Bron: Images Money, Flickr / CC BY 2.0 (More information about the rights of this work, see below article)
Analyse -

Houd je klaar voor de belastinghervorming!

De regering wil hervormingen op de arbeidsmarkt en de pensioenen. Er zijn de uitdagingen om de koopkracht te beschermen en er moet een versnelling hoger geschakeld worden om nog meer klimaatcatastrofes te vermijden. Ook het defensiebudget moet verder naar omhoog. En waar gaat men dat geld halen? “Uiteindelijk komt alles wel neer op fiscaliteit”, zei Minister van Financiën Van Peteghem in het weekblad Knack [1]. Guido Deckers geeft de minister in deze analyse een referentiekader voor een mogelijk toekomstige belastinghervorming die bovendien, en vooral, rechtvaardig is.

donderdag 9 juni 2022 11:05
Spread the love

 

Van Peteghem wil zo snel mogelijk een blauwdruk op tafel leggen voor een belastinghervorming. “Mijn blauwdruk zal twee zaken bevatten. Vooreerst willen we weten waar we naartoe gaan met de belastingen. Het stelsel moet eenvoudiger, rechtvaardiger en neutraler. Maar óók als het gaat over arbeidsmarkt, pensioenen en koopkracht kom je automatisch bij fiscaliteit uit”, aldus Van Peteghem.

Maar hoe moeten wij als burger de blauwdruk die de minister gaat voorleggen beoordelen? Wanneer weten we dat een belasting rechtvaardig is? Wat volgt, is een referentiekader met de basisideeën voor een rechtvaardige fiscaliteit. Omdat we in een artikel niet alle belastingen kunnen beoordelen, beperken we ons tot de personenbelasting.

Belastingen zijn pas rechtvaardig als iedereen wordt belast naar draagkracht

Iedereen belasten naar draagkracht; dat doe je met een progressief belastingstelsel. Dat betekent dat het belastingtarief stijgt naarmate het belastbaar inkomen groter wordt. In de personenbelasting wordt dit al decennia afgebouwd. Vóór 1988 kenden we nog dertien tarieven, vandaag zijn er nog maar vier (zie figuur hieronder).

De bestaande tarieven tonen ons dat de progressiviteit van de belasting heel sterk is voor de lage en middelgrote inkomens en aanmerkelijk vertraagt voor de hoge inkomens. De aanslagvoet van 40 procent wordt al bereikt vanaf het inkomen dat meer bedraagt dan 13.540 euro. Daar tegenover staat dat de maximale aanslagvoet van 50 procent al wordt toegepast op het gedeelte van het inkomen boven de 41.360 euro [2].

Hieruit blijkt dat de progressiviteit heel snel verloopt voor inkomens die eigenlijk maar bescheiden of middelgroot zijn. De hoge inkomens doen profijt. Sinds de afschaffing van de hoogste tarieven betalen zij aanmerkelijk minder belastingen en komen ze minder snel in een hogere belastingschaal bij een inkomensstijging dan lage inkomens.

 

Inkomensschijf Tarief belasting
Schijf 1 Van 0,01 euro tot 13.540 euro 25 %
Schijf 2 Van 13.540 euro tot 23.900 euro 40 %
Schijf 3 Van 23.900 euro tot 41.360 euro 45 %
Schijf 4 Meer dan 41.360 euro 50 %


Arbeid versus kapitaal

Het principe van hoe hoger het inkomen, hoe meer men wordt belast, werd op nog een andere manier afgezwakt, namelijk door de inkomsten uit kapitaal, ook roerende inkomsten genoemd, in de personenbelasting niet meer te verrekenen. Tot 1983 werden de inkomsten uit kapitaal opgeteld bij de andere inkomsten en dit totaal werd verrekend in de personenbelasting.

In plaats van inkomsten uit kapitaal aan te geven in de personenbelasting, werden deze belast aan een vast tarief dat lager is dat de maximale aanslagvoet in de personenbelasting. De belastingvoet voor roerende inkomsten werd in de loop der jaren voortdurend aangepast, maar was nooit hoger dan 30%. Deze belasting noemt men de ‘bevrijdende roerende voorheffing’: bevrijdend, omdat eenmaal de voorheffing is betaald, dit niet meer moet worden vermeld in de belastingaangifte. 

Mattheüseffect

Minister Van Peteghem wil met zijn belastinghervorming dat het invullen van je belastingaangifte in de toekomst eenvoudiger wordt. Het is immers elk jaar voor velen een stressmoment om die onoverzichtelijke en ingewikkelde aangifte met meer dan 800 codes in te vullen.

Dat moet omlaag. Hoe kan dat? Volgens het advies van de Hoge Raad van Financiën kan dat door een grote schoonmaak in de talrijke fiscale koterijen. Lees: het aantal fiscale kortingen. Op zich is dat geen slecht idee, maar dan moet er wel iets in de plaats komen. 

Los van een aantal terechte vrijstellingen en verminderingen, zoals bijvoorbeeld voor personen ten laste of voor belastingplichtigen met een uitkering, zorgen belastingverminderingen voor een Mattheuseffect: de sociologische vakterm voor het rijker worden van de rijken en het armer worden van de armen. We verklaren ons nader. 

Het huidige fiscaal beleid is gericht op het geven van belastingverlagingen om een bepaald beleid te ondersteunen of te stimuleren. Hoe kom je aan belastingverlagingen? Door bepaalde kosten in te brengen die maken dat je een korting krijgt op de belastingen. Een dergelijk fiscaal beleid is vooral gericht op mensen die zelf al enige financiële draagkracht hebben.

Kortingen krijgen op je belastingen is dus niet voordelig voor iedereen. Het systeem van kortingen geldt immers alleen voor de belastingplichtigen die al belastingen betalen: wat wil zeggen een voldoende hoog inkomen hebben. Mensen die terecht worden vrijgesteld van belastingen omdat ze een te laag inkomen hebben om te belasten, profiteren niet mee.

Bovendien; wil men van de vermindering genieten dan moet men eerst investeren, wat wil zeggen; enige financiële reserve hebben en dan nog enige tijd kunnen wachten om het geld van de overheid te recupereren. Mensen die weinig financiële middelen hebben, kunnen dat geld vooraf niet vrijmaken. Een luxe die in de huidige omstandigheden voor een steeds grotere groep ondoenbaar wordt.

Door het fiscaal beleid van belastingkortingen wordt er bovendien beknibbeld op het progressieve karakter van onze fiscaliteit en wordt de belastingaangifte door telkens maar nieuwe kortingen toe te staan, er niet simpeler op. Door de ingewikkeldheid loopt men zelfs het risico niet van de voordelen te genieten waar men eigenlijk recht op heeft. Het resultaat van dit alles is dat zij die al hebben, nog meer krijgen: het Mattheuseffect. 

Referentiekader

Als de minister zijn belastinghervorming gaat bekendmaken, dan zouden we ons de volgende vragen kunnen stellen:

  • Verbetert de belastinghervorming de progressiviteit? 

Dat wil zeggen dat de belastingvoeten geleidelijk stijgen en lager zijn voor een laag inkomen dan voor en hoog inkomen. Zoals reeds is aangetoond, is vandaag de progressiviteit zwak. Je betaalt al gauw een tarief van 40% in plaats van bijvoorbeeld 10% dat maar geleidelijk stijgt. De geruchten voorspellen het omgekeerde. In een advies stelt de Hoge Raad van Financiën slechts nog drie belastingschijven voor [3]. Zie figuur hieronder.

Inkomensschijf Tarief belasting
Schijf 1 Van 0,01 euro tot 15.000 euro 25 %
Schijf 2 Van 15.001 euro tot 100.000 euro 40 %
Schijf 3 Meer dan 100.000 euro 50%

 

  • Worden alle inkomsten op een gelijkwaardige manier fiscaal behandeld? 

Met de belastinghervorming wil Minister Van Peteghem dat inkomen uit arbeid minder wordt belast. Belastingen zijn pas rechtvaardig als in de personenbelasting niet alleen de progressiviteit wordt verbeterd, maar als ook alle inkomsten worden samengeteld: beroeps-, financiële en onroerende inkomsten. De som van al deze inkomsten wordt onderworpen aan de personenbelasting. De winst die hiermee gemaakt wordt, kan je dan gebruiken om er een betere fiscale progressiviteit mee te financieren.

  • Komen de fiscale kortingen bij het juiste doelpubliek?

Om het Mattheuseffect aan te pakken en de belastingaangifte eenvoudiger te maken, is het rechtvaardiger om zoveel mogelijk fiscale kortingen om te zetten in directe subsidies, zodat lage inkomens en sociale uitkeringsgerechtigden ervan kunnen genieten.

En om misbruik te voorkomen, kan een rechtvaardige fiscaliteit niet zonder transparantie. Daarom moet de minister werk maken van een volledige opheffing van het bankgeheim en het aanleggen van een vermogenskadaster. Beide ontbreken in ons land.

Dit is niet alleen nodig om te controleren of de subsidies bij het juiste doelpubliek terecht komen, maar ook om de massale fiscale fraude, die zich concentreert bij de rijksten, aan te pakken. Een studie uitgevoerd in 2019 toonde aan dat de Europese lidstaten elk jaar bijna 825 miljard euro aan inkomsten mislopen als gevolg van belastingontduiking. In België gaat het om een bedrag van 30,4 miljard euro [4].

Broekzak – vestzak

Belastingen gaan over meer dan de personenbelasting alleen. Toen de vorige regering de belastingen op arbeid verlaagde om onder andere de koopkracht te verhogen, zagen we inderdaad een beperkte verlaging van de belastingdruk in de personenbelasting. Maar dat positieve effect op de koopkracht werd teniet gedaan door de verschillende verhogingen van consumptiebelastingen en allerhande besparingsmaatregelen. Ook vandaag kunnen we hier mogelijks mee te maken krijgen. Het liquideren van belastingschijven kost namelijk geld. 

De verlaging van de personenbelasting en de afschaffing van de twee hoogste belastingschijven van 52,5 procent en 55 procent in het aanslagjaar 2004 [5], heeft een daling teweeg gebracht van 1,2 procent van het bbp (de totale geldwaarde van alle in ons land geproduceerde goederen en diensten gedurende een jaar). Een daling die blijft doorwerken jaar na jaar [6]. In euro’s en bbp van vandaag is dit 6 miljard euro dat de overheid minder ontvangt [7].

Op de website van de GVA is te lezen dat het verminderen van de progressiviteit door slechts nog drie belastingschijven te behouden 5,7 miljard euro kost. Dat zou worden gecompenseerd door een reeks maatregelen. Het gaat dan onder meer om de afschaffing van maaltijdcheques, een btw-verhoging met 1%, een belastingheffing op gezinsbijslagen, een milieubelasting en besparingen bij openbare diensten [8]. Met andere woorden: als dit advies wordt gevolgd, wordt de politiek van de vorige regering verdergezet. 

En dan is er nog dit

Naast de hervorming van de personenbelasting, zou de minister bijvoorbeeld ook werk kunnen maken van een vermogensbelasting en de niches en achterpoorten in de vennootschapsbelasting wegwerken. Dat zorgt voor bijkomende miljarden.

In tegenstelling tot wat wordt beweerd, is het vrij eenvoudig om snel een vermogensbelasting op de allerrijkste miljonairs in te voeren. Gezien de enorme vermogensongelijkheid in ons land, is de invoering ervan een logische maatregel. Wist je dat alleen al de één procent superrijken 24 procent van het totale vermogen bezit [9]?

Een veelgehoord argument is, dat het niet mogelijk is om in ons land een vermogensbelasting in te voeren omdat we geen vermogenskadaster hebben. Dat is een register waarin het vermogen en de identiteit van de eigenaars worden geregistreerd. Maar, zo staat er bijvoorbeeld in het wetsvoorstel voor de invoering van een miljonairstaks van de PVDA, dat een vermogenskadaster geen voorwaarde is voor de invoering van een vermogensbelasting, aangezien dit een ‘aangiftebelasting’ is.

Dat wil zeggen dat de betrokken belastingplichtigen een belastingaangifte indienen zodra ze aan de voorwaarden voldoen. Dit is overigens het geval voor veel belastingen, bijvoorbeeld de aangifte voor de personenbelasting, de btw-aangifte, de aangifte van nalatenschap, enz. Het kadaster, dat enkel zou dienen voor de verificatie van de aangiften, kan dus perfect enkele maanden of jaren na de invoering van de belasting komen.

Naast de invoering van een vermogensbelasting is er ook werk aan de winkel om de vennootschapsbelasting op een rechtvaardige manier te hervormen. De vorige regering verlaagde de tarieven in de vennootschapsbelasting en verkocht deze regeling aan de burgers met de bewering dat ze tegelijk de fiscale niches en achterpoorten ging aanpakken.

Ze had het over een dubbele operatie die uiteindelijk budgetneutraal zou zijn: de verlaging van de belastingvoet zou gecompenseerd worden door de hogere ontvangsten wegens het afschaffen van de niches en achterpoorten. Maar toen puntje bij paaltje kwam, stond alleen de verlaging van de belastingvoet vast. Hierdoor gaat jaarlijks voor de begroting ongeveer 5 miljard euro verloren [10].

Het is nu afwachten hoe men de hervorming van de fiscaliteit gaat voorstellen. Laat ons hopen dat de fiscale hervorming zorgt voor een brede belastbare basis én voor meer herverdeling naar draagkracht.

 

Bronnen:

[1] Uiteindelijk komt alles neer op fiscaliteit, Knack, 1/06/2022, p.16

[2]  Tarieven | FOD Financiën (belgium.be)

[3] Hoge raad van financiën denkt aan verhoging btw, De Morgen, 11/05/2022, P.9

[4] Studie: ‘België loopt 30,4 miljard euro aan belastinginkomsten mis’ – Beleid – Trends (knack.be)

[5] Tarieven-PB-gezam-belas-inkom.pdf (abeka.be)

[6] Lang leve de vergrijzing, Patrick Deboosere & Marijke Persoone, p. 115

[7] BBP: 505.545.000.000 euro, NBB verslag 2021 p.31

[8] Nieuw advies over fiscale hervorming pleit voor afschaffing maaltijdcheques | Gazet van Antwerpen (gva.be)

[9] Komt er dan toch een rijkentaks? – DeWereldMorgen.beDeWereldMorgen.be

[10] 201910_Studie_PVDA_Top50_2019_NL.pdf (d3n8a8pro7vhmx.cloudfront.net) p.7

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!