De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Kroniek van een middelvinger en de aangekondigde dood

vrijdag 3 juni 2022 19:14
Spread the love

Verontwaardiging en middelvinger

Er was nogal wat ophef na de laatste de gemeenteraad van Brugge maandagavond 30 mei, omdat bleek uit de livestream beelden dat Gemeenteraadslid Andries Neirinck van Groen gedurende een fractie van een seconde z’n middelvinger had opgestoken. Dit gebeurde naar aanleiding van de interpellatie van Andries Neirynck over de Paardenmarkt, een historische munitiestortplaats in de Noordzee waar gifgasgranaten van de eerste wereldoorlog werd gestort door de Belgische overheid kort na WOI.

Jean-Marie De Plancke van Open Vld, die al jaren de problematiek in en rond de haven van Zeebrugge opvolgt, legde Andries Neirynck het zwijgen op door te stellen dat dit geen materie was voor de Brugse gemeenteraad, maar voor de hogere overheid, en het dus ook geen enkele zin had om daar vragen over te stellen. Het werd Andries Neirynck even te veel omdat hij het dossier van de Paardenmarkt te belangrijk vond voor Brugge en voor de haven, en hij op dergelijke wijze de mond werd gesnoerd. Hij dringt erop aan dat voor de verdere uitbouw de haven van Zeebrugge zeewaarts, voor een veilige vaarroute voor onze schepen die over het Noordzeekanaal varen, en voor de gezondheid van de bewoners en toeristen van onze Oostkust, een sanering dan ook hoogdringend en hoogst noodzakelijk is. Temeer daar het de laatste jaren wetenschappelijk werd vastgesteld en bevestigd door het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) dat er TNT lekt uit de munitie. En TNT vormt niet eens het echte gevaar. Het echte gevaar ligt bij de gifgasgranaten waarvan reeds einde jaren 1990 werd vastgesteld dat ze lekten in minieme waarden.

De historiek en achtergrond van het dossier

Op nog geen kilometer voor de kust van Knokke-Heist, en vlak naast de haven van Zeebrugge, ligt een grote munitiestortplaats, op de zandbank Paardenmarkt. Het gebied is ongeveer 3 vierkante kilometer groot en herbergt naar schatting 35.000 ton munitie uit de Eerste Wereldoorlog, in hoofdzaak gifgasgranaten. Ze zijn bedekt door een metersdikke sliblaag, waarin ze weggezonken zijn.

De voorbije 100 jaar leek het steeds veiliger om de munitie te laten liggen dan ze te bergen. Er zijn wel voorzorgsmaatregelen, zo is het verboden er te vissen of het anker uit te werpen en regelmatig worden ook controles uitgevoerd om te zien of de munitie niet roest en inhoud lekt. Tot nu toe leek alles in orde te zijn, maar voor het eerst zijn nu kleine hoeveelheden TNT, een gevaarlijke springstof, gedetecteerd. TNT is echter niet het grootste gevaar, want naast TNT liggen er ook gifgasgranaten met fosfor- en mosterdgas, en nog andere erg gevaarlijke types. Niemand weet exact welke types gifgasgranaten er allemaal liggen en welke hoeveelheden. Einde jaren 1990 werd reeds vastgesteld dat er kleine hoeveelheden mosterdgas lekten, maar het is onduidelijk of dit verder werd opgevolgd, hoe ernstig het is en welk gevaar het vormt voor fauna, flora en volksgezondheid.

Van de overheid uit komt steeds dezelfde communicatie dat de granaten geleidelijk aan wegzakken, de chemische stoffen die vrijkomen dan wel schadelijk zijn voor het mariene milieu, voor planten, schaal- en weekdieren en bepaalde vissoorten, maar uiteindelijk ook oplossen. Het zou geen gevaar vormen voor de mensen omdat er een anker- en visverbod is en de zwemmers voor de kust van Knokke enkel in aanraking komen met hele lage gemeten waarden, net boven de detectiewaarden. Doordat de stortplaats buiten de kust ligt, zou er voor zwemmers geen gevaar zijn. In combinatie met de enorme kost voor de sanering is de conclusie snel gemaakt om de munitie gewoon nog wat te laten liggen en de hete peer nog eens door te schuiven naar een volgende generatie.

Kritische stemmen

Kritische stemmen kaarten dit probleem al langer aan, en verwijten de overheid een groot gebrek aan transparantie en communicatie. Ze stellen zich heel wat vragen over hoe de overheid dit dossier aanpakt, en politici het dossier naar elkaar doorschuiven zonder hun verantwoordelijkheid op te nemen.

Men weet bvb. nog steeds niet hoeveel ton munitie daar exact liggen. Het gaat dan ook niet om ‘enkele bommen’. De schatting van 35.000 ton is eerder het minimum, en erg voorzichtig, aangezien er geen exacte schriftelijke bronnen van bestaan. De aangenomen verhouding van 1 gasgranaat op 3 granaten zou eveneens een onderschatting zijn. Einde jaren 1990 werden stalen genomen en toen stelde men ook kleine lekken van mosterdgas vast. Mosterdgas blijft zeer lang zijn eigenschappen behouden, en er is nog onvoldoende kennis over hoe deze stof reageert op zeewater. Hoe is de situatie nu, meer dan 20 jaar later?

Er mag dan wel geen gevaar voor spontane explosie zijn, maar wat als een schip daar zinkt of stuurloos op de zandbank vaart? Er zijn al vele schepen gezonken in de Noordzee waarvan men dacht dit niet mogelijk was.

Men mag er dan wel niet vissen, voor anker gaan, of zwemmen, maar dat laatste staat nergens aangeduid.

De stapels munitie zouden met een dikke laag zand bedekt zijn, maar er is sprake van erosie waardoor munitie bloot komt te liggen, ook zou een deel van de granaten naar boven gestuwd worden door zandverplaatsingen onder water.

Het is begrijpelijk dat men het probleem zoveel mogelijk minimaliseert voor het kusttoerisme en om geen paniek te veroorzaken onder de bevolking, maar het is totaal onverantwoord want er bestaat zelfs geen noodscenario of rampenplan voor als het op een dag fout zou (of zal) aflopen.

Volgens burgemeester Lippens was het gevaar miniem, hij verwees daarbij naar de honderden munitiestortplatsen in zee waar er geen problemen waren. Hij vergat er bij te zeggen dat de Paardenmarkt de enige stortplaats van munitie ter wereld is die op amper 500 meter voor de kust ligt, en op slechts 4 a 5 meter diepte.

In 2020 werd nog meegedeeld dat een federale commissie aan een duurzame oplossing zou werken, samen met andere actoren. Sindsdien niets meer van gehoord en enkele actoren hebben ondertussen de commissie verlaten.

Bezorgde burgers stellen zich dan ook enkele pertinente vragen inzake deze munitiestort met gifgas op de Paardenmarkt-zandbank:

  • Zal ooit de exacte hoeveelheid gedumpte gifgasgranaten vastgesteld worden, of is men bevreesd dat het echte cijfer veel hoger zal liggen dan wat tot nu toe aangenomen wordt (gevolgen voor de veiligheid)?
  • Mosterdgas is slechts één van de chemische strijdgassen die gedumpt werden op de Paardenmarkt. Wat weet men over de aanwezigheid en aantallen van andere strijdgassen zoals fosgeen en de uiterst giftige arseenverbindingen (Clark)? Zowel mosterdgas en Clark zijn moeilijk afbreekbaar. Het is erg betwijfelbaar dat zulke grote hoeveelheden gifgassen zullen kunnen oplossen in het water. Er werd nooit onderzoek naar gedaan. Mosterdgas is trouwens een olieachtige vloeistof, en het is totaal onvoorspelbaar wat er zal gebeuren als er grotere hoeveelheden beginnen vrij te komen die bij wijze van olievlekken wegdrijven in het zeewater.
  • Monsters werden sinds einde 20ste eeuw van de bodem genomen. Wanneer worden de resultaten van deze metingen eindelijk bekend gemaakt zodat onafhankelijke onderzoekers er tevens expertises van kunnen maken en adviezen kunnen uitbrengen?
  • Zijn er reeds simulaties gebeurd waarbij men nagaat wat het effect is van de zeestroming op vrijgekomen gifgas?
  • Is er een regelmatige monitoring van het gebied?
  • Er zou erosie zijn van een deel van de zandbodem waardoor gifgasgranaten komen bloot te liggen. Is dit onderzocht? Wat waren de conclusies? Werden er veranderingen in het reliëf van de zeebodem vastgesteld?

Moeten we ons opwinden over de middelvinger, dan wel over hoe onze overheden nalaten om dit dossier aan te pakken?

De munitiestort op de zandbank voor de kust van Knokke is een tikkende tijdbom. De voorbije 100 jaar zijn er gelukkig geen grote rampen gebeurd, maar dat lijkt slechts een kwestie van tijd. De burgers hebben de indruk dat politici dit allemaal van zich afschuiven, naar elkaar doorschuiven, en er vooral de volgende generaties mee opzadelen. Onze Nederlandse buren zijn er alleszins minder gerust in en drukten ooit hun bezorgdheid uit, dat wanneer die gifgasgranaten beginnen te lekken, dit met de stroming hun kant zou kunnen uitkomen. Ze hadden er geen goed oog in, in tegenstelling tot onze Belgische bestuurders. De titel van dit artikel maakt dan ook een passende toespeling op “Kroniek van een aangekondigde dood” van Gabriel García Márquez, waar het plot al van de eerste pagina wordt onthuld, en welbekend onder de dorpelingen, maar niemand van het dorp iets onderneemt om het te voorkomen.

Is dit inderdaad een dossier waar er in de Brugse Gemeenteraad niet mag worden over gepraat omdat enkel de hogere overheden bevoegd zouden zijn? Men zou toch geneigd zijn om anders te denken, met de fusie van de havens van Antwerpen en Zeebrugge. Burgemeester Dirk De Fauw is namelijk voorzitter van de haven van Zeebrugge en het college van Burgemeester en Schepen oefent er heel wat bevoegdheden uit.

De uitbreiding van de haven van Zeebrugge zeewaarts, waarbij meer schepen door het Noordzeekanaal zullen varen, op een boogscheut van deze levensgevaarlijke giftige stortplaats op zee, lijkt een uitstekende opportuniteit om de problematiek grondig aan te kaarten bij de hogere overheden. Ondertussen hebben technologie en wetenschap niet ook stilgestaan, en zijn de technieken om het stort op zee te saneren er flink op vooruitgegaan. Heeft dit dossier dan vanuit die context op z’n minst niet voldoende relevantie voor het huidige Stadsbestuur om te mogen worden besproken tijdens de gemeenteraad? Of wil ons Stadsbeestuur, net zoals alle andere lokale en hogere overheden, de handen niet verbranden aan het opruimen van de rommel die hun voorgangers 100 jaar geleden hebben achtergelaten?

We kunnen vanuit deze achtergrond in elk geval al wat beter begrijpen hoe iemand als Andries Neirynck, die zich al jaren met hart en ziel inzet voor een gezond, sociaal, leefbaar en groen Brugge, en ook voor de  haven van Zeebrugge, en ziet hoe nonchalant de bevoegde collega deze discussie kortsluit als “niet relevant”, tijdens een verhitte discussie even (heel eventjes, een fractie van een seconde) de controle over z’n gemoed verliest. Voor de burgers komt afschuiven van verantwoordelijkheid door Jean-Marie De Plancke van Open Vld, die al jaren officieel de problematiek in en rond de haven van Zeebrugge opvolgt, als onbeschoft, neerbuigend en respectloos over tegenover de burgers.

Is een middelvinger dan zo erg dat we ons erover moeten verontwaardigen en de kranten ermee vol printen? Een kort gebaar dat niemand had gezien op het moment zelf, en enkel achteraf werd opgemerkt door een aandachtige kijker die de live streaming volgde? Is het misschien vergelijkbaar met de schoen die George W. Bush in het Midden-Oosten naar z’n hoofd kreeg gegooid? Zouden we niet beter aandacht schenken aan de werkelijke problematiek van het sluimerende gifgas vlak voor onze kust, en vlakbij de haven van Zeebrugge? Laten we hopen dat de ophef in de media dit dossier terug op de agenda duwt van onze heren en dames al dan niet bevoegde politici.

En over al die verontwaardiging over de middelvinger wou ik nog het volgende kwijt. Arno Hintjens draait zich daarbij om in z’n graf. Het moet allemaal voor de schijn keurig en netjes, met kostuum en plastron lachend handjes schudden voor de foto in de krant, terwijl het achter de schermen één en al smeerlapperij en doofpot is. Het is net voor dit soort politici dat hij z’n liedje schreef “à eux je montre mon derrière”. Maar best dat Arno Hintjens nooit zetelde in Brugge gemeenteraad!

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!