Yanis Varoufakis. Foto: screenshot YouTube Lannan Institute/Haymarket Books
Opinie - Yanis Varoufakis,

Yanis Varoufakis: “Na de pandemie en de crash van 2008 komt het gewone kapitalisme niet terug. Wat komt in de plaats?”

Yanis Varoufakis stelt iets zeer merkwaardigs vast, waar de media nauwelijks aandacht aan besteden. “Het financieel kapitalisme heeft zich volledig losgekoppeld van de reële economie.” Britse media noteerden in augustus 2020 de grootste Britse economische krimp ooit, 22 procent over de eerste 7 maanden van 2020. Diezelfde dag, met de VS-economie in diepe recessie, steeg de Wall Street S&P500 tot recordhoogte en de London FTSE100 steeg met 2 procent.

donderdag 26 november 2020 13:00
Spread the love

 

Kort nadat Britse media bekendmaakten dat Groot-Brittannië zijn grootste economische krimp ooit meemaakte – 22 procent in 7 maanden – sprak Jacobin-journalist en auteur Daniel Denvir met Grieks econoom en voormalig minister van Financiën Yanis Varoufakis. Varoufakis vatte hun gesprek samen in onderstaande tekst (voor het volledig gesprek, zie de YouTube onder dit artikel).

Enkele dagen geleden (op 11 augustus 2020) gebeurde er iets buitengewoons, iets dat nog nooit gebeurd is in de geschiedenis van het kapitalisme. In Groot-Brittanië werd bekend gemaakt dat de economie zijn grootste krimp ooit meemaakte, meer dan 22 procent omlaag in de eerste 7 maanden van 2020.

Tegelijk steeg de FTSE100-index1 van de London Stock Exchange (de aandelenmarkt) met 2 procent. Dezelfde dag, in een Amerika dat stil is gevallen, en waar niet alleen de economie in de put zit, maar zelfs het hele land begon te lijken op een staat in verval, steeg in Wall Street de S&P500-index2 tot een hoogtepunt.

Ik kon me niet inhouden en tweette daarom het volgende:

Financieel kapitalisme is losgekoppeld van de kapitalistische economie, verlaat de dampkring van de aarde en laat gebroken levens en dromen achter. Terwijl Groot-Brittannië in zijn grootste recessie ooit wegzinkt en de VS op instorten staan, gaat de FTSE100 2 procent omhoog en breekt de S&P500 index alle records!

Vóór 2008 gedroegen de geldmarkten zich ook al niet zo menslievend. Massale ontslagen bij een bedrijf werden meestal gevolgd door een stijging van het aandeel van de firma “die haar werknemers liet gaan” – alsof ze bezorgd waren over hun bevrijding …

Maar er zat toen toch nog een zekere logica achter het verband tussen ontslagen en aandelenprijzen. Dat verband was de verwachting dat de winsten zouden toenemen. Juister gezegd, men verwachtte dat een kleinere loonkost misschien wat minder omzet zou geven door het personeelsverlies, maar ook hogere winsten en dus ook meer dividend.

Het (zelfbevestigende) geloof dat er ‘daar buiten’ toch genoeg speculanten waren die geloofden dat ‘daar buiten’ toch genoeg speculanten waren die identiek hetzelfde geloofden volstond om de aandelenprijzen van die bedrijven de hoogte in te jagen. Zo ging het vroeger, vóór 2008. Vandaag is het verband tussen winstverwachting en aandelenprijzen verdwenen. De aandelenmarkt komt nu in een nieuwe, ontmenselijkte fase van postkapitalisme. Dat is niet zo vreemd als het klinkt.

Niemand met gezond verstand kan tijdens deze pandemie geloven dat er nog steeds speculanten zijn die écht geloven dat er meer dan voldoende speculanten zouden zijn die hetzelfde geloven als zijzelf, namelijk dat de bedrijven in de VS of Groot-Brittannië binnenkort weer als altijd winst gaan maken. En toch kopen ze volop aandelen. Het pandemie-effect op onze wereld post-2008 heeft onvoorstelbare krachten losgemaakt.

In de wereld vandaag zou het een fout zijn om nog een verband te vinden tussen de echte wereld (die met lonen, winsten, omzet en verkoop) en de geldmarkten. Er is nu geen verband meer nodig tussen het “nieuws” (bijvoorbeeld het bericht dat een grote multinational weer tienduizenden heeft ontslagen) en de stijging van aandelen. Nee, de situatie is nu veel, veel erger!

In de wereld na 2008 geven speculanten geen zier meer om de economie. Zij kunnen net als u en ik zien dat COVID-19 het kapitalisme heeft stilgelegd, dat het bedrijfswinsten aantast en tegelijk levens- en leefomstandigheden verwoest. Zij kunnen zien dat een nieuwe tsunami op komst is van armoede en verminderende vraag, dat (de pandemie) de reeds bestaande klasse- en rasverdeeldheid in elk land en elke stad aantoont, omdat sommigen onder ons wel genoeg geprivilegieerd zijn om de afstandsregels te kunnen toepassen, terwijl een leger anderen het risico op besmetting lopen omdat ze voor een hongerloon moeten werken om in onze behoeften te voorzien.

Neen, wat we nu meemaken is niet het typisch negeren van menselijke behoeften en de standaardneiging van het kapitalisme om enkel te kijken naar winst-maximalisatie of, zoals wij linksen zeggen, groei van het kapitaal. Neen, het kapitalisme komt nu in een nieuwe en vreemde fase: socialisme voor een kleine groep (een oligarchie die door centrale banken en regeringen in de watten worden gelegd) en voor bijna alle anderen harde inleveringen en wrede competitie in een feodale industriële en technologische leefomgeving.

Wat in die week (van 11 augustus 2020) in Wall Street en de City of London3 gebeurde was een ommekeer: het historisch moment waarvan we later gaan zeggen: in de zomer van 2020 scheidde het financieel kapitalisme zich af van de echte mensen, met inbegrip van de ouderwetse kapitalisten die zich nog bezig houden met het produceren van goederen en diensten.

Maar laten we bij het begin beginnen. Hoe begon dit allemaal? Vóór het kapitalisme ontstond schuld enkel aan het einde van de economische cyclus. Het was een gevolg van productie-overschotten. In het feodaal systeem

  • was er eerst productie door boeren die gewassen planten en oogsten;
  • daarna werd de oogst verdeeld en de schout nam een deel voor de landeigenaar; een deel daarvan werd in geld omgezet bij het verkopen op de markt;
  • schuld ontstond pas op het laatst, wanneer de landeigenaar geld uitleende aan schuldenaren, o.a. de koning.

In het kapitalisme gebeurde dit in omgekeerde volgorde. Omdat zowel arbeid als land in geld werd gemeten, was schuld (in de vorm van leningen, nvdr.) nodig nog voor de productie kon beginnen. Kapitalisten zonder landeigendom moesten gaan lenen om arbeid, land en machines te verkrijgen. Pas dan kon de productie beginnen en kon er winst worden gemaakt, die door de kapitalisten werd opgeëist. Het vroege kapitalisme werd dus aangedreven door schuld. Daarna was echter een tweede industriële revolutie nodig om de wereld aan het kapitalisme aan te passen.

De ontdekking van het elektromagnetisme, nadat James Clerk Maxwell4 zijn beroemde vergelijkingen opstelde, was de start van de eerste netwerkbedrijven. Edison bijvoorbeeld fabriceerde alles, vanaf de stroom geproduceerd in de elektriciteitscentrale, de verdeling over het transportnet tot de lampen in elk huis.

De enorme startfondsen nodig voor deze megabedrijven waren groter dan wat de kleine banken van die tijd konden leveren. Dus ontstonden er door fusies en overnames megabanken. Tegelijk ontstond er de mogelijkheid om geld te drukken uit het niets. Het samensmelten van megafirma’s en grootbanken leidde tot een nieuwe Technostructuur5, die markten, democratieën en media overspoelden. Het gevolg was de woelige jaren 1920 met uiteindelijk de beurscrash van 1928.

2008, het 1929 van onze generatie

Tussen 1933 en 1971 werd het wereldkapitalisme centraal geregeld en gepland volgens verschillende varianten van de New Deal6, waar ook de oorlogseconomie en het systeem van Bretton Woods7 bij hoorde. Toen er in augustus 1970 echter een einde kwam aan Bretton Woods8, kregen we terug een kapitalisme zoals voorheen in de jaren 1920: onder de dekmantel van het neoliberalisme (wat noch nieuw noch liberaal is) nam de Technostructuur het terug over van de regeringen. Het gevolg was de crash van 2008, het 1929 van onze generatie.

Na deze crash in 2008 is het kapitalisme drastisch van aard veranderd. In een poging om het financieel systeem weer recht te trekken pompten de centrale banken een stroom goedkoop geld in de financiële sector. Tegelijk werd er zwaar bespaard zodat lagere en middenklasse minder geld konden besteden. Omdat de consumenten minder te besteden hadden, konden bedrijven en banken niet profiteren door een verminderde vraag naar goederen en diensten, en bleven ze aangewezen op de steun van de centrale banken.

Telkens de Federal Reserve (FED- de Amerikaanse centrale overheidsbank), de Europese Centrale Bank (ECB) of de Bank of England meer geld uitleenden aan commerciële banken, in de hoop dat dit zou leiden tot meer leningen aan bedrijven – en dus meer jobs en meer productie –, kwamen we dichter bij de vreemde wereld waarin we nu leven.

Hoe? Laat ons een voorbeeld van kettingreactie bekijken: de ECB leent nieuw geld aan de Deutsche Bank (dit is niet de Duitse overheidsbank Deutsche Bundesbank, nvdr.). Die bank kan hier alleen winst uit halen als ze er op zijn beurt een lener voor vindt. Omdat een bankier vasthoudt aan het mantra “leen geen geld aan iemand die het nodig heeft” leent Deutsche Bank dit geld zeker niet uit aan de “kleine man”, die het moeilijk heeft en misschien niet kan terugbetalen. Ze lenen dat gekregen geld liever uit aan, laten we zeggen, Volkswagen. Maar Volkswagen kijkt op zijn beurt ook naar die kleine man die het moeilijk heeft, en denkt: “Die gaan geen nieuwe degelijke elektrische auto kunnen kopen”. En dus stelt Volkswagen investeringen in nieuwe technologie en nieuwe kwaliteitsjobs uit.

Maar, diezelfde beleidsbeslissers bij Volkswagen willen ook niet zomaar al deze spotgoedkope leningen van de ECB missen, dus ze nemen ze toch aan. Wat doen ze met dat vers gedrukt geld? Ze gebruiken het om aandelen van het eigen bedrijf in te kopen.

Hoe meer ze er inkopen, hoe hoger de prijs van die aandelen wordt. En omdat de kaderleden bij Volkswagen bonussen krijgen op hun salaris, en die bonus afhankelijk is van de prijs van het Volkswagen-aandeel, profiteren ze persoonlijk van hun beslissing. En zo gaat de vuurkracht van de ECB verloren voor de gemeenschap en voor de industrie.

Door dit proces, van 2008 tot nu, om de banksector weer vlot te trekken, zijn bedrijven nu bijna zombies geworden. En net nu slaat COVID-19 toe! Zowel productie als consumptie zijn verminderd en regeringen moeten nu zorgen voor de inkomens omdat het echte kapitalisme dat niet meer kan. Het loskoppelen van de financiële markten van de echte economie is zonder twijfel een teken dat er iets nieuws begonnen is (dat we postkapitalisme zullen noemen).

Ik verschil hierover van mening met andere linksen. Ik denk dat we niet kunnen weten of dit postkapitalisme beter gaat zijn (dan het bestaande). Wat er nu gebeurt voorspelt immers niet veel goeds. Wat we nu op korte termijn nodig hebben, is een internationaal nieuw en groen plan, dat de privé- en openbare schulden in orde brengt. Dit plan kan deze massa liquiditeiten9 (zoals fondsen die de markten omhoog stuwen) inzetten voor de publieke sector (bijvoorbeeld door te investeren in groene energie).

Het probleem waar we nu voor staan is niet alleen dat onze oligarchische regimes zich met hand en tand zullen verzetten tegen een dergelijk programma. Een probleem is ook dat een Internationaal Green New Deal wel heel nodig is, maar onvoldoende om een waardige toekomst voor de mensheid na te streven. Kunnen wij ons inbeelden wat wel voldoende kan zijn? Mijn controversieel idee is dat we privébanken hun bestaansreden moeten afnemen en in één klap twee markten stopzetten: de arbeidsmarkt én de aandelenmarkt. Alleen zo krijgen we een postkapitalisme dat tegelijk waarachtig en menselijk is.

Ik weet dat het zeer moeilijk is om ons een technologiosch geavanceerde beschaving voor te stellen zonder arbeidsmarkt10 en aandelenmarkt. Ik heb daar het boek Another Now11 over geschreven, waarin ik uitleg waarom het nodig is te stoppen met deze markten, en ook met de commerciële banken waar we nu zo gewoon aan zijn. Pas dan zullen we in een postkapitalistische maatschappij leven met goed functionerende markten, echte democratie en persoonlijke vrijheid.

 

Something remarkable happened this August: how the pandemic sped up the passage to postcapitalism van Yanis Varoufakis werd vertaald door Jan Rombouts.

Gesprek van Daniel Denvir met Yanis Varoufakis (1:177, Engels, Engelse ondertitels) (voetnoten van het artikel staan onder de YouTube):

Notes:

1   De Financial Times Stock Exchange Index (FTSE100) meet de beurswaarde (marktwaarde, handelsvolume, liquiditeit en aandelen) van de 100 grootste Britse bedrijven (de bedrijven die onder Britse wetgeving vallen), als een soort barometer van de gezondheid van de financiële markten (nvdr.).

2   De Standard & Poor 500 Index (S&P500) doet hetzelfde (als de FTSE100) voor de 500 grootste bedrijven in de VS (nvdr.).

3   In tegenstelling tot zijn naam wordt met de City of London niet de stad Londen bedoeld maar een klein district (county) in het centrum van de stad waar alle grote financiële bedrijven hun hoofdzetel hebben. Het is het kleinste van de 33 districten van Londen. Ondanks dat het tevens het kleinste district is in heel Groot-Brittannië met officieel slechts 9000 inwoners, hebben meer dan 500.000 personen er hun officieel werkadres. Het district heeft een speciale zeer voordelige fiscale status en een eigen politiebevoegdheid voor zijn territorium (nvdr.).

4   Schots wetenschapper James Clerk Maxwell (1831-1879) was de eerste om een theorie van elektromagnetische fysica te formuleren, waarmee hij elektriciteit, licht en magnetisme als drie uitingen van hetzelfde fenomeen vaststelde. Deze ontdekking leidde tot het ontdekken van en later technologisch gebruik van radiogolven door de lucht, stroom door metalen en magnetische aantrekkingskracht, eveneens door metalen (nvdr.).

5   Dit verwijst niet naar een bestaande instelling. Wat ermee wordt bedoeld is het geheel van financiële instellingen, grote bedrijven, beurzen die samen de reële macht uitoefenen over de geld economie. Het is een term zoals het ‘militair-industrieel complex’ (nvdr.).

6   De New Deal (1933-1939) van president Franklin Roosevelt was een enorm programma van overheidsinvesteringen en subsidies aan bepaalde bedrijven om de VS uit de Grote Depressie te trekken. Dat programma omvatte tevens een grondige hervorming van het bankensysteem, met een strikte scheiding tussen investeringsbanken (voor de grote bedrijven en rijke burgers) en spaarbanken (voor de gewone burgers). Die scheiding werd in 1999 tenietgedaan door president Bill Clinton, wat vervolgens een van de voornaamste oorzaken werd van de crash van een aantal grote VS-banken in 2008 (nvdr.).

7   In 1944 sloten 44 landen in een congrescentrum in het stadje Bretton Woods een financieel akkoord dat hun centrale banken verplichtte een vaste overeengekomen wisselkoers te hanteren tussen hun munten. Tevens werden het Internationaal Muntfonds (IMF) en de Wereldbank opgericht. Het IMF kreeg als taak op te treden bij acute financiële crisissen. De Wereldbank zou vooral dienen als stabiele investeringsbank voor de onderontwikkelde landen (nvdr.).

8   Officieel werden de akkoorden voor vaste wisselkoersen nooit afgeschaft. President Nixon noemde het een tijdelijke maatregel, die daarna echter nooit meer werd teruggedraaid (nvdr.).

9   De liquiditeit van een bedrijf of een overheid is de concrete hoeveelheid geld die ze op een gegeven ogenblik in voorraad heeft. Een bedrijf met 100.000 euro op de rekening, een uitstaande schuld van 50.000 euro en een nog te innen bedrag van 60.000 euro bij een ander bedrijf heeft een vermogen van 110.000 euro, maar heeft slechts 100.000 euro liquide geld ter beschikking. Het is wat je in lekentermen ‘baar geld’ noemt (nvdr.).

10   De arbeidsmarkt is de wisselwerking tussen werknemers en werkgevers, in theorie een spel van vraag en aanbod. In de reële praktijk hebben werknemers en werkgevers niet dezelfde macht en/of invloed en zijn de sociale arbeidsvoorwaarden de eerste zaken die door de bedrijven worden aangevallen. Een afschaffing van de arbeidsmarkt betekent concreet dat niet langer de werkgevers eenzijdig lonen en werkvoorwaarden moge opleggen (nvdr.).

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!