Boeken, Samenleving, Politiek, België, Lokaal, Antwerpen -

Boekvoorstelling: Samen Vooruit in Antwerpen

"De plek waar we wonen, werken en leven is tevens de plek waar we dromen. Soms is er wrevel of ongenoegen, maar we laten onze leefomgeving ook niet los. Antwerpen is een stad met een lange geschiedenis. Deze zet zich verder. Hoe en met welke horizon ligt niet vast. Iedereen bepaalt mee die toekomstige geschiedenis. Wordt het een stad van iedereen of van de vastgoedmakelaars? Blijft het een angstige stad of een die straalt en vastberaden uitdagingen durft aangaan? Een stad die zich opdeelt of één die geluk mogelijk maakt? Dat kiezen we samen."

donderdag 20 september 2018 17:15
Spread the love

Woensdag 3 oktober vindt om 20u in het Elcker-Ik centrum in Antwerpen de boekvoorstelling plaats van Samen Vooruit in Antwerpen. Aanwezig zijn Stephen Bouquin, samensteller en schrijver van het boek, Walter Lotens, een van de mede-auteurs, en Koen Wijnants, vertegenwoordiger van Commons Lab Antwerpen, met wie Bouquin en Lotens in gesprek gaan rond het boek.

Hier alvast het door Stephen Bouquin geschreven slotwoord uit het boek:

De verbeelding aan de macht

Dit boek wordt gepubliceerd te midden van een campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen. Niet de moeder van alle verkiezingen (hoewel) maar wel een momentum waarin de aandacht voor de toekomst van onze stad iets of wat aangescherpt wordt. Het was desalniettemin een uitdaging een bijdrage te schrijven waarvan de houdbaarheidsdatum zich niet beperkt tot een kiesstrijd.

Om in deze opzet te slagen is historische diepgang noodzakelijk maar niet afdoende. Dit werd in het eerste deel verzorgd. Men kijkt ook best vooruit zonder te vergeten dat de huidige situatie aan een kritisch onderzoek moet onderworpen worden.

Waarschijnlijk is dit makkelijker wanneer men het stedelijk of gemeentelijk niveau als perimeter uitkiest. In tegenstelling tot het landelijk (federaal) of supranationaal niveau durven we op stedelijk of gemeentelijk makkelijker dromen over een andere wereld. Het zijn misschien kleine dromen maar soms ook niet. Het overkappen van de ring kan bijvoorbeeld moeilijk als een kleine droom weggezet worden. De slogan van mei 68 – de verbeelding aan de macht – klinkt bijgevolg op stedelijk niveau heel wat minder wereldvreemd. 

Het neoliberaal adagium ‘There Is No Alternative’ weegt op stedelijk vlak heel wat minder door. Er kan een bres in de muur van de status quo geslagen worden. Elkeen kan zich inbeelden dat het anders en beter kan. En dit zowat op alle vlakken. Per slot van rekening is Thomas More, die enige tijd in Antwerpen verbleef, ook hier begonnen aan zijn boek Utopia. 

Gebruik de haven om groene energie te produceren, via een regie in openbare handen met een coöperatieve dynamiek, en je vervangt Doel en haar gevaarlijke kernenergie. De sp.a is voorstander van 10.000 extra sociale woningen. Op tien jaar tijd weliswaar. Maar dat betekent nog steeds 1000 extra woningen per jaar. Groen en PVDA delen de mening dat goedkoop wonen een absolute prioriteit zou moeten worden. De wachtlijsten inzake kinderopvang zouden ook afgebouwd moeten worden. Ervoor zorgen dat jongeren mét een diploma afstuderen en een degelijke job vinden is een andere haalbare bekommernis. De herwaardering van een kwalitatief (stedelijk) onderwijs is hierbij een topprioriteit. Een stedelijke omgeving waarbij mobiliteit opnieuw in de eerste plaats op collectieve wijze wordt ingericht is een bijkomend streefdoel.

De verbeelding is nog niet aan de macht maar ze werkt wel. Voorlopig is het politiek klimaat nog steeds van die aard dat alles muurvast lijkt te zitten. De eerste horde die progressieve / slash / linkse krachten moeten durven nemen is deze van de verantwoordelijkheid. Het neoliberaal denken steunt op het idee dat de staat of de overheid in het algemeen weinig of geen verantwoordelijkheid draagt in het welzijn van de burgers. Not our business. 

Het schepencollege gedraagt zich als een raad van bestuur dat een bedrijf runt waarbij de stakeholders (de inwoners) maar voor zichzelf moeten zorg dragen. Zelfredzaamheid is de boodschap en enkel een minimalistische bescherming kan aangeboden worden; naast een maximale repressieve bewakingspolitiek natuurlijk. Zoals vijfhonderd extra straatcamera’s. Deze aanpak begint te wankelen maar ze is er wel nog steeds. Of beter gezegd, ze is aan de macht.

Maar op het vlak van steden en gemeenten heeft deze aanpak heel wat minder legitimiteit. Wanneer de personeelsbezetting bij de huisvuilophaaldienst wordt verminderd neemt het zwerfvuil toe. Wanneer in de ziekenhuizen de personeelsbezetting ook daalt genezen patiënten minder snel. Wanneer we lang op de tram of de bus staan te wachten; wanneer die overvol is of erger, wanneer ongevallen toenemen, dan denken wij zoals de meeste mensen dat het vierkant draait en slecht bestuur aan de macht is. Goed zo!

Het heeft lang geduurd maar zover zijn we gekomen anno 2018. Een meerderheid van de inwoners wil dat er een schepencollege, een bestuur de stuurknuppel in handen heeft waarbij men zorg draagt voor de stad en haar inwoners. Die horde, ten minste op vlak van bewustzijn of verbeelding is zo goed als genomen.

Blijft er een tweede horde en dat is die van de verdeeldheid of erger, de angst of afkeer, die bovendien soms wederzijds kan zijn. Om deze horde te nemen moet Antwerpen zichzelf gewoon in de spiegel durven kijken. Een wereldstad, een metropool die altijd al, op de ene of andere wijze multicultureel of superdivers is geweest. Nothing changed. Velen lieten zich wijsmaken dat deze huidskleur of die cultuur onverzoenbaar zou zijn ‘met de onze’. En dat ze bovendien vreemd is aan ‘onze stad’. Het omgekeerde is waar want migranten hebben de stad altijd al gemaakt, of ze nu van over het water kwamen, uit de Kempen, Polen, Portugal of Noord Afrika. 

De mensen maken de stad en de stad maakt de stedelijkheid. Het samenleven is nooit vanzelfsprekend, heeft soms goede regie en mediatie nodig maar dit samenleven kan zich enkel ontplooien in een sfeer van verdraagzaamheid en gastvrijheid. Het is op dit terrein dat we moeten vaststellen dat Antwerpen de laatste zes jaar bestuurd werd door een partijvoorzitter en niet door een burgemeester. Iemand die bestuurt in functie van de ideologie van zijn partij en niet in functie van het algemeen belang. Iemand die de stedelijkheid van Antwerpen miskent en ondermijnt.

Opdat Antwerpen zichzelf opnieuw in de spiegel mogen we ons best spiegelen aan Borgerhout. Of aan de talrijke straten en wijken waar er wordt samen geleefd. Interculturele dialoog, solidariteit en wederzijds respect bestaan reeds. Ze moeten enkel verbeterd worden en op dat vlak staan we dicht bij een kentering.

Er rest dan er nog een laatste horde, die van het geld. Sociale steun herwaarderen (van een ingekanteld OCMW) en het bestrijden van armoede is voor alle progressieve partijen een prioriteit. Zelfs de centrumrechtse christendemocratie kan dit moeilijk tegenspreken. En in feite doen de liberalen van Open VLD dat ook niet. De NVA blijft enkel hameren op de noodzaak de armen niet in een hangmat te laten lanterfanten. Zij recycleren het ‘voor wat hoort wat’ vertoog dat ze hebben aangeleerd toen ze samen met Monica De Coninck en Patrick Janssens de stad bestuurden. Armoede is een groot probleem en je voelt het al aankomen, van zodra sociale steun iets meer beschikbaar zou worden, dan groeit de vrees ‘dat er nog meer armen zullen bijkomen’. Deze redenering lijkt aardig veel op de wijze waarop vluchtelingen moeten geweerd worden. Help ze vooral niet want anders komen er nog meer. Het salon zit vol-verhaal als het ware. Dat was een quote van Louis Tobback, voor wie het zich herinnert. 

Maar dit is zo goed als ‘adding insult to injury’. Het is niet normaal dat een vervangingsinkomen zich onder de armoedegrens bevindt. Dit helpt niemand om zich te herpakken, voor zover dit nodig zou zijn. Er is bovendien wél geld. Ik vroeg aan Tom Meeuws hoeveel alle sociale maatregelen die de sp.a in haar programma bepleit inschat begroot. 200 miljoen euro per jaar was zijn antwoord. Indien je daarbij het personeelsbestand optrekt tot het peil van 2012 en er de nodige infrastructuurwerken rond huisvesting aan toevoegt, dan kom je dichtbij 400 miljoen euro per jaar. 

Is dit onmogelijk? Het is sommigen blijkbaar ontgaan dat Ringland een bom geld kost. Laat ons niet vergeten dat de raming van de totale kostprijs van Ringland en een nieuwe Scheldeverbinding zich tussen de 12 à 15 miljard situeert, verspreid over een pakweg een decennium. En de ervaring leert ook dat de raming meestal op een onderschatting van reële kostprijs is gebaseerd. Niemand heeft Ringland afgeblazen met het argument dat er geen geld voor te vinden valt. Al vrees ik persoonlijk dat dit geld, indien het op de beurs wordt opgehaald, ook zal bepalen in welke mate de vrijgekomen ruimte moet opbrengen. Maak van Ringland commons zou ik zeggen, net zoals van de haven trouwens. 

Allemaal mooi en wel, maar dat geld hebben we niet … Het is een kapotgespeelde plaat die we best afzetten zoals de man in het blauw kostuum wist te zeggen. Want er is wél geld. Laat ons om te beginnen eens kijken hoeveel rijkdom onttrokken wordt aan het maatschappelijk gebeuren. Rijkdom die door arbeid wordt voortgebracht en mogelijk wordt gemaakt door maatschappelijke infrastructuur waarvan ondernemingen gebruik maken. Rijkdom die op grootschalige wijze terecht komt op de Kaaimaneilanden of de Bermuda’s. Die optelsom geeft ons het cijfer van 60 miljard per jaar. Geen fraude, maar gewoon ‘ontduiking’. Natuurlijk heeft de stad op dat vlak niet onmiddellijk veel greep. Maar als we dan toch het meerschalig karakter van de veranderingen durven inzien, welnu dan kan de stad ook een platform zijn om op hoger niveau dat soort verandering af te dwingen.

Antwerpen is niet alleen een stad met veel rijkdom – denken we maar aan de diamantsector – het is ook een stad die enorm veel rijkdom voortbrengt en waarlangs nog veel meer rijkdom transiteert. Zo is de Antwerpse haven de belangrijkste haven voor Duitsland – want in tonnenmaat van overslag weegt ze zwaarder dan de haven van Hamburg of Bremen in relatie tot de goederen die van of naar Duitsland komen en gaan. Het aandeel van de haven in het BBP van België overtreft 20% en dat is goed voor 80 miljard euro. Ook niet mis. Wanneer we naar de 50 belangrijkste ondernemingen kijken die hoofdzakelijk in de Antwerpse haven actief zijn komen we evenzeer tot indrukwekkende resultaten. Samen draaien zij een jaarlijkse omzet van om en bij de 40 miljard euro, goed voor 10 procent van het BBP van België. De toegevoegde waarde – hetgeen de productiefactoren arbeid en kapitaal voortbrengen – is goed voor 7,2 miljard euro. Bij deze 50 ondernemingen vertegenwoordigt de winst voor afhouding van belastingen ongeveer 2,7 miljard euro. Goed voor het meer dan dubbele van de gewone en buitengewone begroting van de stad. Dat is nu net de paradox van Antwerpen. De 50 grootste bedrijven betalen gemiddeld minder dan 18 procent belastingen op de bedrijfswinsten. Sommigen amper 2 procent, zoals Exxon of Katoennatie. Bij de Antwerpse Containerterminal stijgt de heffingsvoet tot dichtbij de 10 procent. Gelukkig dragen reuzen zoals Saint Gobain of Bayer wél 25 procent van hun bedrijfswinsten aan de nationale schatkist. Maar de globale bijdrage van deze 50 ondernemingen draait amper rond de 450 miljoen en daarvan komt maar een zeer klein deel terug naar Antwerpen.

Men kan de zaken ook op een meer visuele wijze voorstellen. In de Antwerpse haven worden jaarlijks 214 miljoen ton verhandeld. Het containervolume is goed voor de helft hiervan wat concreet ongeveer ± 3 miljoen containers betekent. Van dit volume komt meer dan helft terecht op de ring. Er is dus heel wat rijkdom die Antwerpen transiteert en, met uitzondering van fijn stof, houdt de Antwerpenaar er weinig van over.

Dit is op zich niet noodzakelijk een probleem in de mate dat er ook op regionaal en federaal niveau instellingen en diensten moeten gefinancierd worden. Wij pleiten hier niet voor tolheffingen en een vermenigvuldiging van lokale accijnzen, zoals in de Mideeleeuwen. Al zou een territoriale economische bijdrage, zoals die bijvoorbeeld in Frankrijk bestaat, wél relevant zijn. Met een heffingsvoet van amper 1,18 procent op de bedrijfswinsten beschikken de meeste gemeenten in Frankrijk wél over een budget waarmee ze gemiddeld in urbane omgeving voor sociale woningen zorgen die om en bij de 20% van het totale woningpark vertegenwoordigen. Om maar één voorbeeld te geven.

Indien we de gemeentelijke belasting-opbrengsten bekijken stellen we vast dat deze, wat Antwerpen betreft, sinds 2008 gestegen zijn van 380 miljoen naar 425 miljoen euro. Hier bovenop ontvangt de stad ongeveer 800 miljoen als dotatie vanuit het gemeentefonds. Samen geeft dit een operationeel budget van grosso modo 1,3 miljard euro. Mijn besluit is dus redelijk eenvoudig: hoewel er veel tekortkomingen zijn en er veel rijkdom aan Antwerpen ontsnapt mogen we niet vergeten dat een grootstad zoals Antwerpen geen onbelangrijk beleidsniveau is om een ‘andere wereld’ vorm te geven.

En dit was nu net de opzet van de vele socialisten die Antwerpen bestuurd hebben. De stad der scholen, der zwembaden en bibliotheken is in hoofdzaak een verdienste van de sociaal-democratie. Sterke openbare diensten en bij ontstentenis, concessies toestaan in plaats de privé sector aan de haal laten gaan met onze koopkracht. Deze filosofie werd gecombineerd met een visionair beleid, waarbij men op tijd beseft wat tien jaar later nodig zal zijn. Zo heeft men ervoor gezorgd dat de haven tijdig werd gemoderniseerd. Het is misschien niet geweten maar er zijn tal van binnenlandse haven ten onder gegaan aan de containerrevolutie … London om te beginnen. In 1972 telde men er nog 25.000 dokwerkers. Vandaag geen enkele. Wat de Antwerpse betreft moet deze gewoon duurzamer gemaakt worden en zich voorbereiden op korte circuits waarbij wordt ingezet op intermodaal vervoer. Waarbij ook alternatieven worden geboden op veelvuldig containertransport via de ring.

Een ander actieterrein van dit sossen-bestuur bestond erin de economische welvaart te verdelen. Mits een sterke overlegeconomie, zeg maar een ‘gemengde economie’, wordt de welvaart bijna automatisch gedeeld. Goeie jobs in ondernemingen met sterke vakbonden leiden tot degelijke arbeidsomstandigheden en resulteren in een ‘sociale return’ waarvan iedereen beter wordt.

In de nabije toekomst moet dit opnieuw gebeuren. Het hermunicipaliseren van diensten is eerste actieterrein. Een tweede actieterrein kan erin bestaan een stadsmunt te lanceren. In heel Europa schieten stadsmunten of lokale munten als paddenstoelen uit de grond. Het wordt ook toegestaan door Europa (wat ook niet dikwijls gebeurt) en het biedt de kans om lokale producenten van diensten en goederen te verbinden met de inwoners van de stad. Noem deze munt ‘Sinjoorkens’ of niet, maak er een digitale versie van, die ook als een betaalkaart in de cultuur sector functioneert. Zorg ervoor dat je de zwaar werkende middenstand (verdrongen door alle franchise-ketens), de coöperatieve sector of sociale en duurzame ondernemers een duwtje in de rug geeft en dan is er wél sprake van een trickle down effect. Geld of een munt is enkel een ruilmiddel en met een stadsmunt floreert ook de stedelijke economie.

De verbeelding aan de macht is met andere woorden verre van een onmogelijke zaak in Antwerpen. Noch in andere steden en gemeenten. Sommigen stellen dat de links-rechts breuklijn op stedelijk of gemeentelijk vlak van minder doorslaggevende aard is. We gaan dit niet tegenspreken. Vooral niet omdat de links-rechts breuklijn als dusdanig op heel wat vlakken compleet vervaagd is. Wanneer (centrum)linkse partijen (incluis Syriza) aan de macht komen wordt nog steeds hetzelfde rechtse beleid gevoerd en bijgevolg zijn de bakens van wat rechts of links betekent totaal irrelevant geworden. Daarnaast hebben mensen die zich rechts benoemen nog steeds op een aantal belangrijke kwestie wél linkse overtuigingen, zoals rechtvaardige belastingen of een overheid ten dienste van de samenleving. Op grootstedelijk vlak zien we bovendien ook andere breuklijnen ontstaan: tussen voor- en tegenstanders van een open en gastvrije stad ; tussen voor of tegenstanders van solidaire of zeg maar een rechtvaardige stad. Op al deze breuklijnen is er een progressief antwoord. Links moet ook durven.

In de huidige context van vermarkting van de stad is het belangrijk ervoor te zorgen dat de stad ten dienste blijft van haar inwoners. Wanneer de stad wordt gekaapt door bestuurders die ofwel voor zichzelf rijden, of enkel het politiek project van de partij die ze voorzitten huldigen, dan wordt de stad verwaarloosd en wordt de stedelijkheid ondermijnd. In dit straatje is Antwerpen reeds enige tijd verzeild geraakt, zelfs enige tijd voor 2012. Maar de laatste bestuursperiode hebben we de radicalisering van neoliberaal gewapend bestuur leren ervaren. Dit is geen fataliteit. Wie de verlichting hoog in het vaandel draagt ontkent ook de maakbaarheid van de samenleving niet. Wonen, werken, leven en dromen. Het kan.

(Uit ‘Samen Vooruit in Antwerpen, Stephen Bouquin (red.), Rafik Khalfaoui, Marc Le Bruyn, Walter Lotens, Sven Naessens, David Van Peteghem, Peter terryn, Elly Van Reusel, Rudy Wouters, Critica, Antwerpen, 2018, 182 blz. ISBN 9789082383058, prijs 15 euro, www.critica.be)

take down
the paywall
steun ons nu!