Christophe is werkzoekend en hopt al maanden van de ene tijdelijke job naar de andere. “Van arbeider in een fabriek tot bediende in een winkel. Dat is geen leuk werk, maar ik doe het om af en toe toch iets te kunnen verdienen. Ik ben altijd graag creatief bezig geweest en ik zou het liefst in de artistieke sector werken. Maar het is heel moeilijk om daarin een baan te vinden, laat staan een vast contract.”
Met enkel sporadisch wat interimwerk durft Christophe de stap niet te zetten om alleen te gaan wonen. “Ik heb geen financiële zekerheid en ik wil niet het risico lopen om in de schulden te geraken. Ik ben mijn ouders erg dankbaar dat ik thuis mag blijven wonen. Tegelijk besef ik dat ik hier niet nog jaren kan blijven. Ik vermoed dat mijn ouders het tijd vinden dat ik een vast contract aanvaard, maar ik blijf dromen van een creatieve job.”
“Niet eenzaam”
Laurens is student Toegepaste Informatica aan de Karel de Grote Hogeschool. Na drie jaar op internaat gezeten te hebben tijdens zijn middelbare schoolopleiding, woont hij sinds de start van zijn hogere studies opnieuw thuis. “Tijdens mijn studies thuis kunnen wonen, helpt mij enorm. En niet alleen omdat ik nog geen geld verdien. Wanneer ik examens heb, moet ik me geen zorgen maken over koken of boodschappen doen. Ik kan me volledig richten op het studeren en daar win ik heel veel tijd mee. Mijn vader is bovendien informaticus, dus wanneer ik iets van de leerstof niet begrijp, is het fijn dat hij in de buurt is om uitleg te geven.”
Naast die praktische kanten, is Laurens ook blij met het sociaal contact dat thuis wonen met zich meebrengt. “Ik eet ’s avonds altijd samen met mijn ouders. Ik vind het gezellig om aan de eettafel samen te kunnen lachen of over mijn dag te vertellen. Als ik alleen zou wonen, zou ik me waarschijnlijk sneller eenzaam voelen.”
Bij het kiezen van zijn studierichting heeft Laurens bewust rekening gehouden met de factor werkgelegenheid. “Omdat haast elk bedrijf tegenwoordig informatici nodig heeft, ben ik er redelijk gerust in dat ik snel werk zal vinden. En zodra ik mijn eerste job heb, zou ik liefst zo snel mogelijk op mijn eigen benen staan.” Als werk vinden toch niet meteen zou lukken, dan hoeft ook Laurens niet te vrezen dat hij op straat komt te staan. “Ik weet dat ik bij mijn ouders welkom ben om thuis te blijven wonen zolang ik wil.”
Privacy en vrijheid
Maar je hoeft niet werkloos te zijn om bij je ouders te blijven wonen na je studies. Jeroen werkt sinds anderhalf jaar voltijds als sportconsulent bij de vzw Sporta Federatie. Naast zijn job overdag, werkt hij ’s avonds en in het weekend als trainer bij de Merksemse atletiekclub. “Financieel zou het voor mij niet onmogelijk zijn om alleen te gaan wonen. Maar als ik verhuis, dan moet ik waarschijnlijk op het comfort van mijn levensstijl inboeten, en daar ben ik niet happig op. Ik woon graag thuis, ik heb hier voldoende privacy en vrijheid. Ik heb voorgesteld aan mijn ouders om een deel van mijn loon af te geven, maar daar wilden ze niets van weten. Als ik op reis wil gaan, hoef ik dus niet eens te sparen. Ik zou het zeker niet erg vinden om hier nog een aantal jaren te blijven wonen. Als het aan mijn moeder ligt, blijf ik hier wonen tot ik vijftig ben”, lacht Jeroen.
“Ja hoor”, bevestigt Denise, Jeroens moeder. “Hoe meer leven in huis, hoe liever! Voor mij brengt het alleen maar voordelen met zich mee dat Jeroen nog thuis woont. Ik ben graag actief bezig, maar ik werk maar vier uurtjes per week. Ik ben dus blij dat ik zijn was en strijk nog kan doen. Het enige wat ik vraag, is dat hij op tijd zijn wasmand naar boven brengt. Maar dat lijkt hem nog niet altijd te lukken”, besluit ze lachend.
Huishoudelijke taken
Wat wordt er precies van je verwacht in het huishouden als thuiswonende adolescent? “Hotel mama”, geeft Jeroen onverholen toe. “Als ik ’s avonds na de training thuiskom, is het heel gemakkelijk dat mijn eten klaar staat. Ik ruim mijn eigen kamer op, maar verder verlangen mijn ouders niet dat ik help in het huishouden. Mochten ze me iets vragen, dan zou ik het natuurlijk wel doen. Maar ik ga het niet zelf voorstellen”, bekent hij.
Laurens vindt het niet erg om thuis af en toe een handje toe te steken. “Ik heb geen vaste taak, maar soms vragen mijn ouders of ik wat kan opruimen of kuisen. Ik vind dat normaal. Wat ik wel vervelend vind, is dat ze verwachten dat ik zoiets binnen een bepaalde tijd doe. Op internaat zorgde ik er altijd voor dat ik mijn taken in orde bracht, maar ik kon zelf bepalen wanneer ik iets uitvoerde. De deadlines die mijn ouders stellen, frustreren me daarom soms.”
Christophe is zich er dan weer van bewust hoe hij het nog steeds gewoon is dat zijn ouders vele huishoudelijke taken op zich nemen. “Wanneer ik geen werk heb, probeer ik wel wat mee te helpen. Maar zolang je in die beschermende cocon van thuis wonen zit, leer je volgens mij niet echt je plan te trekken. Ik denk dat ik pas echt zelfstandig zal worden wanneer ik het helemaal alleen moet doen.”
Volgens een onderzoek van het Institut pour un Développement Durable woonden in 2004 drie op vier van de Belgische jongeren tussen 18 en 24 jaar nog thuis bij hun ouders. Dit aantal steeg zelfs tot 80% in 2009, wat een totaal opleverde van zo’n 800.000 jongeren. Volgens het Jeugdonderzoeksplatform (JOP) woont 97% van de 18-jarigen nog thuis. Op 25-jarige leeftijd is dat nog 46%. Het stijgend aantal jongeren dat bij hun ouders inwoont, zou verklaard worden doordat jongeren steeds vaker en ook langer voortstuderen. Van de thuiswoners zijn 66% studenten. Slechts 7% onder hen is werkloos. |
© 2013 – C.H.I.P.S. StampMedia – Silke Renty, foto: Pauline Poelmans