Groepsfoto van de Afrikaans-Amerikaanse top. Foto: Office of the President of the United States. Public domain
Vijay Prashad, the Tricontinental

Amerikaans-Afrikaanse top: VS voeren de forsing tegen Rusland en China

Vanuit hun bevreesdheid voor de groeiende invloed van Rusland en China op het Afrikaanse continent organiseerden de Verenigde Staten half december 2022 een Amerikaans-Afrikaanse topconferentie. Het ging om meer dan een routineus diplomatiek nummertje.

donderdag 2 februari 2023 16:32
Spread the love

 

Op de top liet Washington zich leiden door zijn bredere Nieuwe-Koude-Oorlog-agenda, gericht op verstoring van de relaties van Afrikaanse landen met China en Rusland. Deze havikachtige houding wordt gepromoot door Amerikaanse militaire planners die Afrika beschouwen als “de zuidelijke flank van de NAVO” en China en Rusland zien als “bijna evenwaardige bedreigingen”. Tijdens de topconferentie beschuldigde de Amerikaanse minister van Defensie Lloyd Austin China en Rusland van destabilisatie van het Afrikaanse continent. Austin bracht maar weinig bewijsmateriaal aan om die beschuldigingen hard te maken. Zo wees hij op belangrijke Chinese investeringen, handelsactiviteiten en infrastructuurprojecten in veel Afrikaanse landen en had hij kritiek op de aanwezigheid in een handjevol landen van enkele honderden huurlingen van de Wagnergroep, de Russische particuliere beveiligingsdienst.

Tijdens de topconferentie beschuldigde de Amerikaanse minister van Defensie Lloyd Austin China en Rusland van destabilisatie van het Afrikaanse continent

Aan het einde van de top beloofde de Amerikaanse president Joe Biden aan de Afrikaanse regeringsleiders dat hij eerlang een tournee doorheen het Afrikaanse continent zou maken. Verder zegde hij Amerikaanse investeringen ter waarde van 55 miljard dollar toe en legde hij een hoogdravende maar nietszeggende verklaring af over het partnerschap tussen de Verenigde Staten en Afrika. Als we het trackrecord van de Amerikanen op het Afrikaanse continent even overlopen, kunnen we – tot bewijs van het tegendeel – deze woorden alleen maar beschouwen als gebakken lucht en geopolitiek spierballenvertoon.

Schuldencrisis

In de eindverklaring van de top werd met geen enkel woord gerept over de meest urgente kwestie voor de regeringsleiders van het continent: de aanhoudende schuldencrisis. Het rapport van de Conferentie inzake Handel en Ontwikkeling van de VN van 2022 kwam tot de bevinding dat “60 procent van de minst ontwikkelde landen en andere landen met een laag inkomen ofwel verhoogd risico liepen op problemen bij de afbetaling van hun schulden, ofwel effectief al niet meer in staat waren hun schulden te vereffenen.” Zestien Afrikaanse landen werden tot de categorie met verhoogd risico gerekend. Zeven andere – Tsjaad, de Republiek Congo, Mozambique, São Tomé en Principe, Somalië, Soedan en Zimbabwe – werden door het rapport geduid als landen in acute schuldencrisis. Daarbovenop hebben nog eens drieëndertig Afrikaanse landen dringend behoefte aan externe hulp inzake voedselvoorziening. Die precaire voedselsituatie vergroot nog het nu al reële gevaar voor sociale ineenstorting. Op de Amerikaans-Afrikaanse top werd druk georakeld over de abstracte idee van democratie. Op burleske wijze nam Biden regeringsleiders als president Muhammadu Buhari (Nigeria) en president Félix Tshisekedi (Democratische Republiek Congo) terzijde om hen de les te spellen over de noodzaak van ‘vrije, faire en transparante’ verkiezingen in hun land. Tegelijk zegde hij Afrika in 2023 165 miljoen dollar toe “als steun bij het organiseren van verkiezingen en ter bevordering van behoorlijk bestuur”.

Een groot deel van de schulden van de Afrikaanse landen staat uit bij rijke westerse obligatiehouders. Hierbij functioneerde het Internationale Monetaire Fonds (IMF) telkens als makelaar. Ondanks de nijpende afbetalingsproblemen weigeren deze private kredietverleners – die onder meer de schulden van landen als Ghana en Zambia in portefeuille hebben – schuldenverlichting toe te staan aan Afrikaanse landen. Wat vaak niet wordt gezegd als het over deze kwestie gaat, is dat die aanhoudende schuldencrisis in belangrijke mate haar oorsprong vindt in de plundering van de bodemrijkdommen van het continent.

China, de belangrijkste kredietverlener aan Afrikaanse landen, doet het op dit vlak beter dan de rijke westerse obligatiehouders. In augustus 2022 besliste het om drieëntwintig renteloze leningen aan zeventien landen kwijt te schelden. Tevens stelde het 10 miljard dollar van zijn reserves bij het IMF ter beschikking van Afrikaanse landen. Onder de gegeven omstandigheden is het niet mogelijk te spreken van een faire en rationele benadering van de schuldencrisis op het Afrikaanse continent. Dat zal pas kunnen als de westerse obligatiehouders veel meer schulden kwijtschelden en als het IMF speciale trekkingsrechten toekent om landen die onder de schuldencrisis gebukt gaan te voorzien van liquide middelen. Niets van dit alles stond op de agenda van de Amerikaans-Afrikaanse top.

Nieuwe koude oorlog

In plaats daarvan bakte Washington zoete broodjes met Afrikaanse regeringsleiders en hield het een strenge houding aan tegenover China en Rusland. Is die Amerikaanse goedmoedigheid een eerlijke olijftak of eerder een paard van Troje waarmee de VS hun Nieuwe-Koude-Oorlog-agenda het continent willen binnensmokkelen? Het meest recente witboek van de Amerikaanse regering over Afrika, gepubliceerd in augustus 2022, suggereert het laatste. Hoewel het document naar eigen zeggen de aandacht op Afrika vestigt, maakt het maar liefst tien keer melding van Rusland en China samen. Nergens in het boek gaat het over ‘soevereiniteit’. We lezen onder meer het volgende:

“Overeenkomstig de Nationale Defensiestrategie van 2022 zal het ministerie van Defensie in dialoog gaan met Afrikaanse partners om hen te wijzen op de risico’s van negatieve Chinese en Russische activiteiten in Afrika. We zullen steun verlenen aan instellingen die werken rond burgerbescherming en op defensief vlak nauwer samenwerken met strategische partners die onze waarden delen en die zich net als wij inzetten voor globale vrede en stabiliteit.”

Uit het document blijkt dat de Verenigde Staten inzien dat ze niet kunnen wedijveren met wat China als commerciële partner te bieden heeft en dat ze om die reden opteren voor militaire macht en diplomatieke druk om de Chinezen het continent uit te kegelen. De forse toename van de Amerikaanse militaire aanwezigheid in Afrika sinds de oprichting van het United States Africa Command in 2007 – met een nieuwe basis in Ghana en maneuvers in Zambia – wijst in die richting.

Het narratief van de Amerikaanse regering, bedoeld om een smet te werpen op de reputatie van China in Afrika, doet de Chinese aanwezigheid op het continent af als ‘neokolonialisme’. In een interview uit 2011 liet de vroegere minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton zich in deze zin uit. Beantwoordt deze stellingname aan de werkelijkheid? In 2017 publiceerde het globale organisatieadviesbureau McKinsey een lijvig rapport over China’s rol in Afrika. Na een volledige doorlichting besluit het rapport als volgt: “Alles bij elkaar zijn we van oordeel dat de toenemende betrokkenheid van China bijzonder gunstig is voor de economieën, regeringen en arbeiders van Afrika”. Deze conclusie stoelt onder meer op het feit dat sinds 2010 “een derde van het energienetwerk en van de infrastructuur in Afrika werd gefinancierd en gebouwd door Chinese staatsbedrijven”. McKinsey kwam tot de bevinding dat bij deze door Chinezen geleide projecten “89 procent van de werknemers Afrikaans was, wat alles bij elkaar jobs opleverde voor om en bij de 300 000 Afrikaanse arbeiders’.

“De toenemende betrokkenheid van China is bijzonder gunstig voor de economieën, regeringen en arbeiders van Afrika” (rapport McKinsey, 2011)

Het lijdt geen twijfel dat deze Chinese investeringen gepaard gaan met talloze strubbelingen, zoals gebrekkig management en slecht opgestelde contracten. Deze kritiek geldt evenwel niet alleen voor Chinese bedrijven. Evenmin is het zo dat die tekortkomingen typisch zijn voor het geheel van de Chinese aanpak. De Amerikaanse beschuldiging dat China ‘schuldenvaldiplomatie’ bedrijft, is ook al uitvoerig weerlegd. De volgende opmerking in een rapport uit 2007 getuigt ook vandaag nog van inzicht: “China doet meer voor de ontwikkeling van Afrika dan alle hoogdravende retoriek over behoorlijk bestuur bij elkaar”. Deze vaststelling is des te opmerkelijker omdat ze afkomstig is van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, een in Parijs gevestigd intergouvernementeel blok dat wordt gedomineerd door de landen van de G7.

Koper en kobalt

Wat zal er gebeuren met de 55 miljard dollar die de Verenigde Staten aan de Afrikaanse landen hebben beloofd? Zullen die fondsen, grotendeels voorbehouden aan private firma’s, de ontwikkeling van Afrika vooruithelpen of komen ze enkel ten goede aan de Amerikaanse multinationals die de Afrikaanse voedselproductie, distributiesystemen en gezondheidszorg in handen hebben?

Hierna volgt een voorbeeld van de zinledigheid en absurditeit die zo kenmerkend zijn voor de Amerikaanse pogingen om weer greep te krijgen op het Afrikaanse continent. In mei 2022 tekenden de Democratische Republiek Congo en Zambia een overeenkomst voor de ontwikkeling van elektrische batterijen in eigen beheer. In beide landen samen wordt 80 procent van de mineralen en metalen gevonden die nodig zijn voor de waardeketen van batterijen. Het project kreeg de steun van de Economische Commissie voor Afrika (ECA) van de VN. Jean Luc Mastaki, vertegenwoordiger van de commissie, zei het volgende: “Waarde toevoegen aan de mineralen in batterijen door middel van inclusieve en duurzame industrialisatie zal voor beide landen de weg effenen naar een robuust, veerkrachtig en inclusief groeipatroon dat onze bevolking miljoenen jobs zal opleveren”. De overeenkomst moest gestalte krijgen vanuit ‘een partnerschap tussen Congolese en Zambiaanse mijnbouwscholen en polytechnische scholen’. Op die manier zou het eigen technische en wetenschappelijke vermogen gaandeweg toenemen.

We keren nu snel terug naar de top: nadat deze samenwerkingsovereenkomst al was beklonken, zetten Christophe Lutundula en Stanley Kakubo – buitenlandministers van respectievelijk de Democratische Republiek Congo en Zambia – samen met Antony Blinken, de Amerikaanse buitenlandminister, hun handtekening onder een memorandum van overeenstemming, naar verluidt bedoeld om de Democratische Republiek Congo en Zambia te ‘helpen’ bij het uitbouwen van een waardeketen voor elektrische batterijen. Lutundula noemde het “een belangrijk moment in het partnerschap tussen de VS en Afrika”.

Als reactie hierop liet de Socialistische Partij van Zambia een klinkende verklaring de deur uitgaan: “De regeringen van Zambia en Congo hebben de bevoorradingsketen en de productie van koper en kobalt in handen gegeven van de Amerikanen. Door deze capitulatie wordt de hoop op een project voor productie van elektrische auto’s onder pan-afrikaans beheer generaties lang begraven”.

Onhoorbaar

Eerder dan deze landen in staat te stellen om hun natuurlijke rijkdommen zelf te beheren en hun batterijen zelf te maken, zijn het nu de multinationals die de grondstoffen ontginnen en zo de productie van elektrische batterijen in eigen handen houden. Hierbij maken ze gebruik van kinderarbeid, die vreemd genoeg wordt omschreven als ‘artisanale mijnbouw’. De Congolese schrijver en dichter José Tshisungu wa Tshisungu voert ons met zijn gedicht ‘Onhoorbaar’ tot in de kern van het lijden van die Congolese kinderen:

 

Luister naar de treurzang van de wees

Gewaarmerkt met het zegel van oprechtheid

Hij is een kind uit deze omgeving

De straat is zijn thuis

De markt is zijn buurt

Het monotone geluid van zijn klaaglijke stem

Gaat van streek tot streek

Onhoorbaar.

 

Deze tekst verscheen op Tricontinental. Vertaling Ronald Decelle.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!