Volgens de cijfers van het Global Carbon Project is de totale uitstoot door fossiele brandstoffen in 2010 de hoogste in onze geschiedenis. We stootten in 2010 met zijn allen 49 procent meer uit dan in 1990, het referentiejaar voor het akkoord van Kyoto. In 2008 en 2009 ging de uitstoot achteruit, maar dat had volgens het rapport alles te maken met de financiële crisis op dat moment. Volgens The New York Times is deze stijging zo goed als zeker de grootste sinds de Industriële Revolutie.
De grootste stijger was China, met een uitstoot die in 2010 10 procent hoger lag dan in 2009. Andere belangrijke stijgers zijn India (9,4 procent), Rusland (5,8 procent), de VS (4,1 procent) en de Europese Unie (2,2 procent). Nieuwe industrielanden zorgen voor een steeds groter deel van de uitstoot, maar het rapport benadrukt dat de uitstoot per capita in de rijke industrielanden nog steeds met grote voorsprong het hoogst blijft.
In 2009 daalde de uitstoot met 1,4 procent door de gevolgen van de financiële crisis. Maar de sprong vooruit is dus veel groter dan een normaal herstel na de crisis.
Volgens de bekende Amerikaanse klimaatactivist- en specialist Bill McKibben zijn die cijfers het belangrijkste nieuws in dertig jaar. “Dit betekent dat we bijna de strijd om de schade door de opwarming te beperken, verloren hebben”, aldus McKibben. De klimaatonderhandelingen in Durban zijn belangrijker dan ooit, maar bijna niemand besteedt er enige aandacht aan, schrijft McKibben.
Het Global Carbon Project is een wetenschappelijke organisatie die ijvert voor een wereldwijde terugdringing van de uitstoot van broeikasgassen. GCP wil kennis over het probleem, noodzakelijk om tot maatregelen te komen, wereldwijd verspreiden.