Wanneer neoliberale partijen pleiten voor nationalisering van de kerncentrales, boer, pas op je ganzen! Aviel Verbruggen ziet geen enkel heil in verderzetten van grootschalige energieproductie met kerncentrales, een model dat alleen om winsten voor de enkelen draait. De toekomst is voor de velen, duurzaam én kleinschalig.
De Belgische energiediscussie is weer gevuld met ballonnen, opgelaten door politieke partijen, door hun en andere energie experten, en door traditionele media (bijvoorbeeld DeTijd op 8, 11 en 21 juni): ballonnen met meningen over het verlengen van de levensduur van Belgische kerncentrales, en hoe dit gedaan te krijgen.
De Franse multinational in de energiesector Engie (voluit Engie-Electrabel) spartelt tegen en wil de Belgische overheid als mede-eigenaar van de kerncentrales en van het nucleair passief. Het gaat over een miljarden-deal zonder precies te weten hoeveel miljarden en hoeveel jaren de belastingbetaler gepluimd zal worden.
David Haverbeke, advocaat bij het Europees kantoor Fieldfisher, gespecialiseerd in energie- en infrastructuurwetgeving, stelt het duidelijk: “Het zou opmerkelijk zijn als de regering daarop ingaat. Ik zie geen economische of politieke meerwaarde voor België om daarin te stappen, net nu de winsten zullen verlagen en de kosten verhogen.”1
Is daarmee de kous af? Of toch beter op de ganzen letten?
Paniekbeslissing = Slechte beslissing
Het regeerakkoord van de regering Alexander De Croo voorziet de sluiting van alle Belgische nucleaire centrales in 2025. De oorlog tussen Rusland en Oekraïne verhitte ook Belgische hoofden: een levensduurverlenging tot hun 50 jaar is toegekend aan de centrales Doel 4 en Tihange 3.
De oorlog is er een om aardolie en aardgas, waarbij de elektriciteitssector slechts indirect betrokken is. Een versnelde transformatie van de elektriciteitsproductie naar 100% hernieuwbare stroom is het enige correcte antwoord op het oorlogsgebeuren.
Met prioritaire aandacht voor het afremmen van de mondiale klimaatverandering, is snelle transformatie mogelijk in combinatie met energiebehoud en -efficiëntie. Nefaste neoliberale denkkaders moeten dan wel op de schop, in casu het streven naar een ‘lage-koolstof’ groeiende economie, zoals in Fit-for-55.
Indien er een Belgisch en gewestelijk energiebeleid had bestaan, zou de transformatie nu al op kruissnelheid zijn: zonnedaken installeren op de vele bestaande gebouwen, verplichten voor nieuwe gebouwen en windturbines op de vele industrie- en infrastructuur terreinen.
Voor de uitrol van een leefbare toekomst zijn nucleaire centrales contraproductief en is hun levensduurverlenging schadelijk. Het terugdraaien van een slechte beslissing is een goede beslissing, dan lopen de opgelaten ballonnen leeg. Goede energiebeslissingen in het Belgische politieke bestel zijn echter zeldzaam.
Pax Electrica Belgica: energiebeleid op zijn Belgisch
Klachten over het uiterst zwakke energiebeleid in België zijn alom. Beleid is een te edel woord voor het vastgestelde geknoei (bijvoorbeeld de subsidies voor de Vlaamse groene stroomcertificaten). Politici lijken niet geneigd te leren van het verleden.
In België is de Pax Electrica de mantel waaronder privé-elektriciteitsbedrijven en politici afspraken maken, meestal in fauteuils van onderlinge verstandhouding en geheimzinnigheid. De funderende Pax Electrica van 19552 was een pact van de elektriciteitssector met het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) en met de erkende vakbonden ABVV, ACV, ACLVB (die ook de kleingebruikers vertegenwoordigden).
De regering kreeg een bijrol van toekijker. De partijen verdeelden de opbrengsten van de sterk verhogende productiviteit: hoge winsten voor de elektriciteitsbedrijven, lage elektriciteitsprijzen voor de grootindustrie, goede lonen en arbeidsvoorwaarden voor het personeel en jaarlijkse dividenden voor de gemeenten via de intercommunales.
Het resultaat van de Pax Electrica was goed voor de elektriciteitsbedrijven, maar pijnlijk voor de belastingbetaler en kleine gebruiker.
Waar het geld vandaan kwam? Vooral van de elektriciteitsfacturen betaald door kleingebruikers, huishoudens, openbare besturen, kmo’s en dergelijke, en van het ontwijken van belastingen op de winst van de elektriciteitsproducenten. Het pact hield stand tot 2003.
Bijkomende bestanden van Pax Electrica (in 1981 en 2008) waren ‘deals’ tussen het strategisch denkende, goed uitgeruste bedrijf Electrabel (of zijn voorgangers Intercom, Ebes en Unerg) en politici, dikwijls in verdeelde slagorde, die een acuut probleem wilden opruimen. Het resultaat was goed voor de elektriciteitsbedrijven, maar pijnlijk voor de belastingbetaler en kleine gebruiker.
Het ballonnenspel vandaag is een déjà-vu vertoning, een match tussen F.C. De Kampioenen en Paris Saint Germain. Wie kan me een politieke kampioen in België aanduiden die het strategisch en tactisch vernuft van Engie-Electrabel kan counteren in het voordeel van het publieke belang?
N-VA-illusie: participeren in kerncentrales
Een overheidsparticipatie in de kerncentrales heeft geen toegevoegde waarde voor de gemeenschap der Vlamingen en Belgen. Er zijn instellingen beschikbaar om in nucleaire dossiers het publiek belang waar te nemen, zoals het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC), de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG), het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) voor technische aspecten en de Nationale Bank van België (NBB) voor financiële aspecten.
Instellingen oprichten en die dan kortwieken of negeren, vergroot de bestuurskundige chaos eigen aan het politieke bedrijf met ad-hoc kabinetten, kleine koninkrijkjes die geloven in eigen toverkunst. Ze zijn van korte duur: de tovenaars gaan vrijuit, maar de gevolgen van hun fratsen wegen op de belastingbetalers. In het nucleaire avontuur gaat het over miljarden euro.
Klimaatverandering afremmen is hoogdringend
De grootste mondiale uitdaging is de oncontroleerbaar versnellende, onomkeerbare klimaatverandering. Sinds 1992 zijn dertig kostbare jaren verspild door de ‘ontwikkelde’ landen die het neoliberalisme aanhangen.
Multinationale bedrijven beheersen de samenleving via volgzame politici, economische groei maakt de rijksten nog rijker, en ongelijkheid telt niet mee. Het EU Fit-for-55-pakket wil een ‘koolstofarm’ neoliberalisme uitrollen3. Dit is weer een tijdverlies van minstens tien jaar. Het is slaapwandelende zelfdoding.
De klimaatuitdaging kan de mens niet aan met ‘gewoon voortdoen’, of met kleine krullen aan de marge. Radicale verandering vereist radicale visie, die echter niet te bespeuren is in de officiële cenakels van het bestuur.
Het bestaande maatschappelijk-economisch systeem verlagen in koolstofintensiteit, het ‘koolstofarm’ neoliberalisme, is ontoereikend. Zelfs groene ministers lijken dit niet te beseffen, hoewel de oplossingen hen voor de voeten liggen.
Voor kleinschalige duurzame energieproductie bestaat weinig animo in neoliberale kringen want ze erodeert het ‘verdienmodel’ van de rijken.
Zoals klimaatverandering mondiaal is, moet ook de aanpak mondiaal zijn. Geheel en tegen een ongezien hoog tempo elektriciteit produceren uit licht, wind, en waterstromen levert de meest goedkope en propere elektriciteit die aan iedereen welzijn brengt.
Die revolutie kan alleen slagen als ze van onderuit komt: kleinschalig zoals ook de technologie is, maar in miljarden toepassingen over de gehele wereld. Voor deze aanpak bestaat weinig animo in neoliberale kringen want ze erodeert het ‘verdienmodel’ van de rijken.
Rijken en hun transnationale corporaties willen grootschalige hernieuwbare elektriciteit, ook als die duur is. Zo kost in 2020 een kilowattuur (kWh) elektriciteit van windmolens op zee 8,4 dollarcent en op land 3,9 dollarcent4. Waarom dan die voorkeur voor windenergie op zee? Ook lijken energiebehoud en matiging van niet-duurzame activiteiten onbespreekbaar.
Gaat het licht uit wanneer kerncentrales sluiten in 2025?
Als er lichten uitgaan door een tekort aan stroom op het Belgisch netwerk is dit te wijten aan het uitstelgedrag om de duurzame, klimaatverantwoordelijke productie van elektriciteit algehele voorrang te geven.
Groene stroom is een continentale zaak, meer integratie in de Europese netwerken is nodig om groene stroom in te voeren en bij overschot ook uit te voeren. Aan het einde van de vorige eeuw was de commerciële energievoorziening van België voor 98,5 procent afhankelijk van import. Met hernieuwbare energie daalt de import afhankelijkheid, zonder persé volledige zelfvoorziening (autarkie) te moeten nastreven.
Leveringszekerheid is een dienst met verschillende lagen van prioriteit: een ziekenhuis eist hoge zekerheid maar water oppompen behoeft geen prioritaire stroom. In huishoudelijk gebruik is de gewenste zekerheid ook gelaagd: hoog voor communicatie en licht, lager voor drijfkracht van toestellen (zoals ijskast), nog lager voor thermische toepassingen (zoals wasmachine) en voor opladen van batterijen.
Voorrang aan klimaat- en natuurbehoud boven verspillende consumptie zal het welzijn van het grootste deel van de mensheid doen stijgen. De verwende rijken zullen moeten inbinden.
Voorrang aan klimaat- en natuurbehoud boven verspillende consumptie betekent ook dat mensen hun activiteiten beter afstemmen op beschikbare stromen van licht, wind, water, planten, en andere natuurlijke goederen en diensten. Het welzijn van het grootste deel van de mensheid zal hierdoor stijgen. De verwende rijken zullen moeten inbinden.
De vereiste elektrische vermogens (het aantal Watt5) voor de gebruiken variëren van klein naar groot bij het afdalen van de prioriteiten ladder. Beheer van de elektrische lasten optimaliseert het gebruik van elektriciteit en van de netinfrastructuur. Lokale, slimme netten versterken dit beheer.
Voorrang aan klimaat- en natuurbehoud boven verspillende consumptie betekent ook dat mensen hun activiteiten beter afstemmen op beschikbare stromen van licht, wind, water, planten, en andere natuurlijke goederen en diensten. Het welzijn van het grootste deel van de mensheid zal hierdoor stijgen. De verwende rijken zullen moeten inbinden.
En nu over kosten en uitgaven
Klimaatverstoring is het meest kostelijke proces dat zich nu voltrekt door misdadige nalatigheid van de fossiele energiesector en van volgzame overheden. Hernieuwbare energiestromen zijn gratis, en de technieken om ze te oogsten leveren sinds 2018 de goedkoopste kWh-elektriciteit ooit geproduceerd op aarde.
Energietransformatie is geen duur proces, integendeel, het is de beste koop voor de mensheid om de derde fase van haar bestaansgeschiedenis te onderbouwen.
De oplossingen liggen voor de hand. Nu nog de bekwame politici en organisatoren vinden om ze op te rapen, overal ter wereld. De energietransformatie is geen duur proces, integendeel het is de beste koop voor de mensheid om de derde fase van haar bestaansgeschiedenis te onderbouwen.
De kaping van triljoenen dollars superwinsten jaarlijks veroverd door de olie, gas en steenkolen bedrijven, moet stoppen. Dit geld wordt dan inzetbaar voor duurzame energietransformatie.
Opdracht voor politici, regulatoren en creatieve energie-experten
Vandaag boeken de elektriciteitsproducenten woekerwinsten door het toepassen van hoge prijzen, zogenaamd het gevolg van de oorlog in Oekraïne. De diepere oorzaken van de woekerwinsten zijn tweeërlei:
- de monopoliemacht van de grote concerns;
- de voorbijgestreefde visie op de prijsvorming van elektriciteit.
De theorie van prijszetting op basis van marginale kosten valt uiteen als 100% hernieuwbare stroom tegen 0 eurocent brandstofkosten beschikbaar komt. De productie wordt door de natuur gestuurd, en als alle installaties aan 0 eurocent leveren, welke installaties mogen dan eerst leveren? En is de vergoeding dan 0 eurocent als er 100% groene stroom vloeit? Dan zijn investeringen in hernieuwbare technieken niet langer gegarandeerd.
Rangschikking van producenten op basis van brandstofkosten zal niet meer mogelijk zijn. Dus zijn andere principes om productie te ordenen nodig. Ik stel het “nabijheidsprincipe” voor: producenten het dichtst bij vraagpunten krijgen prioriteit. Producenten dienen enkel te worden vergoed voor de investering in een installatie en voor de zorg dat de installatie beschikbaar is voor service.
De elektriciteit uit zon en wind moet voor iedere aardbewoner betaalbaar zijn, met andere woorden goedkoop voor de levensnoodzakelijke toepassingen (licht, communicatie, voedselkoeling, drijfkracht voor het verlichten van arbeid en dergelijke). Dit is technisch-economisch haalbaar in de nabije toekomst, als de krokodillen van het verleden verdwijnen: de fossiele en nucleaire energiesectoren.
Uiterst belangrijke, nu verdrongen, keuzes bij de ontplooiing van 100% hernieuwbare elektriciteit, hoofdzakelijk uit licht en wind, zijn de rol en plaats van enerzijds centrale, grootschalige en anderzijds decentrale, kleinschalige installaties. In een neoliberale maatschappij domineert de centrale, grootschalige sector om de winsten van grote bedrijven te behouden.
In een duurzame ontwikkeling voor ‘Onze Gemeenschappelijke Toekomst’ komen decentrale, kleinschalige toepassingen eerst. Die aanpak is ook betaalbaar voor de 80% van de wereldbevolking met de laagste inkomens. Zonder perspectief voor dit deel van de mensheid, is klimaatverandering niet tegen te houden.
Er is werk aan de winkel voor politici die een positieve bijdrage willen leveren aan de energievoorziening van de toekomst.
Notes:
3 Zie Aviel Verbruggen, DeWereldMorgen.be 28 juni 2022: EU-doelstelling ‘Fit for 55’ bereidt ‘laag-koolstof neoliberalisme’ voor.
4 Cijfers van het International Renewable Energy Agency (IRENA)
5 Watt is de eenheid van vermogen (genoemd naar Schots ingenieur James Watt), volt is de eenheid van spanning, ampère is de eenheid van stroom. 1 kilowattuur (kWh) is het vermogen van 1000 Watt gedurende één uur.