"Dit is geen zelfverdediging, Dit is genocide". Foto: Anas Alsharif
Open brief - Craig Mokhiber, Hoofd VN-secretariaat voor de Mensenrechten in New York,

“Geachte Hoge Commissaris voor de Mensenrechten, dit is genocide”

In een Open Brief aan VN-Hoge Commissaris voor de Mensenrechten Volker Türk, kondigt Craig Mokhiber, hoofd van zijn secretariaat in New York, zijn ontslag aan na 30 jaar VN-dienst. "Geachte Hoge Commissaris, dit is genocide zoals in de boeken. De VS, Groot-Brittannië en de EU dragen een verpletterende verantwoordelijkheid door hun tientallen jaren steun aan dit Europese koloniale project in Palestina en de mainstream media zijn medeplichtig door het tientallen jaren selectief goed te praten."

woensdag 1 november 2023 12:14
Spread the love

 

“Als je je ‘neutraal’ opstelt tegenover situaties van onderdrukking kies je de kant van de onderdrukker”, aldus Zuid-Afrikaans bisschop Desmond Tutu die in 1984 de Nobelprijs voor de Vrede kreeg.

DeWereldMorgen veroordeelt de recente aanvallen van Hamas tegen Israëlische burgers, maar ziet die niet los van 75 jaar staatsterreur van Israël tegen het Palestijnse volk. Het internationaal erkende recht op gewapend verzet tegen een kolonisator is geen vrijbrief voor aanslagen op burgers. Een onderhandelde vrede kan alleen bereikt worden wanneer 75 jaar verdrijving, 56 jaar bezetting, kolonisatie en apartheid en 16 jaar blokkade van Gaza worden erkend als de oorzaken van dit geweld. DeWereldMorgen onderzoekt deze oorzaken die door de politiek en door mainstreammedia worden verzwegen, onderbelicht of ontkend, om zo een debat te stimuleren dat kan leiden tot onderhandelingen en vrede. (nvdr)

…/…

Aan Volker Türk, VN-Hoge Commissaris voor de Mensenrechten

Palais Wilson, Geneva, 28 oktober 2023

Geachte Hoge Commissaris1,

Dit zal mijn laatste officiële communicatie met U zijn als Directeur van het New York Office van de Hoge Commissaris voor Mensenrechten.

Ik schrijf op een ogenblik van groot afgrijzen voor de wereld, net als voor veel van onze collega’s. Opnieuw zien wij een genocide die zich voor onze ogen ontplooit en de Organisatie die wij dienen blijkt machteloos om ze te stoppen.

Als mens die mensenrechten in Palestina heeft onderzocht sinds de jaren 1980, die in Gaza heeft gewoond als VN-mensenrechtenadviseur in de jaren 1990 en die vanaf toen meerdere missies voor mensenrechten heeft uitgevoerd naar het land, raakt dit me persoonijk zeer diep.

Ik heb in deze gebouwen gewerkt tijdens de genocides tegen de Tutsi, de Bosnische moslims, de Jazidi en de Rohhingya. In elk van deze gevallen, nadat het stof neerdaalde over de gruwel die werd aangericht tegen weerloze burgerbevolkingen, werd het pijnlijk duidelijk dat we gefaald hadden in onze plicht om de imperatieven te verwezenlijken voor de preventie van massawreedheden, van bescherming van de kwetsbaren en van verantwoording voor de daders. En zo is dat gelopen met opeenvolgende golven van moord en vervolging tegen de Palestijnen tijdens het hele bestaan van de VN.

Hoge Commissaris, wij falen opnieuw.

Als mensenrechtenadvocaat met meer dan dertig jaar ervaring op dit vlak, weet ik maar al te goed dat het concept van genocide dikwijls onderwerp was van politiek misbruik. Maar de huidige grootschalige afslachting van het Palestijnse volk, met zijn wortels in een koloniale ideologie van etno-nationalistische settlers, een voortzetting van tientallen jaren van systematische vervolging en uitzuivering, die volledig gebaseerd is op hun status als Arabieren, en begeleid door expliciete utspraken van leiders in de regering en het leger van Israël, laat geen ruimte voor twijfel of debat.

In Gaza worden moedwillig burgerwoningen, scholen, kerken, moskeeën en medische faciliteiten aangevallen waarbij duizenden burgers worden afgemaakt. Op de Westelijke Jordaanoever, met inbegrip van bezet Oost-Jeruzalem, worden huizen in beslag genomen en overgemaakt volledig op basis van ras, en gewelddadige pogroms door settlers worden vergezeld van Israëlische militaire eenheden.

Apartheid heerst over het land

Dit is geval van genocide recht uit de boeken. Het Europese, etnonationalistische koloniale settlerproject in Palestina is zijn finale fase ingetreden, op naar de versnelde vernietiging van de laatste restanten van het inheemse Palestijnse leven in Palestina. Daarenboven zijn de regeringen van de VS, Groot-Brittannië en het grootste deel van Europa volledig medeplichtig aan deze afgrijzelijke aanslag.

Niet alleen weigeren deze regeringen hun verdragsverplichtingen te honoreren om “respect te verzekeren” voor de Conventies van Genève2, maar bovendien bewapenen zij in feite op actieve wijze deze aanslag, door het bieden van economische steun en het delen van inlichtingen, en door het geven van een politieke en diplomatieke dekmantel voor de wreedheden van Israël.

In samenspraak overtreden de westerse mediabedrijven, die in toenemende mate ten dienste staan van en aanleunen bij de staten, openlijk Artikel 20 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten3, door het onophoudelijk dehumaniseren van de Palestijnen om de genocide te faciliteren, en door het uitzenden van propaganda voor oorlog en door verspreiding van nationalistische, racistische of religieuze haat die neerkomt op het aanzetten tot discriminatie, vijandigheid en geweld.

Bedrijven van sociale media in de VS onderdrukken de stemmen van verdedigers van de mensenrechten, terwijl ze pro-Israël-propaganda uitvergroten. Online trolls van de Israëllobby en GONGO’s4 vallen verdedigers van de mensenrechten lastig en besmeuren ze, terwijl westerse universiteiten en werkgevers met hen collaboreren om al diegenen te bestraffen die het wagen zich uit te spreken tegen deze wreedheden. In de nasleep van deze genocide moeten ook deze daders ter verantwoording worden geroepen, net zoals dat gebeurde met Radio Milles Collines in Rwanda.

In deze omstandigheden zijn de eisen aan onze organisatie om principieel en effectief te handelen groter dan ooit. We zijn die uitdaging echter niet aangegaan. De beschermende bevoegdheid tot handhaving van de VN-Veiligheidsraad werd opnieuw geblokkeerd door de onverzettelijke houding van de VS. VN-seretaris-generaal António Guterres wordt aangevallen voor zijn allermildste uiting van protest en onze mechanismen voor mensenrechten worden voortdurend aangevallen door een georganiseerd belasterend netwerk van straffeloosheid.

Decennia van afleiding door de illusoire en grotendeels onoprechte beloften van Oslo5 hebben het UNHCR afgeleid van haar kerntaak om het internationaal recht, de internationale mensenrechten en het VN-Handvest zelf te verdedigen.

De mantra van de “twee-staten-oplossing” is een openlijke grap geworden in de VN-wandelgangen, zowel vanwege zijn volstrekte onmogelijkheid in de feiten, als vanwege zijn totale falen om rekening te houden met de onvervreemdbare mensenrechten van het Palestijnse volk.

Het zogenaamde “kwartet”6 is niets meer geworden dan een vijgenblad voor passiviteit en onderwerping aan een wrede status quo. De door de VS opgelegde eerbied voor “overeenkomsten tussen de partijen zelf” (in plaats van eerbied voor het internationaal recht) was altijd al een doorzichtige handreiking, bedoeld om de suprematie van Israël over de rechten van de bezette en bezitloze Palestijnen te versterken.

Hoge Commissaris, ik kwam voor het eerst naar deze organisatie in de jaren 1980, omdat ik daar een principiële, op normen gebaseerde instelling vond die vierkant aan de kant van de mensenrechten stond, ook in gevallen waarin de machtige VS, Groot-Brittannië en de EU onze tegenstanders waren.

Terwijl mijn eigen regering, haar overheidsinstellingen en een groot deel van de Amerikaanse media nog steeds de Zuid-Afrikaanse apartheid, de Israëlische onderdrukking en de Centraal-Amerikaanse doodseskaders steunden of rechtvaardigden, kwamen de VN op voor de onderdrukte mensen in al deze landen.

We hadden het internationaal recht aan onze kant.We hadden mensenrechten aan onze kant. We hadden principes aan onze kant. Onze autoriteit was geworteld in onze integriteit. Maar nu niet langer meer.

In de afgelopen decennia hebben belangrijke delen van de VN zich overgegeven aan de macht van de VS en aan de angst voor de Israël-lobby, door deze principes op te geven en zich terug te trekken uit het internationale recht zelf. Door deze overgave hebben we veel verloren, niet in de laatste plaats onze eigen wereldwijde geloofwaardigheid.

Het Palestijnse volk heeft echter de grootste verliezen geleden als gevolg van ons falen. Het is een verbluffende historische ironie dat de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens werd aangenomen in hetzelfde jaar 1949 dat de Nakba werd begaan tegen het Palestijnse volk.

Nu we de 75ste verjaardag van deze Universele Verklaring herdenken, zouden we er goed aan doen om het oude cliché dat deze Verklaring werd geboren uit de wreedheden die eraan voorafgingen, achter ons te laten en toe te geven dat ze werd geboren naast een van de meest gruwelijke genocides van de 20ste eeuw, die van de vernietiging van Palestina.

In zekere zin beloofden de opstellers (van de Universele Verklaring) mensenrechten aan iedereen, behalve aan het Palestijnse volk. En laten we ook niet vergeten dat de Verengde Naties zelf de erfzonde dragen van hulp aan het faciliteren van de onteigening van het Palestijnse volk door hun ratificatie van het Europese koloniale project dat Palestijns land in beslag nam en overdroeg aan de kolonisten.

Er is veel waarvoor wij tot inkeer moeten komen.

De weg naar inkeer is echter duidelijk. We kunnen veel leren van de principiële houding die de afgelopen dagen in steden over de hele wereld werd aangenomen, nu massa’s mensen in opstand komen tegen deze genocide, zelfs met het risico om geslagen en gearresteerd te worden.

Palestijnen en hun bondgenoten, mensenrechtenverdedigers van allerlei pluimage, christelijke en islamitische organisaties en progressieve joodse stemmen die “niet in onze naam” zeggen, wijzen allen de weg. We hoeven hen alleen maar te volgen.

Gisteren (27 oktober), slechts een paar straten hiervandaan, werd het Grand Central Station in New York volledig ingenomen door duizenden Joodse mensenrechtenactivisten die solidair waren met het Palestijnse volk en eisten dat er een einde zou komen aan de Israëlische tirannie (velen onder hen riskeerden gearresteerd te worden).

Door dit te doen, haalden ze in een oogwenk het propagandapunt van de Israëlische hasbara (en van de oude ‘antisemitische’ gemeenplaats) onderuit dat Israël op de een of andere manier het Joodse volk vertegenwoordigt. Dat is niet zo7. En als zodanig is Israël als enige verantwoordelijk voor zijn misdaden.

Op dit punt moet worden herhaald dat kritiek op de mensenrechtenschendingen door Israël niet antisemitisch is, de laster van de Israëllobby die het tegendeel beweert ten spijt, net zo min als kritiek op schendingen door Saoedi-Arabië islamofoob is, kritiek op schendingen door Myanmar anti-boeddhistisch is, of kritiek op schendingen door India anti-Hindoe is.

Als zij ons het zwijgen willen opleggen met laster, moeten we onze stem verheffen, niet verlagen. Ik vertrouw erop dat U het ermee eens zult zijn, Hoge Commissaris, dat dit is waar het om draait als we de waarheid willen spreken tegen de macht.

Maar ik vind ook hoop in die afdelingen van de VN die hebben geweigerd de principes van mensenrechten van de Organisatie in gevaar te brengen, ondanks enorme druk om dat wel te doen. Onze onafhankelijke speciale rapporteurs, onderzoekscommissies en deskundigen zijn, samen met de meeste van onze medewerkers, blijven opkomen voor de mensenrechten van het Palestijnse volk, zelfs toen andere onderdelen van de VN (zelfs op de hoogste niveaus) op schandalige wijze het hoofd bogen voor de macht.

Als hoeders van de normen en standaarden op het gebied van mensenrechten hebben de VN-Hoge Commissaris en zijn diensten de bijzondere plicht om die normen te verdedigen. Ik denk dat het onze taak is om onze stem te laten horen, van de VN-secretaris-generaal tot de allernieuwste VN-medewerker, en horizontaal doorheen het hele VN-systeem, door erop aan te dringen dat de mensenrechten van het Palestijnse volk nergens onder de blauwe VN-vlag ter discussie staan, dat er niet over wordt onderhandeld en dat er geen compromissen over worden gesloten.

Hoe zou een op VN-normen gebaseerd standpunt er dan uitzien? Want wat zouden we doen als we trouw bleven aan onze retorische vermaningen over mensenrechten en gelijkheid voor iedereen, over verantwoordingsplicht voor daders, over schadeloosstelling voor slachtoffers, bescherming van de kwetsbaren en empowerment voor rechthebbenden, en dat alles in een rechtsstaat?

Ik denk dat het antwoord eenvoudig is – als we de helderheid van geest hebben om verder te kijken dan de propagandistische rookgordijnen die de visie van rechtvaardigheid vervormen waaraan we trouw gezworen hebben, als we de moed hebben om angst en eerbied voor machtige staten los te laten en de wilskracht om echt de banier van mensenrechten en vrede op te nemen.

Zeker, dit is een langetermijnproject en een steile klim. Maar we moeten nu beginnen of ons overgeven aan onuitsprekelijke horror. Ik zie tien essentiële punten:

1. Legitieme actie: Ten eerste moeten we in de VN afstand doen van het mislukte (en grotendeels onoprechte) paradigma van de Oslo-akkoorden8, de illusoire tweestatenoplossing, het impotente en medeplichtige Kwartet (van VN, VS, EU en Rusland) en de onderwerping van het internationaal recht aan het dictaat van verondersteld politiek opportunisme. Onze standpunten moeten onvoorwaardelijk gebaseerd zijn op internationale mensenrechten en internationaal recht.

2. Helderheid van visie: We moeten ophouden te doen alsof dit gewoon een conflict over land of religie zou zijn tussen twee strijdende partijen en de realiteit erkennen van de situatie waarin een onevenredig machtige staat een inheemse bevolking koloniseert, vervolgt en onteigent op basis van hun etniciteit.

3. Eén staat gebaseerd op de mensenrechten: We moeten de oprichting steunen van één enkele, democratische, seculiere staat in heel historisch Palestina, met gelijke rechten voor christenen, moslims en joden, en dus de ontmanteling van het diep racistische, koloniale project en een einde aan de apartheid in het hele land.

4. Bestrijding van apartheid: We moeten alle inspanningen en middelen van de VN richten op de strijd tegen apartheid, net zoals we in de jaren 1970, 1980 en begin jaren 1990 voor Zuid-Afrika hebben gedaan.

5. Terugkeer en compensatie: We moeten herbevestigen en aandringen op het recht op terugkeer en volledige compensatie voor alle Palestijnen en hun families die momenteel in de bezette gebieden, in Libanon, Jordanië, Syrië en in de diaspora over de hele wereld wonen.

6. Waarheid en gerechtigheid: We moeten oproepen tot een proces van overgangsjustitie, waarbij ten volle gebruik wordt gemaakt van tientallen jaren aan verzamelde onderzoeken, enquêtes en VN-rapporten, om de waarheid vast te leggen en ervoor te zorgen dat alle daders ter verantwoording worden geroepen, dat alle slachtoffers genoegdoening krijgen en dat gedocumenteerd onrecht wordt hersteld.

7. Bescherming: We moeten aandringen op de inzet van een goed uitgeruste en sterk gemandateerde VN-beschermingsmacht met een duurzaam mandaat om burgers te beschermen van de rivier tot de zee.

8. Ontwapening: We moeten pleiten voor de verwijdering en vernietiging van Israëls enorme voorraden nucleaire, chemische en biologische wapens, opdat het conflict niet leidt tot de totale vernietiging van de regio en mogelijk ook daarbuiten.

9. Bemiddeling: We moeten erkennen dat de VS en de andere westerse mogendheden in feite geen geloofwaardige bemiddelaars zijn, maar feitelijke partijen in het conflict die medeplichtig zijn met Israël aan de schending van Palestijnse rechten, en we moeten hen als zodanig benaderen.

10. Solidariteit: We moeten onze deuren (en de deuren van de VN-secretaris-generaal) wijd open zetten voor de legioenen Palestijnse, Israëlische, Joodse, Moslim en Christelijke mensenrechtenverdedigers die solidair zijn met het volk van Palestina en hun mensenrechten. We moeten een halt toeroepen aan de ongebreidelde stroom van Israël-lobbyisten naar de kantoren van VN-leiders, waar ze pleiten voor voortzetting van oorlog, vervolging, apartheid en straffeloosheid, en onze mensenrechtenverdedigers besmeuren omwille van hun principiële verdediging van de Palestijnse rechten.

Het zal jaren duren om dit te bereiken, en de westerse machten zullen ons bij elke stap tegenwerken, we moeten dus standvastig zijn. Op korte termijn moeten we werken aan een onmiddellijk staakt-het-vuren en een einde maken aan de langdurige belegering van Gaza, opkomen tegen de etnische zuivering van Gaza, Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever (en elders), de genocidaire aanval in Gaza documenteren, helpen om massale humanitaire hulp en wederopbouw aan de Palestijnen te bieden, zorgen voor onze getraumatiseerde collega’s en hun families, en vechten voor een principiële aanpak in de politieke kantoren van de VN.

Het falen van de VN in Palestina tot nu toe is voor ons geen reden om ons terug te trekken. Het zou ons juist de moed moeten geven om het mislukte paradigma uit het verleden achter ons te laten en een meer principiële koers te gaan varen.

Laten we ons als VN-instelling OHCHR moedig en trots aansluiten bij de antiapartheidsbeweging die over de hele wereld groeit en ons logo toevoegen aan de banier van gelijkheid en mensenrechten voor het Palestijnse volk.

De wereld kijkt toe. We zullen allemaal verantwoording moeten afleggen voor ons standpunt op dit cruciale moment in de geschiedenis. Laten we aan de kant van de gerechtigheid staan.

Ik dank u, Hoge Commissaris Volker, voor het aanhoren van deze laatste oproep vanaf mijn bureau. Over een paar dagen verlaat ik het Bureau voor de laatste keer, na ruim dertig jaar dienst. Maar aarzel niet om contact met mij op te nemen als ik U in de toekomst van dienst kan zijn.

x

 

Vertaling Marc Vandepitte en Lode Vanoost.

Notes (nvdr):

1   Deze brief is gericht aan de Oosterrijkse jurist Volker Türk, Hoge Commissaris voor Mensenrechten van de Verenigde Naties (OHCHR). Hij leidt het VN-departement UN Human Rights Office (UNHRO). Het hoofdkwartier bevindt zich in Genève. Craig Mokhiber, auteur van deze brief, leidde het kantoor van de UNHRO in New York.

2   Zie Wat zijn de ‘Conventies van Genève’? Deze Conventies bepalen ook de plichten van een bezettend leger tegenover de burgers van de gebieden die ze bezetten.

3   Engelse afkorting ICCPR. Artikel 20: Niemand mag worden onderworpen aan folteringen, of aan wrede onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing.

4   Een Government-Organized Non-Governmental Organisation (GONGO) is een door een regering georganiseerd en gefinancierde organisatie die naar de buitenwereld poseert als een echte ngo, maar dat allesbehalve is. Op die manier verspreidt een regering standpunten en zogenaamde rapporten van derden die hun beleidsargumenten meer geloofwaardigheid moeten geven.

5   De Akkoorden van Oslo van 1993 waren een reeks overeenkomsten tussen de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie PLO en Israël. Ze werden ondertekend in New York en Caïro na onderhandelingen bemiddeld door Noorse diplomaten in Oslo. Het zou een voorbereiding tot een tweestatenoplossing moeten geworden zijn. Ze werden door Israël nooit gerespecteerd.

6   Het ‘kwartet’ dat moest toezien op het vredesproces werd opgericht in 2002 en bestond uit de EU, de VN, de VS en Rusland. Het heeft nooit gewerkt omdat de VS elk initiatief blokkeerde.

8   Zie voetnoot 5.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!