Foto: Gaston Van Dyck
Analyse -

Verkiezingscheck: veilig leven binnen ecologische grenzen

In deze reeks vergelijken we de partijprogramma's van verschillende politieke partijen met de standpunten van sociale bewegingen. Van armoedebestrijding tot klimaatactie, ontdek hoe partijprogramma's zich verhouden tot de eisen van vakbonden, de vredesbewegingen en het brede middenveld.

woensdag 29 mei 2024 17:10
Spread the love

 

Verkiezingen moeten gaan over de inhoud, maar laten we eerlijk zijn: wie heeft de tijd om de vele honderden bladzijden aan partijprogramma’s volledig door te nemen en te vergelijken? Met deze reeks willen wij je op weg helpen. We loodsen je doorheen de verschillende programma’s van de progressieve partijen wat betreft: koopkracht, klimaat en milieu, zorg, belastingen, vrede, onderwijs en pensioenen.

In deze verkiezingscheck richten we ons op de standpunten van verschillende politieke partijen wat betreft ecologie. We nemen de programma’s van PVDA, Groen, Vooruit, en CD&V onder de loep en vergelijken deze met de standpunten van vooraanstaande milieu-organisaties zoals Greenpeace, Natuurpunt, Bond Beter Leefmilieu, Klimaatzaak en de campagne More Than Enough.

(Extreem)rechtse en liberale partijen laten we buiten beschouwing, zij gaan vaak niet akkoord met de standpunten van de milieubewegingen. Bovendien trekt Vlaams Belang de betrouwbaarheid van de feiten waarop de standpunten zijn gebaseerd al in twijfel.

We bespreken achtereenvolgens de standpunten met betrekking tot Landbouw en voeding, de vermindering van het gebruik van grondstoffen, en de ongelijkheid van het Globale Noorden en het Globale Zuiden.

Visual: Gratiën Versijpt

Duurzame landbouw en voeding

 Greenpeace, Natuurpunt, Klimaatzaak en vier andere milieubewegingen formuleerden verschillende stellingen omtrent duurzame landbouw en voeding. Hierbij vroegen zij verschillende partijen of ze het met deze stellingen eens waren. Bij de stellingen over voedselverspilling, het gebruik van pesticiden en nieuw beleid om duurzaam te kunnen boeren, reageerden Groen, PVDA, Vooruit en CD&V redelijk eensgezind. Toch waren er enkele verschillen. 

Zo stellen de milieubewegingen “bindende doelstellingen voor zowel de productie als consumptie van plantaardige voeding” voor. Volgens de milieubewegingen kan de overstap naar plantaardige voeding een bijdrage leveren aan het oplossen van diverse problemen, zoals stikstofuitstoot, klimaatverandering, lucht- en waterkwaliteit, en volksgezondheid.

Hoewel de PVDA en Groen het hiermee eens zijn, geeft CD&V aan problemen te hebben met de beperking van de vrije keuze van mensen wat betreft hun voedselkeuzes. Nog negatiever staat Vooruit tegenover deze stelling: “Als het aan Vooruit ligt, leggen we landbouwers geen vlees- of zuivelquota op. We gaan ook niet voorschrijven hoeveel vlees of kaas mensen wel of niet mogen eten.”

Vlaanderen moet haar veestapel tegen 2030 met 50% verminderen

Daarnaast stellen de milieubewegingen dat Vlaanderen haar veestapel tegen 2030 met 50% moet verminderen om binnen milieugrenzen te blijven en voldoende grond voor voedselproductie te behouden. Ze benadrukken dat deze transitie stapsgewijs moet gebeuren en sociaal en economisch aanvaardbare oplossingen voor de betrokken landbouwers moet garanderen.

Groen en Vooruit steunen dit standpunt: “Groen wil de overproductie van vlees- en zuivelproducten, die dan ook nog eens vaak bestemd is voor het buitenland, aanpakken.”

De PVDA acht deze vermindering echter onhaalbaar, terwijl CD&V bezorgd is over mogelijke consequenties. Ze stellen dat als de vleesconsumptie gelijk blijft, ook de vleesproductie op hetzelfde niveau zal blijven. Dit kan volgens hen leiden tot een toename van buitenlandse productie en meer transport voor importdoeleinden.

Minder minder minder gebruik van grondstoffen

De klimaat- en mileubewegingen stellen dat een ecologische transitie inhoudt dat de huidige politieke focus op ‘koopkracht’ wordt verruimd naar een die draait om een ‘waardig leven’ binnen de grenzen van de planeet. Ook de door het ACV en armoedeorganisaties (en veel meer) ondersteunde campagne More Than Enough, benadrukt het belang van het vertragen van de snelheid waarmee we natuurlijke hulpbronnen gebruiken en vervuiling veroorzaken.

Gesteund door recente wetenschappelijke bevindingen pleit More Than Enough voor een vermindering van 65% van het gebruik van natuurlijke hulpbronnen in de hele EU tegen 2050, vergeleken met het niveau van 2020.

Ze verwerpen een veelgehoord argument dat “economieën ‘schoner’ worden naarmate ze groeien, omdat ze minder materialen gebruiken en minder schadelijke emissies produceren (ze ‘de-materialiseren’ en ‘decarboniseren’)”. Hoewel de hoeveelheid grondstoffen relatief kan afnemen, wijzen ze erop dat de totale afname van de hoeveelheid grondstoffen die gebruikt worden zeldzaam zijn, en bovendien dat dit proces van reductie te traag verloopt.

More Than Enough verwerpt het argument dat economieën ‘schoner’ worden naarmate ze groeien

Dit lijkt echter wel waarom Vooruit tegen deze stelling is: “Vooruit wil de welvaart van Belgen laten toenemen, terwijl we zuiniger omgaan met natuurlijke hulpbronnen (zoals energie, water, materialen…). Door als samenleving te investeren in de juiste toepassingen (hernieuwbare energie, energiezuinige woningen, openbaar vervoer…) kan onze economie groeien, terwijl de impact op de planeet daalt.”

CD&V knikken gerust mee met de stelling van de milieubewegingen, maar zeggen in hun partijprogramma het tegenovergestelde: “Groene economische groei zorgt, in tegenstelling tot het model van economische krimp (‘degrowth’), voor vooruitgang, welvaart en een beter leven voor iedereen. We zijn er dan ook van overtuigd dat innovatie en technologische vooruitgang onze beste kans zijn in de strijd tegen klimaatverandering.”

Groen zegt het eens te zijn met deze stelling, maar heeft het in diens verkiezingsprogramma niet over een 65% afname van natuurlijke hulpbronnen, maar vooral over een circulaire economie: “Dat betekent dat we producten langer in gebruik houden, dat we minder materialen verspillen en de afvalberg beperken. Een circulaire economie zorgt voor economische bloei.”

De PVDA heeft het in diens verkiezingsprogramma ook over “de overgang naar een circulaire economie om onze afhankelijkheid van nieuwe grondstoffen te verminderen”. De partij staat niet volledig achter de stelling van de milieubewegingen, ze zien “het einde van de maand en het einde van de planeet” als dezelfde strijd, “die mogen niet tegen elkaar opgezet worden”. Toch benadrukt de partij dat “het beschermen van de koopkracht van de brede werkende bevolking” voor hen een “absolute prioriteit” is.

Ongelijkheid Globale Noorden en Globale Zuiden

More Than Enough benadrukt dat de noodzaak tot drastische vermindering van hulpbronnen vooral geldt voor het (rijke) ‘Globale Noorden’. Ze leggen uit hoe dit verband houdt met het ‘Globale Zuiden’: deze relatie, geworteld in koloniale geschiedenissen, is gebaseerd op politieke, economische en ecologische ongelijkheid.

Deze ongelijkheden verklaren waarom het Globale Zuiden relatief weinig grondstoffen en energie verbruikt, ook al bezit het gigantische hoeveelheden natuurlijke grondstoffen.

Met de overgang naar hernieuwbare energie zijn rijke landen op zoek naar lithium, kobalt en andere aardmetalen die gebruikt worden voor de elektrificatie en hernieuwbare energiebronnen. De ongelijkheid neemt hierdoor nog een andere vorm aan.

Terwijl grondstoffen van het zuiden naar het noorden stromen, gaat de afvalstroom de andere kant op. Daarnaast stoot het Globale Noorden ook veel meer CO₂ uit.

More Than Enough benadrukt de onrechtvaardigheid dat de gevolgen van klimaat- en milieuproblemen veel sterker worden gevoeld in landen die daar historisch gezien het minst verantwoordelijk voor zijn: deze landen dragen 90 procent aan de financiële kosten veroorzaakt door milieurampen, daarbij vallen 98 procent van de klimaatdoden in het Globale zuiden.

Naast het verminderen van het gebruik van grondstoffen, vindt More Than Enough dat het Globale Zuiden meer stem en beslissingsmacht moet krijgen in organisaties zoals het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbank en de Wereldhandelsorganisatie.

Eerlijke handelsovereenkomsten moeten een einde maken aan de oversubsidiëring van landbouwexporten uit het noorden. Bovendien moet de overdracht van cruciale technologische knowhow, die nu vaak gepatenteerd is door bedrijven uit het noorden, ervoor zorgen dat het zuiden beter in staat is om te gaan met de economische, ecologische en medische gevolgen van milieuproblemen.

Er bestaat ongelijkheid tussen het Globale Noorden en het Globale Zuiden

Groen benoemt deze ongelijkheid ook uitgebreid in diens verkiezingsprogramma en belooft hier veel aan te willen doen, en noemt hierbij de oplossingen van More Than Enough.

Ook de PVDA belooft patenten op groene technologieën af te schaffen, een eind te maken aan “groen neokolonialisme”, en belooft zich terug te trekken uit het Energiehandvestverdrag, dat fossiele brandstofbedrijven de mogelijkheid biedt om miljarden dollars van overheden af te persen. En meer.

Wie in het beleidsplan van Vooruit op zoek gaat naar het woord ‘grondstoffen’ ziet vooral dat Vooruit benadrukt dat we voor onze grondstoffen niet te afhankelijk moeten worden van ‘onbetrouwbare’ landen. “Hoe? Door duurzame partnerschappen uit te bouwen met stabiele strategische partners, te diversifiëren en door opnieuw zelf productieketens in handen te nemen. Daarvoor is een Europees industrieel beleid nodig dat lidstaten ertoe aanzet te investeren in de groene, duurzame transitie op een sociaal verantwoorde manier.”

Vooruit erkent de kwetsbaarheid van het Zuiden, maar heeft het in diens verkiezingsprogramma toch vaak over “onze eigen duurzame industrie”, “onze natuur”, “ons land”. Over de gevolgen voor het Globale Zuiden is, vergeleken andere partijen, weinig te vinden.

CD&V behandelt de ongelijkheid tussen Noord en Zuid aandachtiger dan Vooruit, maar gaat niet zo ver als Groen en PVDA. Zo benoemt CD&V onder andere dat “ontwikkelingslanden” minder weerbaar zijn voor klimaatverandering, omdat ze vaak niet over de technische capaciteit beschikken om er zich tegen te wapenen. Daarbij hebben deze landen, naast toegang tot deze technologie, volgens hen ook financiële steun nodig (naar bijvoorbeeld lokale ngo’s en het maatschappelijk middenveld).

Ontdek hier al onze verkiezingschecks.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!