Op twintig augustus kwam er een verkenningsmissie van de Keniaanse overheid naar Haïti voor verkenningsronde om een politiemacht op te richten met als doel het bendegeweld te stoppen. Dit jaar vielen er 3400 doden omwille van bendegeweld in Haïti. Het stak de kop op sinds de dood van president Juvenal Moïse in juli 2021. Ondanks het feit dat dit hoogst nodig is werd het plan van Kenia tegengehouden.

Bendegeweld is geen nieuw thema in Haïti.  De VN-stabilisatie missie, die actief was onderleiding van Brazilië van juni 2004 tot oktober 2017, werd gedwarsboomd door een cholera-epidemie en de aardbeving van januari 2010. Dit was eerder een militaire missie na de val van Bertrand Aristide, een priester die enorm populair was bij de armen, maar van de macht werd verdreven door de VS. Aristide werd plotsverkozen en was helemaal niet klaar voor het ambt van president.

Het plan was om duizend politieagenten naar Haïti te sturen om het bendegeweld te stoppen. In het verleden kwam hier vaak veel kritiek op vanuit mensenrechtenorganisaties omdat de VN-troepen leiders van gangs vermoorden om het gezag en de organisatie te breken. Bij wijze van spreken is er altijd een orthodoxe-leider nodig. Eens deze uitgeschakeld is vallen de bendes meestal uit elkaar.

De bedoeling is dat naast een politiemacht er politie eenheden worden opgeleid. Daarvoor zullen oude eenheden fuseren en zal er nood zijn aan capacity-building. Er is in Haïti een privé-sector van bewakingsagenten. Het is ook niet duidelijk in hoevere de basis die de Minusta heeft gelegd is afgebroken.

Natuurlijk is een politiemacht niet alleen voldoende er moeten ook sociale projecten komen die het land ontwikkelen. Bij de Minusta was het een hele sociale eenheid mee. Toch dringt de tijd voor Haïti. De bendes sloten de petroleum voorraden af, hierdoor was er veel inflatie in het land. Onhoudbaar als je weet dat Haïti een van de armste laden ter wereld is.