Zonder de smeekbedes van Westerse toeristen die vastzitten in Peru, zou de huidige onrust in dat land misschien niet eens het reguliere nieuws gehaald hebben hier. Maar het belangrijkste feit in de aan de gang zijnde politiek-maatschappelijke crisis in Peru is natuurlijk niet dat de vluchten van en naar het land afgelast zijn.
Op woensdag 7 december werd de verkozen Peruaanse president Pedro Castillo uit zijn ambt ontzet en aangehouden wegens ‘rebellie’ en ‘schending van de grondwettelijke orde’, nadat hij aangekondigd had dat hij het parlement tijdelijk zou opschorten, een ‘uitzonderingsregering’ zou installeren en nieuwe parlementaire verkiezingen wilde uitschrijven.
Hij deed dat enkele uren voordat hij geconfronteerd zou worden in het parlement met een stemmingsronde om hem af te zetten wegens ‘moreel onvermogen’, omwille van corruptiebeschuldigingen.
Castillo’s poging tot een ‘autogolpe’ (het best te vertalen als ‘zelfstaatsgreep’) mislukte echter schromelijk toen zijn politieke bondgenoten, het leger en de politie zich onmiddellijk tegen hem keerden.
De ‘autogolpe’ mislukte toen zijn politieke bondgenoten, het leger en de politie zich onmiddellijk tegen Castillo keerden.
Castillo ontvluchtte het presidentieel paleis en wilde politiek asiel aanvragen in de ambassade van Mexico, maar zijn eigen beveiligingsteam leidde zijn auto af naar een politiebureau. Na zijn arrestatie stemde het parlement -zonder enig debat en met een overweldigende meerderheid- effectief voor de afzetting van de president.
Uitdijend protest
Toen de aanhouding van Castillo bekend geraakte, braken er straatprotesten uit. Zijn aanhangers blokkeerden hoofdwegen en luchthavens, en luchtvaartmaatschappijen zagen zich verplicht om vluchten van en naar belangrijke Peruaanse luchthavens op te schorten (zie de gestrande toeristen).
Het protest ontvlamde eerst in de verarmde gebieden in het zuiden van Peru – de departementen Apurímac, Arequipa, Ayacucho en Ica, met als epicentra de steden Ayacucho en Andahuaylas – en verspreidde zich al gauw naar het noorden en het oosten, in eerste instantie naar de armere wijken van de steden. Ondertussen wordt er geprotesteerd in 22 van de 24 Peruaanse departementen.
Hoewel het meeste protest vreedzaam is, mondt het op sommige plaatsen uit in geweld. Er zijn meldingen van plunderingen en er werden politiebureaus, regionale afdelingen van het parket en belastingkantoren in brand gestoken. Woedende demonstranten in de hoofdstad Lima kieperden voertuigen omver en sloegen de ruiten aan diggelen van de kantoren van een aantal private televisiezenders die zeer vijandig staan tegenover Castillo.
In 22 van de 24 Peruaanse departementen wordt er momenteel geprotesteerd.
De ordediensten treden enorm hardhandig op, ook waar het protest geweldloos is. Zo worden er o.a. wapenstokken, traangasbommen en vuurwapens ingezet. Tot nu toe werden al minsten 22 demonstranten gedood door veiligheidstroepen, waaronder zeker 5 minderjarigen.
Het regionale bestuur van Ayacucho eiste de “onmiddellijke stopzetting van het gebruik van vuurwapens tegen onze bevolking” en legde de schuld voor de doden bij de ondertussen tot eerste vrouwelijke president benoemde Dina Boluarte en haar ministers van Defensie en Binnenlandse Zaken.
De missie van het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties in Peru drukte vrijdag 16 december ernstige bezorgdheid uit over de toename van het geweld in het land en drong aan op de toepassing van de VN-normen voor het beheersen van vreedzame protesten om verder geweld te voorkomen.
Op woensdag 14 december riep de nieuwe regering onder leiding van Dina Boluarte, die vicepresident was onder Castillo, de noodtoestand af. De maatregel geldt initieel voor een periode van 30 dagen, waarbij het recht op samenkomst en vrij verkeer voor de bevolking werd opgeschort. In de straten werden gewapende strijdkrachten ontplooid.
Castillo
Castillo zit ondertussen opgesloten in de gevangenis aan de rand van de Peruaanse hoofdstad Lima, waar ook de inmiddels 84-jarige voormalige dictator Alberto Fujimori zijn dagen slijt. Het was uitgerekend tegen zijn uiterst rechts-conservatieve dochter, Keiko Fujimori, dat de centrumlinkse Castillo het in juni vorig jaar moest opnemen tijdens de tweede ronde van de presidentsverkiezingen.
Castillo, een zoon van arme ongeletterde boeren uit de Andes en 25 jaar lang leraar en vakbondsafgevaardigde in het rurale zuiden van het land, haalde het op 6 juni 2021 van Fujimori met een nipte meerderheid van de stemmen (50,13%).
Hij werd tot president verkozen als kandidaat van de radicaal linkse ‘Perú Libre’. Zelf maakte Castillo echter nooit deel uit van de traditioneel linkse Peruaanse elite. Op moreel vlak houdt hij er als evangelische christen zelfs enkele ideeën op na die niet ver verwijderd liggen van die van zijn conservatieve tegenstanders. Zo is hij tegen abortus, tegen LGBTQ+-rechten, enz.
Het parlement werd gedurende zijn hele regeerperiode gedomineerd door vijandige rechts-oppositionele krachten en vanaf het begin van zijn termijn werd Castillo zwaar geboycot door de gevestigde politieke en economische elite van Peru.
Hij hield het uiteindelijk 17 turbulente maanden vol. Gedurende die periode passeerden zo’n 80 ministers de revue en overleefde Castillo twee eerdere afzettingspogingen van het parlement. In juni 2022 stapte Castillo uit ‘Perú Libre’ dat hem ervan beschuldigde een beleid te voeren dat in strijd was met het verkiezingsprogramma. Hij regeerde verder als onafhankelijke.
Castillo werd van bij het begin van zijn termijn geboycot door de gevestigde politieke en economische elite van Peru.
De economische crisis, aangevuurd door sterke prijsstijgingen als gevolg van de Russische invasie van Oekraïne, resulteerde in maart en april dit jaar in de zogenaamde ‘brandstofprotesten’ tegen de regering van Castillo. Persoonlijk werd hij daarnaast geplaagd door beschuldigingen van corruptie, waarvoor er zes onderzoeken tegen hem liepen, geïnitieerd door de procureur-generaal van het land.
De corruptiebeschuldigingen, noch de recente poging van Castillo om de macht in eigen handen te nemen, doen af aan de woede waarin een deel van de Peruaanse bevolking momenteel ontstoken is.
Naast zijn onmiddellijke vrijlating, eisen vele duizenden demonstranten de opschorting van het parlement, het ontslag van “de verraadster” Boluarte (die al enkele uren na het verwijderen van Castillo ingezworen werd) en nieuwe verkiezingen.
Zowel burgers, sociale bewegingen, vakbonden als inheemse organisaties trokken de straten op. Ook de regeringen van Argentinië, Bolivia, Colombia en Mexico weigerden tot nu toe om Boluarte te erkennen als het nieuwe officiële staatshoofd van Peru.
In een van de handgeschreven brieven vanuit de gevangenis die in de loop van vorige week op Twitter verschenen, richtte Castillo zich tot het “grote en geduldige Peruaanse volk”. Hij zei dat hij “vernederd, incommunicado [gehouden], mishandeld en ontvoerd” was, maar voegde eraan toe dat hij “nog steeds bekleed is met uw vertrouwen en strijd”. Zijn opvolger bestempelde hij als “het snot en kwijl van de rechtse coupplegers”.
Boluarte
Maandag 12 december beloofde de geviseerde Dina Boluarte dat ze een wetsvoorstel zou indienen om de algemene verkiezingen met twee jaar te vervroegen naar april 2024. Enige tijd later had ze het over december 2023. Maar zoals verwacht maakten haar beloftes geen einde aan het aanzwellende protest.
Terwijl het Hooggerechtshof in afwachting van zijn proces de verlenging gelastte van de voorlopige hechtenis van Castillo met 18 maanden, is het absoluut niet duidelijk hoe lang het protest zal aanhouden. De fundamentele problemen die aan de basis liggen van de politiek-maatschappelijke onrust in Peru – de enorme sociaal-economische en politieke ongelijkheidskloof – zullen alleszins niet snel verdwijnen.
Grote rurale delen van het land, waarvan de inwoners zich identificeren met Castillo, voelen zich op alle vlakken verwaarloosd door het machtige Lima en zijn politieke instellingen, die gezien worden als broeihaarden van corruptie en criminaliteit. Gezien de recente geschiedenis van het land is dat niet geheel onterecht.
In het bijzonder de parlementsleden zijn extreem onpopulair. Een groot deel van de mensen die vandaag op straat komen, doet dat dan ook vooral omdat ze af willen van het huidige parlement, niet zozeer omdat ze Castillo terug willen als president.
De problemen die aan de basis liggen van de politiek-maatschappelijke onrust in Peru zullen niet snel verdwijnen.
Volgens een studie van het Instituut voor Peruaanse Studies, uitgevoerd afgelopen november, staat maar liefst 86% van de Peruanen negatief tegenover het parlement en 87% van de bevolking gaf aan nieuwe algemene verkiezingen en een nieuw parlement te willen in het geval van een afzetting van Castillo
Peru heeft de afgelopen zes jaar, zes presidenten gehad, waaronder in november 2020 drie verschillende op slechts één week tijd na afzettingsprocedures geïnitieerd door het parlement. De politieke machtscrisis komt er tegen een achtergrond van toenemende en intensere droogtes, die vele duizenden kleine boeren in de ellende stortten. En het land bleef de aflopen jaren uiteraard ook niet gespaard van de COVID-19 crisis en al haar nefaste gevolgen.
De vraag is nu hoe lang Boluarte het uithoudt als staatshoofd. Ze werd in januari 2022 uit Perú Libre gezet omdat ze o.a. gezegd had dat ze de partij te radicaal vond. Zelfs als ze erin zou slagen om deze golf van diepe onvrede bij het volk te doorstaan, wordt ze geconfronteerd met een vijandig parlement, ook al staat de politiek weinig uitgesproken Boluarte zeker dichter bij de oppositionele parlementaire meerderheid dan Castillo.
Met de aanstelling van een regering waarvan verschillende leden meer bij politiek rechts aanleunen, probeert de nieuwe presidente alvast bewust meer aansluiting te zoeken bij het parlement. Op vrijdag 16 december verwierp dat parlement desalniettemin de door Boluarte voorgestelde grondwetsherziening om de verkiezingen te vervroegen naar december 2023.
Dit artikel verscheen eerder op Vrede.be.