De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Een man die zijn echtgenote doodt – was dat vroeger ok?        (Feminicide lezen, deel 2)

Een man die zijn echtgenote doodt – was dat vroeger ok? (Feminicide lezen, deel 2)

zondag 13 november 2022 08:49
Spread the love

Mannelijk geweld tegen vrouwen kent vele vormen, van verkrachting tot moord en alle tussenvormen en combinaties daarvan. De verkrachting van Lucretia uit de Latijnse literatuur is een bekend motief in de kunst. Lucretia zit gekneld tussen haar verkrachter en haar echtgenoot, en maakt zelf een eind aan haar leven omwille van de afgedwongen echtbreuk. Maar hoe zit het met de levensbedreiging door echtgenoten of partners?  (afbeelding: Cornelis Cort, Wikimedia Commons)

 

Ik wilde schrijven over de vraag of mannen vroeger hun vrouw konden vermoorden zonder daarvoor gestraft te worden. Maar ik werd even ingehaald door de actualiteit. Op 9 november ’s avonds werd in Ronchin bij Rijsel het levenloze lichaam van een jonge vrouw van 19 aangetroffen in een appartement. Zij was om het leven gebracht met messteken. Haar vriend (vermoedelijk ex-vriend) bekende aan de vader van de vrouw dat hij haar gedood had. Hij werd gearresteerd en de zaak wordt nu onderzocht.

 

Dit is iets wat vroeger een “crime passionel” had kunnen heten. Geen juridische term in het Franse recht, maar de suggestie (in de media of voor het gerecht) dat de misdaad gebeurde op een moment van emotionele overweldiging en verlies van zelfbeheersing. Wat zoal niet als begrijpelijk, dan toch als een verzachtende omstandigheid zou kunnen gelden. In elk geval een misdaad zonder voorbedachtheid. En een verontschuldigende of verzachtende interpretatie van de geweldpleging. Vandaag moeilijk te accepteren. In feministische publicaties wordt het begrip “crime passionel” terecht afgekeurd.

 

Straf en genade

 

Met dit akelige bericht nog in mijn gedachten las ik opnieuw het essay van Antoine Foullain, professor moderne geschiedenis aan de universiteit van Straatsburg, in de bundel “Les archives du féminisme”. Hoe werd er vroeger geoordeeld over mannen die een vrouw of hun vrouw doodden? Een bijzonder interessante bron om dat na te gaan zijn de “lettres de rémission”, brieven die gratie verleenden aan plegers van misdaden, en die geschreven werden door de hertog van Lorraine (Lotharingen, de regio ten zuiden van België en het Groothertogdom Luxemburg).

 

Het rechtsstelsel in die regio was beperkt: een vonnis was definitief, er was geen hogere rechtbank om bij in beroep te gaan. Daardoor was de mogelijkheid dat de hertog van het gebied genade zou verlenen een belangrijke aanvulling op de rechtspraak. Er zijn zo’n 3000 genadebrieven bewaard gebleven, en die geven inzicht in de manier van denken en oordelen van de late Middeleeuwen (vanaf 1473) tot in de eerste helft van de 18de eeuw.

 

De genadeverlening moet je niet verkeerd interpreteren: het is geen uiting van mildheid en geen seponering. Het vonnis wordt doorgaans niet ontkracht, maar de straf kan worden aangepast, verminderd of verzacht. Alleen in uitzonderlijke gevallen wordt het vonnis herzien en de beschuldigde onschuldig verklaard. De genadeverlening compenseert de harde, strenge rechtspraak, die soms op verkeerde motieven berust, zoals het in beslag nemen en verwerven van de eigendommen van de beschuldigde.

 

De limieten van het fysieke geweld van de echtgenoot

 

De hertog (en zijn diensten daarvoor) deden hun werk blijkbaar heel serieus. Er werden waar nodig processtukken opgevraagd en soms werd zelfs een apart onderzoek opgestart om zo te komen tot een goed onderbouwde “lettre de rémission”. Wat kunnen we uit deze documenten vernemen en leren?

 

Voor je voorbeelden gaat ontleden, is het belangrijk dat je je bewust bent van het denkkader dat in hun tijd bestond. Daartoe behoort het recht en zelfs de plicht van de echtgenoot om zijn echtgenote te corrigeren. Dat mocht met fysiek geweld, zoals een klap in het gezicht of het slaan met een stokje op schouders of benen. Maar het was geen recht op zware pijniging of zelfs doding.

 

Het gebruik van geweld was in die tijd gendered. In het geweld tussen mannen was de eerste klap de belangrijkste. Het kwam erop aan de tegenstander meteen uit te schakelen, voor die jou kon kwetsen of doden. Best dus bijvoorbeeld een zware slag op het hoofd toedienen, zodat de tegenstander meteen buiten strijd of dood is, of zo goed als. Dat was gangbare gevechtslogica.

 

Maar dat is niet wat een man kon doen met zijn echtgenote om haar te corrigeren. Dat werd gezien als een liefdevol bijsturen zoals dat ook voor kinderen gold. (Je denkt meteen aan de bijbelse spreuk: “Wie zijn kinderen liefheeft, spare de roede niet.”) Het was geen recht op verwonding of doding. Zolang de “bijsturing” door de echtgenoot binnen de perken bleef, bemoeide het gerecht zich daar niet mee. Maar verwonding en doding waren overschrijdingen van de grens.

 

In een rechtszaak wordt het argument gebruikt dat de man géén klap op het hoofd van zijn vrouw heeft gegeven, wat moet aantonen dat hij haar niet wilde uitschakelen of doden, maar binnen zijn recht en plicht tot corrigeren van zijn echtgenote bleef. Als een conflict tussen man en vrouw toch uitdraait op haar dood, probeert de man aan te tonen dat hij niet de bedoeling had te doden, maar dat dat “per ongeluk” gebeurde.

 

Mag de man echtbreuk bestraffen?

 

Tot het oude denkkader behoorde verder de opvatting over echtbreuk en de bestraffing daarvan (of noem het wraak daarvoor). Daar was het leven van de echtgenote echt in gevaar, met een zekere tolerantie of goedkeuring van kerk en recht. De kerk brengt begrip op voor de situatie van de bedrogen echtgenoot, maar beveelt toch aan dat de man zijn vrouw zou vergeven, zelfs meerdere keren, om haar terug op het juiste pad te brengen. Een man die zijn vrouw doodt wegens echtbreuk, zal na zijn terdoodveroordeling door de rechtbank in een genadeverzoek moeten aantonen dat hij christelijk correct gehandeld heeft, zijn vrouw vermaand heeft en haar aangespoord heeft tot beter gedrag.

 

Maar als een vrouw zich zwaar misdraagt volgens de gangbare huwelijksnormen, wordt de echtgenoot die haar vermoordt of laat vermoorden wel veroordeeld door de rechtbank, maar krijgt daarna makkelijk genade van de hertog. Op 14 september 1473 wordt bijvoorbeeld genade verleend aan een soldaat die terugkeert van de oorlog en zijn vrouw voor de derde keer in echtbreuk aantreft – ze heeft zelfs een buitenechtelijk kind. De genadebrief spreekt over de belediging en de smaad die de moordenaar tot woede dreef en annuleert zijn bestraffing. Zelfs als de bedrogen echtgenoten huurmoordenaars inschakelen, bekomen zij genade.

 

De befaamde Vlaamse jurist Joos Damhoudere (°Brugge 1507,  + Antwerpen 1581) schrijft in zijn handboek strafrecht: “Het recht stemt ermee in en staat toe dat de echtgenoot die een echtbreker bij zijn vrouw op heterdaad betrapt, die man doodt.” Ook de vader van de vrouw mag de echtbreker doden. Maar deze “afrekening” mag alleen gebeuren als de echtbrekers betrapt worden in het huis van de echtgenoot en meteen bij de ontdekking van de echtbreuk.

 

Maar dit oude rechtsbeginsel wordt in de praktijk anders toegepast: het levert geen vrijspraak op voor de moordende echtgenoot, maar hooguit verzachtende omstandigheden die bepleit worden in het genadeverzoek na de veroordeling door het gerecht.

 

Weinig feminicide, geen goedkeuring

 

Het onderzoek van Antoine Foullain bracht maar heel weinig gevallen van “feminicide” aan het licht. In de 17de eeuw vermoordt de bejaarde Anthoine Petermann de echtgenote van zijn zoon, met wiens huwelijk hij nooit heeft ingestemd. Hij wordt veroordeeld en geradbraakt.

 

Op 2 december 1601 wordt het levenloze lichaam van de echtgenote van Nicolas Fiadel ontdekt. De echtgenoot, die haar dood nog gesignaleerd heeft, is verdwenen. Het gerechtelijk onderzoek ontdekt zware ruzie binnen het echtpaar, en concludeert dat de echtgenoot haar vermoord heeft. Zijn goederen worden verbeurd verklaard, hij wordt verbannen en hij moet “in effigie” (een pop die hem voorstelt) worden opgehangen voor zijn woning of op een andere publieke plaats met een bord erbij dat uitlegt dat hij zijn vrouw gewurgd heeft, als voorbeeld voor het publiek.

 

Het is dus verkeerd te denken dat feminicide in de onderzochte periode zomaar geaccepteerd werd door het gerecht. Integendeel: de veroordelingen zijn duidelijk en streng, maar via het systeem van genadeverstrekking werd de straf soms verlicht of omgezet van executie tot levenslange opsluiting. De kern van de zaak is en blijft of er intentie was om te doden, dan wel of een conflict uit de hand is gelopen en “per ongeluk” de dood van de echtgenote veroorzaakt heeft. Zo in 1600 de bejaarde Claude Thiry die zijn 70-jarige echtgenote tijdens een ruzie met zijn schoen op haar hoofd slaat. Zo’n schoen kon houten zolen hebben. De vrouw sterft twee weken later aan de gevolgen van de klap. De genadebrief bevestigt dat de echtgenoot niet de bedoeling had te doden en spijt had van wat hij gedaan had, en annuleert de straf. Maar van goedkeuring van feminicide is geen sprake.

ehulsens@gmail.com

 

Antoine Follain, “Tuer une femme, tuer sa femme, était-il un crime pardonnable? L’exemple lorrain du XVième au XVIIIième siècle”, in: Lydie Bodiou & Frédéric Chauvaud (dir.), Les Archives du Féminicide, Hermann, 2022, p. 131-147.

 

https://www.tf1info.fr/justice-faits-divers/nord-une-femme-de-19-ans-tuee-a-coup-de-couteau-son-petit-ami-en-garde-a-vue-2238212.html

 

 

 

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!