemeester Muriel Targnion (PS) van Verviers wil ook niet meer dat we verder gaan met deze voedselrondes, maar dat gaat over puur politieke redenen, omdat de PVDA de enige partij is die dit doet.
“C’est une guerre politique”, stelt Viviane vast. “Zo wordt al geregeld gezegd dat de inwoners als volwassen mensen zelf weer moeten leren opbouwen,” gaat Ines verder, “maar ze moeten toch eerst basishulp krijgen voordat ze verder kunnen?”
We beginnen aan onze ronde en maken tussendoor enkele stops voor foto’s. Aan veel huizen zie je een zwarte streep, die aangeeft hoe hoog het water heeft gestaan. Die reikt in verschillende straten hoger dan de bovenkant van het raam op het eerste verdiep.
Tevens hangt er nog steeds veel puin aan bomen, hekken en poorten, allemaal afval dat door het water werd meegesleurd. Van de huizen waar politielinten hangen, weet je dat ze onbewoonbaar zijn verklaard.
Verschillende huizen hebben geen ramen of deuren meer, of een houten plank sluit het deurgat. In Antwerpen waar ik zelf woon kan je elke vijf meter stoppen voor foto’s van kerstversiering, hier trek je om de zoveel stappen een foto van vernielde wegen, losliggende stenen, kapotte ramen en deuren … kortom: puin.
Onze eerste stop is Mousset Pepinster, waar we meteen een caravan zien staan. “Deze vrouw had met haar gezin een huis gekocht, dat volledig werd verwoest door de overstromingen. Ze is dan met haar gezin in een caravan gaan wonen, tijdelijk.”
Als we ergens stoppen, claxonneert Ines een aantal keer. Ze gaat daarna deur aan deur vragen of de mensen geïnteresseerd zijn in een portie soep.
Iets verder ontmoeten we een 71-jarige man en een jonge vrouw met een kind. Ze wonen in elkaars straat, komen allebei naar buiten en slaan een praatje met ons. De vrouw vertelt dat haar keuken op de gelijkvloers volledig buiten gebruik was na de ramp.
“Ik heb voor de feestdagen dan maar een keuken in onze badkamer gefabriceerd om toch te kunnen koken en familie te ontvangen.” Ze is blij met de soep en zegt “dat ze haar soms vergeten omdat ze wat verder in een doodlopende straat woont (lacht), de soep komt nog altijd goed van pas.”
“Alles was vernield. En dan moest ik nog urenlange discussies voeren met de verzekeringsmaatschappij, die niet voor alle schade wil tussenkomen, dat snap ik echt niet.”
Ik vraag aan de man hoe het met hem gaat. Hij heeft een kookpan bij en vertelt dat hij blij is dat er in zijn familie geen doden zijn gevallen. “Ik ben 71 jaar, ik ben nog springlevend, kan nog werken. Ik ben technieker en daar is nu zo’n grote nood aan, voor de wederopbouw van de huizen, dus probeer ik overal wat te gaan helpen”.
“Mijn zoon woont naast me. Het is allemaal heel spijtig wat er gebeurd is, zeker omdat er aan mijn huis nog veel werk is. De zwarte lijn hier – trek maar een foto – toont aan hoe hoog het water stond. Alles was vernield. En dan moest ik nog urenlange discussies voeren met de verzekeringsmaatschappij, die niet voor alle schade wil tussenkomen, dat snap ik echt niet.”
“Maar we trekken onze plan”, concludeert hij terwijl hij ons heel hartelijk voor de soep bedankt. “Dankjewel om helemaal van Antwerpen naar hier te komen.” Hij heeft het over ‘le rechauffement climatique’. “We zouden allemaal beter daarmee bezig zijn, want dit zal niet de enige ramp blijven, zodat onze aarde leefbaar blijft voor onze kinderen en kleinkinderen.”
Het is vandaag een grauwe dag, het regent. In het begin kwamen weinig mensen voor de soep naar buiten, even dachten we dat die niet zou opraken. Maar dat keerde. Veel inwoners kennen Ines, ze doen er een praatje mee en vertrouwen haar. Het is duidelijk dat ze door die soeprondes veel nieuwe vrienden gemaakt heeft.
Een ongelooflijke warmte, zo voelt dat aan, mensen die elkaar helpen en naar elkaar luisteren, over de nasleep, maar ook over de feestdagen, hun dagelijkse leven. Een man komt naar buiten en is blij Ines te zien. “Alles oké met mij,” zegt hij, “alleen is mijn nieuwe verwarming kapot, door het vocht dat via de muren naar boven stijgt.” Iets later komt een hele familie af, zij vragen minstens 10 tassen soep.
“Er wordt heel hard gewerkt aan de wederopbouw van de huizen in Pepinster”, vertelt Ines, “maar momenteel is het hier zo grauw, kil en nat dat het niet echt aanmoedigend is om eraan te beginnen. Een mens wil toch de eindejaarsperiode hoopvol invullen en doorbrengen met zijn gezin.”
“De mensen wachten op verzekeraars om te schatten welke bedragen ze terugbetaald krijgen, voor bijvoorbeeld een nieuwe keuken. Bij velen zijn die nog altijd niet langs gekomen. Ze beginnen dan maar zelf aan het afbreken van de muren, hun vloeren, herbepleisteren …”
Onze eindstop is de Place Saint-Remacle in Verviers. Daar scheppen we de laatste kommen soep uit, waarna we huiswaarts keren. “Het is nu ongeveer 17u,” zegt Ines, “dat is heel vroeg, één keer was ik pas om 23u thuis.”
Volgende week gaat Ines voor de 20ste keer op rij naar Verviers, weer een dag vol babbeltjes, casserollekes gevuld met soep, dankbaarheid en vriendschap.
Zelf ga ik met een dubbel gevoel naar huis. Enerzijds wil ik niet de ramptoerist uithangen, anderzijds besefte ik dat ik de gevolgen van deze ramp vòòr mijn bezoek aan Verviers totaal onderschat heb.
Hier heb ik de gevolgen van onze destructieve omgang met de planeet recht in de ogen gekeken en dat was angstaanjagend, vooral omdat het zo dichtbij is. Deze mensen blijven na meer dan 5 maanden nog steeds, zonder veel besef van de politieke leiders, zonder tegemoetkomingen, zelfredzaam met opgeheven hoofd verder werken.