Exacte aantallen zijn niet bekend, er is immers geen exhaustieve databank. Volgens Eric Bogaerts, voorzitter van De Koepel, de moskee van het Belgisch Islamitisch Centrum, zouden zich jaarlijks minstens vierhonderd Vlamingen bij de islam aansluiten.
“We krijgen elke maand een aantal aanvragen. En zeker niet alle bekeringen worden geregistreerd. Je moet immers niet naar de moskee komen om moslim te worden. De bekering kan ook in de huiselijke sfeer plaatsvinden. Daarom bestaan er ook geen cijfers over”, aldus Bogaerts.
Diversiteit troef
De profielen van de bekeerlingen lopen sterk uiteen. “We krijgen van alles over de vloer. Zowel wat leeftijd, geslacht als ras betreft”, zegt de Antwerpse imam Nordine Taouil. Ook Cindy Raes, voorzitster van de bekeerlingenorganisatie voor vrouwen, Al Minara Steunpuntzusters, spreekt over een zeer gemengd publiek, met meisjes van veertien tot dames van drieëntachtig. Dat jonge vrouwen het sterkst vertegenwoordigd zijn, lijdt geen twijfel.
Victoria Vandersteen, die regelmatig meewerkt aan activiteiten voor bekeerlingen en zich ook zelf bekeerde, haalt daarvoor twee redenen aan. Ten eerste blijkt uit antropologisch onderzoek dat vrouwen van nature meer in andere culturen geïnteresseerd zijn. En ten tweede zijn er meer vrouwen dan mannen die overgaan tot een bekering nadat ze de islam via hun partner hebben leren kennen. Toch is het verschil tussen het aantal jongens en meisjes volgens Bogaerts afgenomen. “Er zijn ook heel wat mannen en zelfs koppels die zich komen bekeren.
Innerlijke verrijking
De drijfveren van jonge bekeerlingen kunnen heel divers zijn. Heel vaak worden ze met de islam geconfronteerd via een relatie, maar ook het contact met moslimvrienden kan de interesse wekken. “Het familiale gevoel en de samenhorigheid in de moslimgemeenschap trekt heel wat mensen aan”, zegt Raes.
“Ik ben als kind opgegroeid tussen moslims en moslima’s. Omdat ik er van mijn vader niet mee mocht omgaan, stelde ik me steeds meer vragen. Sinds mijn twaalfde probeer ik mee te doen aan de ramadan.” “Ik voelde me thuis in de islam”, zegt Yuki Thoen (20), die zich op haar vijftiende bekeerde.
Ook M.P. (28), die negen jaar moslima is, vond in de islam een innerlijke verrijking. “Ik ben altijd gelovig geweest en heb me in mijn puberteit in andere godsdiensten verdiept omdat ik iets miste in het christendom. Ik heb veel boeken gelezen, verschillende godsdiensten met elkaar vergeleken en veel gepraat en gediscussieerd met een goede moslimvriendin. De islam en de Arabische cultuur hebben me altijd aangesproken, maar pas na een paar jaar heb ik me bekeerd.”
Enkel en alleen voor Allah
Hoewel een liefdesrelatie met een moslim wel aan de basis kan liggen van een bekering of een stimulans kan zijn, mag het niet de enige motivatie zijn. Eigenlijk kan niemand zich onoprecht tot de islam bekeren om de simpele reden dat een bekering dan niet geldt.
Dat bevestigt Bogaerts van De Koepel. “Allah beoordeelt iedereen naar zijn intentie. Als centrum kunnen we natuurlijk onmogelijk onderscheid maken tussen mensen die zich al dan niet oprecht bekeren. Dat moet Allah doen.”
Wel voerde het Belgisch Islamitisch Centrum sinds enige tijd een examen in. Bekeerlingen moeten dit afleggen voor ze een officiële akte krijgen. “Zo’n akte is eigenlijk niet meer dan een administratief stuk dat bevestigt dat je moslim bent. Je hebt het enkel nodig als je een visum wil aanvragen voor de hadj, de pelgrimstocht naar Mekka. Ook bij een overlijden kan men aan de hand van de akte zien of de persoon in kwestie volgens islamitische regels begraven moet worden”, aldus Bogaerts.
Vooral vrouwen krijgen niet zelden van buitenstaanders te horen dat ze zich enkel bekeren met het doel te kunnen huwen met een moslimman.
“Veel mensen denken dat ik me bekeerde om te kunnen trouwen met A., maar dat is niet zo. Ik zou nooit zo’n belangrijke stap zetten voor iemand anders. De bekering zou overigens nooit geldig zijn in dat geval. Je bekeren kan je enkel en alleen voor Allah doen”, zegt bekeerlinge S.D. (24) – zie interview “Bekeerde moslima is eindelijk op de goede weg”. Ook V.C. (22) was al getrouwd met haar man voor ze moslima werd.
“De bekering was niet noodzakelijk voor mijn relatie. Mijn man heeft het me nooit gevraagd en is er zelf nooit over begonnen.”
Vanaf het moment dat je de ‘shahada’, de geloofsbelijdenis, met de juiste intentie hebt uitgesproken – meer houdt het toetredingsritueel overigens niet in – word je als moslim beschouwd. Het hoeft zelfs niet voor een imam te gebeuren, maar wel liefst in de aanwezigheid van twee getuigen.
“Ik heb mijn geloofsbelijdenis afgelegd in de moskee Al Azhar in Egypte, in het bijzijn van mijn man en zijn ouders. Eigenlijk kwam daar niet veel aan te pas. Ik had het me veel spectaculairder en grootser voorgesteld. Een imam zei woord voor woord de shahada voor en ik moest hem dan herhalen”, zegt S.D.
‘Hoe vertel ik het mijn ouders?’
Bekeerde moslims krijgen vaak te kampen met vooroordelen. Heel wat jonge bekeerlingen beschouwen de negatieve reacties van hun omgeving en het onbegrip van hun familie als het grootste struikelblok.
“De islam heeft nog steeds een negatief imago. De reacties van de groep die ze verlaten, die hun keuze niet begrijpt, zijn moeilijk voor bekeerlingen”, legt Annelies Baes (26) uit. Zij deed in 2009 voor haar masterproef een antropologisch onderzoek naar de perceptie van bekeerde moslims.
De vraag waarmee jonge bekeerlingen het meest komen aankloppen bij de bekeerlingenorganisatie is dan ook: hoe vertel ik het mijn ouders? “Moslims moeten hun ouders respecteren en gehoorzamen, maar als die afkerig staan tegenover de islam, kunnen ze niet verder met hun geloof.
Heel wat jongeren die zich willen bekeren, worstelen met die contradictie. Wij raden dan aan altijd de mening van hun ouders te respecteren, behalve als het hun geloof betreft”, zegt Vandersteen.
Soms wordt het contact met de familie volledig verbroken. “Mijn ouders zijn gescheiden. Ik heb besloten om het contact met mijn vader te verbreken. Ik ken mijn vader, hij zou het nooit aanvaarden.
Ik kon mezelf niet zijn bij hem en dat deed pijn. Mijn moeder dacht aanvankelijk dat ik door iemand gedwongen werd, maar nu ziet ze dat ik een rustiger persoon ben geworden”, vertelt Yuki. Volgens Vandersteen is het onbegrip meestal van voorbijgaande aard. “Ze draaien bij als hun kind zich consequent gedraagt als moslim en er echt voor gaat. Ouders vrezen immers dikwijls dat het een bevlieging is, een soort van statement tegen het Westen of een daad van rebellie.”
Ook S.D. (24), die zich zonder medeweten van haar ouders bekeerde, heeft een moeilijke periode achter de rug. “Mijn ouders waren woest, maar dat heeft gelukkig niet lang geduurd. Met enkele van mijn vriendinnen is het contact na mijn bekering volledig verwaterd. Ik was geleidelijk aan veranderd, ging niet meer op café of naar discotheken, dus aan de oppervlakkige vriendschappen kwam een einde. Ze begrepen me niet.”
Volgens het onderzoek van Baes zou de moslimgemeenschap de bekeerlingen met open armen ontvangen of zelfs als betere gelovigen beschouwen.
Volgens Vandersteen zijn de reacties niet altijd overwegend positief. “Sommige moslims koesteren toch enige argwaan of discriminatie tegenover bekeerlingen, vooral dan als het op het kiezen van een huwelijkspartner aankomt. Bekeerde moslims moeten zich soms extra bewijzen. Anderen verheerlijken bekeerlingen dan weer. Daar voelen ze zich ook weer niet gemakkelijk bij.”
Bevrijdende beperkingen
Vanaf het moment dat de bekeerling de geloofsbelijdenis heeft uitgesproken, wordt hij als moslim beschouwd en wordt hij geacht zich aan de regels van de islam te houden.
“Ik doe mee aan de ramadan, eet altijd halal, draag een hoofddoek en pas ook mijn kleding aan. Ik werk, dus ik bid niet altijd op tijd. Ik ben zeker niet perfect en maak ook nog fouten, maar ik werk eraan en insha’Allah zal het wel lukken”, zegt Yuki.
Dit aspect van de islam maakt de godsdienst niet bepaald populair bij Westerlingen, die – als buitenstaanders – de voorschriften als een klauw op de vrijheid zien. De meeste bekeerlingen zien het anders.
“Ik vind niet dat de islam me beperkingen oplegt. Ik heb er geen problemen mee dat ik nu niet meer in het openbaar kan zwemmen als er mannen aanwezig zijn of dat ik een hoofddoek moet dragen als ik buiten ga. Ook alcohol heb ik met gemak laten staan en ik was al jaren vegetariër. Ik heb er zelf voor gekozen die regels te volgen en ik weet waarom ik dat doe. Ik ken de betekenis erachter. Voor mij werken die regels in de eerste plaats bevrijdend”, legt S.D. uit.
© 2011 – StampMedia/Lessius – Lien Claes