Een deel van de Belgische ontwikkelingssamenwerking vindt zijn weg via het zogenaamde Belgisch Fonds voor Voedselzekerheid. Dat Fonds wordt goedgekeurd door het parlement, en is de opvolger van het vroegere Belgisch Overlevingsfonds.
Dat dit land al een jaar zonder regering zit, gooit flink wat roet in het eten, en in dit geval is dat bijna letterlijk te nemen. De werkingsmiddelen van het Fonds zijn namelijk bedoeld voor de allerarmste inwoners in vooral Afrika ten zuiden van de Sahara. Velen van hen kampen met ondervoeding en met honger.
Fajara-verklaring vraagt vrijmaking van het beloofde ontwikkelingsgeld
Door de regeringscrisis geraakt 18,5 miljoen euro van het Belgisch Fonds voor Voedselzekerheid niet uitbetaald. Dit is niet onopgemerkt gebleven in Gambia in West-Afrika, en zorgt er voor reactie.
In Fajara is op een seminarie van de internationale organisatie Afrikaada – met afdelingen in diverse landen van West-Afrika en Europa – de gelijknamige Fajara-verklaring goedgekeurd.
Daarin wordt de onvoorwaardelijke vrijmaking gevraagd van de overeengekomen en geplande steungelden.
Want, aldus de Belgische woordvoerder van de verklaring, Patrick De Buck: “Onvermijdelijk leidt dit in Afrikaanse landen tot het stopzetten van een aantal lopende ontwikkelingsprogramma’s … en al even onvermijdelijk zal dat het leven kosten van heel wat mensen.”
“Woensdag kom ik zelf naar België met de doodskist van Maïmouna Cissokho, voor ons het symbool van een van de vele stille slachtoffers in de Sahel, om te vragen waar dit geld blijft.”
Een goedgeplaatste Belgische bron bevestigt het uitblijven van het beloofde geld en zelfs dat het ‘verloren’ is.