Het basisbeginsel is eenvoudig: landbouwers en deelnemers van een lokale gemeenschap werken samen en delen samen de risico’s van duurzame voedselproductie. De deelnemer betaalt op voorhand een bijdrage, kan zelf oogsten voor eigen gebruik en desgewenst ook meewerken op de akker.
Het inkomen van de landbouwer wordt minder afhankelijk van weersomstandigheden en andere risico’s zoals ziekte, en de producent heeft rechtstreeks contact met de klant. In de Verenigde Staten spreekt men van CSA: Community Supported Agriculture. In plaats van een schakel te zijn in een complexe, anonieme, vaak meedogenloze en geglobaliseerde keten van-akker-tot-bord-of-vuilbak, wordt de landbouwer terug actief betrokken bij een lokale gemeenschap.
Corazon De Raeymaecker en Ineke Docx gaan goed voorbereid aan de slag. Daarvoor zorgden verschillende opleidingen, ook in het buitenland, en praktijkervaring “op het veld”. In Vlaanderen bestaan er al zeker tien dergelijke bedrijven, zodat de landbouwers ook kunnen terugvallen op een heel netwerk. Met jonge ondernemers van hun kaliber zet wie met hen in zee gaat een stap in de overgang naar een lokale, duurzame, ecologische én economische landbouw.
Voor meer informatie: zie www.grondsmaak.be en www.csa-netwerk.be