Maandag 8 november 2021
People’s Summit
Na een rustige toeristisch-getinte dag in de straten van Edinburgh, gevolgd door een minder rustige nacht in de cafés en clubs van Edinburgh, waren we min of meer klaar om vandaag enkele conferenties van de People’s Summit bij te wonen.
De People’s Summit is een alternatieve klimaattop naast de COP26 waar activisten van de hele wereld samenkomen om ideeën uit te wisselen, bij te leren en te bedenken hoe we echt een systeemverandering kunnen bekomen.
Heel relevant, want de officiële klimaatconferentie krioelt zoals elk jaar van de lobbyisten. Vandaag nog kwam uit dat maar liefst 503 mensen gelinkt aan de fossiele brandstofindustrie deelnemen aan de COP. De lobbyisten van Total, Shell en andere grote oliebedrijven zijn met meer aanwezig dan de acht landen die het hardst getroffen werden door klimaatverandering de laatste decennia samen.
Als je dat hoort, begrijp je meteen waarom er jaar na jaar niets verandert en waarom het dan ook noodzakelijk is om de druk van onderuit op te voeren. Daarom des te belangrijker om vandaag aanwezig te zijn op de alternatieve klimaattop, waar wel de mensen zitten die effectief het klimaat willen redden.
Landbouw in collectief beheer
In een gezellig kerkje kwamen we vandaag rond 11u bijeen. Ik heb bijgeleerd dat een hoop activisten samenbrengen in een kerk resulteert in een goede sfeer.
We waren te vroeg voor de conferentie waar we naartoe wouden gaan, waardoor we nog een stukje hebben kunnen meepikken van het panel ervoor. Twee Puerto Ricaanse landbouwers vertelden dat ze tientallen jaren geleden nog 70 procent van hun landbouw zelf konden voorzien, maar door het VS-imperialisme is dat nu nog maar een verwaarloosbaar deel.
De grond die ze bezitten, beheren ze op een collectieve manier zodat iedereen zeggenschap heeft, zo proberen ze tegen de VS in te gaan.
Vakbondsmensen op de bres voor het klimaat
Waar we eigenlijk voor kwamen, was het panel van vakbondsmensen met verhalen uit de frontlinie. Een Schotse vakbondsman van United Scotland vertelde over de strijd voor windenergie. De Schotse regering wou het windmolenpark waar hij actief is sluiten. De arbeiders hebben zich hiertegen verzet door toch te blijven produceren.
Conclusie: er moeten meer investeringen komen in windenergie en de arbeiders moeten de energietransitie leiden. “Vakbonden moeten groener worden, maar de klimaatbeweging moet roder worden.”
Die conclusie maakten alle sprekers op het panel. Nella Pineda van de New York State Nurses Association kwam met een pakkend discours over de rol van verpleegkundigen in onze maatschappij. Niet alleen de frontlinie bij de coronacrisis, maar ook bij de klimaatcrisis, want de klimaatcrisis is ook een gezondheidscrisis.
De Argentine Workers’ Central Union werd vertegenwoordigd door Rodolfo Kempf, die een vurig betoog hield voor de democratisering van de energiesector: er moet gelijke toegang zijn, het moet planmatig georganiseerd zijn, de energiebedrijven moeten publiek beheerd worden, werknemers zijn essentieel in plaats van de praat over entrepreneurship en het nut moet voorop staan op de winst.
De Mexicaanse Silvia Ramos Luna van de Unión Nacional de Técnicos y Profesionistas Petroleros trad hem hierin bij. Volgens haar is het probleem dat energie in deze maatschappij een waar is om te verkopen om winst te maken, in plaats van een publiek goed. “Het zijn de arbeiders die de welvaart creëren, die het verleden hebben gebouwd en de toekomst zullen bouwen.”
Als laatste kwam Ozzi Warwick van de oliewerknemers van Trinidad & Tobago aan bod. Hij waarschuwde voor ‘groen kolonialisme’. In Trinidad & Tobago waren plannen om de energiesector te vergroenen op een democratische wijze; door de sector te nationaliseren en zo ecologisch te produceren zonder dat er winst mee gemoeid is.
Tot de westerse multinational Shell daar een stokje voor stak en de plannen dwarsboomde, om zo de ecologische transitie te kapen. Met de kanttekening dat Shell nog steeds het meeste winst haalt uit fossiele brandstoffen, dus dat zij niet begaan zijn met het klimaat maar enkel geld ruiken.
Groene subsidies in de zakken van aandeelhouders
In de namiddag volgden we een conferentie over hoe de arbeiders zich op de werkplaats inzetten voor de klimaattransitie. Wat ik daar vooral uit meeneem, is hoe absurd het is dat de regering subsidies geeft aan grote bedrijven om op een groenere manier te produceren, maar hoe ze vervolgens helemaal niet opvolgen wat er met die subsidies gedaan wordt.
In de praktijk innen die bedrijven dus gewoon miljoenen euro’s van de overheid en verdwijnt dat geld gewoon in de zakken van de aandeelhouders. Ongelooflijk als je dat bijvoorbeeld vergelijkt met de cultuursector. Van de weinige subsidies die ze daar krijgen, moeten ze elke euro nauwgezet ingeven in documenten.
Een ongelooflijk leerrijke dag, en wat fijn om te zien hoe mensen over heel de wereld de strijd voeren voor een sociaalrechtvaardige klimaattransitie. Fysiek uitgeput, maar mentaal helemaal opgeladen. Vandaag zal ik eindigen met de gevleugelde woorden van onze buschauffeur Patrick: “bosbrand op zee, maar geen water om te blussen”.
Anna Milojkowic vanuit Glasgow, 8 november 2021