De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Film Fest Gent ’13: Inside Llewyn Davis
Filmfestival, Bob dylan, Singer-songwriter, Film Fest Gent, 40E FILMFESTIVAL GENT, Inside Llewyn Davis, Joel Coen, Ethan Coen, Coen brothers, Coen broers, Gebroeders Coen, Hipster, Grand Prix -

Film Fest Gent ’13: Inside Llewyn Davis

dinsdag 26 november 2013 13:10
Spread the love

Allereerst een bekentenis: Joel en Ethan Coen zijn in mijn ogen van de meest overgewaardeerde regisseurs in het Amerikaanse filmlandschap. Ik vind hun films meestal erg genietbaar en er zit hier en daar steengoede cinema tussen (Fargo, The Big Lebowski, No Country for Old Men), maar de idolatrie die met elke nieuwe Coen-productie gepaard gaat, gaat mijn petje te boven. A Serious Man en True Grit werden bijna unaniem op handen gedragen en ook Inside Llewyn Davis werd door talloze critici met euforie onthaald (én won de Grand Prix in Cannes). Ik kan enkel opmerken dat het hun beste werk is sinds No Country for Old Men, niets meer, niets minder.

Wat van Inside Llewyn Davis volgens vele recensenten zo’n goede film maakt, is het intieme en menselijke portret dat geschetst wordt van protagonist Llewyn Davis (Oscar Isaac), evenals de onschuld en de melancholie die de Coens weten over te brengen op hun publiek – deels te danken aan het gedesatureerde kleurenpalet. Dat de film ook veel bijval krijgt van toeschouwers, zal daarnaast wel iets te maken hebben met de huidige tijdgeest. Singer-songwriters, werkloosheid, DIY cultuur en nostalgie naar de 60s (in kledij en levenshouding) zijn vandaag allen factoren die bijdragen aan een fenomeen dat ook wel eens met ‘hipsters’ geassocieerd wordt – een mengeling van beatnik-cultus, hippie-aspiraties en 90s ironie die belichaamd worden in een nieuwe subcultuur (die uiteraard niet in een subcultuur kan – en mag! – gevat worden). Op dat vlak speelt Inside Llewyn Davis perfect in op het huidige publiek.

Mijn affiniteit met die ‘subcultuur die geen subcultuur is’, blijkt echter niet zo groot te zijn. Hoewel ik wel hou van de sfeer die de Coens proberen op te roepen, evenals hun gevatte dialogen en droge humor, blijft de film over het algemeen hangen in makkelijk verteerbare conventies, zowel qua inhoud als qua stijl. De reden waarom ik Inside Llewyn Davis dan toch bij het betere Coen werk van de laatste jaren beschouw, is dan ook voornamelijk omwille van Oscar Isaac – een acteur die met deze film hopelijk zijn grote doorbraak lanceerde en tevens de Academy Award voor beste acteur hoort op te strijken in 2014 (hoewel hij vermoedelijk nog te weinig ‘bewezen’ zal hebben voor de conservatieve jury).

Met Oscar Isaac in de hoofdrol, vervallen de meeste andere rollen in het niets, ook al valt er weinig aan te merken op de weemoedige vertolking van Carey Mulligan. Isaac zong bovendien alles zelf in en alleen daarvoor al verdient de man alle lof. Hij zou zo zijn eigen album kunnen uitbrengen en een plaatsje verdienen tussen de honderden singer-songwriters en folkzangers die er vandaag naar streven om rond te komen met hun muziek.

Inside Llewyn Davis is zonder twijfel de meest interessante muzikale film van het jaar en is een absolute aanrader voor mensen die genoten hebben van (de muziek in) I’m Not There, The Broken Circle Breakdown en I Am Not a Hipster. Ook Coen fans zullen ongetwijfeld weer ten volle genieten van deze prent. Meer dan een charmante karakterstudie en ietwat weemoedige muziekfilm is het echter niet.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!