Boek 'Alles smelt' van Peter Kuipers Munneke en Martijn Van Calmthout
Boekrecensie -

Alles smelt…en toch

Glaciologen als Peter Kuipers Munneke luisteren met het oor van de wetenschapper naar het klimaatverhaal van het ijs en daarvoor bestuderen ze de witte plekken op de globe. Ze bestuderen hoe ijs reageert op opwarming, meten ijsvolumes en massa’s, maken modellen van stromende gletsjers en de pakketten sneeuw en ijs op ijskappen. Peter Kuipers Munneke is vanuit zijn dubbele functie als weerman én als glacioloog de geknipte figuur om de link te leggen tussen wetenschap en communicatie.

woensdag 8 december 2021 17:36
Spread the love

De diepe tijd

“Ergens in de woestijn van Texas, vlak bij de Mexicaanse grens, wordt een enorme klok gebouwd binnen in een berg. In het kalksteen is een schacht geboord van 150 meter lang met daarin een constructie van metalen tandwielen, stenen schijven en een titanen klepel. Eromheen loopt een wenteltrap waarvan de treden uit de rots zijn gesneden met een robotzaag. Eens in de zoveel tijd speelt de klok een melodie – telkens weer een andere. Het is de bedoeling dat dit mechanisme, aangedreven door thermische energie, de komende tienduizend jaar accuraat de tijd bijhoudt.”

Dat zegt de Australische filosoof Roman Krznaric – terloops gezegd: de partner van Kate ‘donut’ Raworth – in een interview ‘De tirannie van het nu’ met ‘De Groene’ over zijn boek ‘De goede voorouder: langetermijndenken voor een kortetermijnwereld’ (1).

Ik moest eraan denken toen ik het boek van Peter Kuipers Munneke en Martijn van Calmthout, natuurkundige en schrijver, aan het lezen was. Peter Kuipers Munneke is niet alleen een Nederlandse weerman, maar daarnaast is hij ook glacioloog en dat zijn wetenschappers, zoals ook geologen, paleontologen, dendrologen, klimatologen en oceanografen die over meer dan één dag ijs lopen en een ferme duik durven nemen in de ‘diepe tijd’ waarvoor geen nul te veel is.

De glaciale flipperkast

Zijn collega Salomon Kroonenberg noemt de diepe tijd ‘de grootste gift van de geologie aan de mensheid’. (2) Beide geologen verwijzen naar de zogenaamde Milankovic-cycliciteit, die de veel ruimere tijdschaal van de aarde hanteert. Volgens deze Servische astronoom verloopt het klimaat een volledige cyclus in honderdduizend jaar en ook die langjarige cycliciteit is al ruim vier en een half miljard jaar aan de gang. De mens is voor de aarde zoals Mark Twain het zegt, niets meer dan een likje verf op het topje van de Eiffeltoren. (3)

In die diepe tijd doet zich volgens Peter Kuipers Munneke een flipperkasteffect voor. Hij vergelijkt die grote klimaatveranderingen met komende en gaande ijstijden met een flipperkast waarin klimaat en de ijsmassa’s als een dolle ontstaan en weer smelten. We leven nu in de nasleep van de laatste grote ijstijd en zijn nu in principe op weg naar een nieuwe ijstijd. Op menselijke schaal duurt dat lang, maar op geologische schaal is dat razendsnel, zeggen glaciologen die denken in termen van een ‘onmenselijke’ tijd.  

Wat ijskappen vertellen

Glaciologen als Peter Kuipers Munneke luisteren met het oor van de wetenschapper naar het klimaatverhaal van het ijs en daarvoor bestuderen ze de witte plekken op de globe. Ze bestuderen hoe ijs reageert op opwarming, meten ijsvolumes en massa’s, maken modellen van stromende gletsjers en de pakketten sneeuw en ijs op ijskappen. Het grootste gedeelte van ‘Alles smelt’ is een brede schets van dat ijskappanorama om te achterhalen hoeveel ijs er is op de wereldbol en wat daarmee gebeurt.

De poolgebieden zijn de grootste opslagplaatsen van ijs op aarde. Ongeveer tien procent van al het gletsjerijs in de wereld ligt binnen de noordpoolcirkel, maar daarnaast is er ook het zee-ijs dat zelfs in de zomer nog zo’n 5 miljoen vierkante kilometer in oppervlak is. Het grootste ijsgebied op aarde ligt echter op de witte Zuidpool. Antarctica reikt over een gebied zo groot als van Amsterdam tot Moskou en van de Noordkaap in Noorwegen tot Gibraltar in Spanje. Het gebied is helemaal bedekt met ijs gemiddeld 2500 meter dik en met uitschieters tot 4 kilometer. Naast de witte vlekken van de polen zijn er ook de losse berggletsjers op aarde die werden opgelijst in de zogenaamde Randolph Glacier Inventory. Ongeveer een vijfde van al dat gletsjerijs bevindt zich in verspreide gletsjers in Arctisch Canada, nog eens 20 procent ligt verspreid in Rusland en Groenland beslaat 15 procent van al het ijs, verzameld in één massief blok. 

Glaciologen beperken zich natuurlijk niet tot het inventariseren van het ijskappenpanorama. Zij bestuderen hoe ijs reageert op opwarming en wat ijskappen daarover te vertellen hebben klinkt niet zo vrolijk. Enkele zeer verontrustende feiten die zich voordoen in de recente evolutie van dat ijskappanorama lopen als een rode draad doorheen het boek en worden keurig op een rijtje gezet. Die fenomenen zijn natuurlijk bekend, partieel althans, maar als ze eens wetenschappelijk geïnventariseerd worden, krijgen ze een nog veel dreigendere dimensie.

Satellietwaarnemingen laten ondubbelzinnig zien dat Groenland sinds de eeuwwisseling netto gemiddeld rond de 280 gigaton ijs per jaar verliest. Dat is intussen ongeveer vijf biljoen ton water van het eiland dat in zee stroomt en dat geeft 1,3 centimeter zeespiegelstijging wereldwijd, van de kust van New York tot op het strand van Katwijk. Ook het uitzicht van de Noordpool verandert de laatste decennia in hoog tempo.

Sommigen zien daarin gevaarlijke opportuniteiten. Een ijsvrije Noordpool maakt een rechtstreekse overvaart van Europa naar de Beringstraat mogelijk. Bovendien is er de olie- en gasindustrie die op de loer liggen en die loeren naar de bodemrijkdommen die vrij komen van onder het ijs. Nu al, waarschuwt Peter Kuipers Munneke, is de Noordpool het grootste bedreigde ecosysteem op aarde, groter bijvoorbeeld dan de kaalslag in het Amazonegebied samen. Het IPCC voorspelt dat tegen 2100 in een laag scenario een zeespiegelstijging van 43 centimeter kan worden verwacht. Het is niet toevallig dat Nederland over gerenommeerde glaciologen beschikt die angstvallig naar de zeespiegelstijging kijken. Angstvalliger zeker dan de politici die op de laatste COP in Glasgow toch alweer van een gevaarlijke bijziendheid hebben getuigd. 

 Alles smelt en dan…?

Die bijziendheid zal je alleszins niet aantreffen bij glaciologen à la Peter Kuipers Munneke. Zijn verwijzing naar het flipperkaseffect van de diepe tijd kan niet begrepen worden als een wetenschappelijk alibi om het optreden van de mens te minimaliseren. Het denken op geologische tijdschalen moet niet leiden tot pessimisme. “Het is verleidelijk om de zeespiegelstijging die we nu verwachten door klimaatverandering, een paar meter op afzienbare termijn, als kinderspel af te doen. De aarde, kun je denken, heeft wel voor hetere vuren gestaan.”

Neen, schrijven de auteurs, de huidige opwarming is anders. Die is ontstaan toen de mensheid, in eerste instantie zonder het zelf te weten of te begrijpen, zelf aan de knop van de broeikasgassen begon te draaien. Eerst een beetje, bij het begin van de industriële revolutie rond 1850, en daarna voluit met een economie die op fossiele brandstoffen draait.

De auteurs verwijzen in hun inleiding al dadelijk naar een IPCC-grafiek die kraakhelder vertelt wat er mis is met het klimaat op aarde. Op de verticale as staat de opwarming, van nul in de 19de eeuw tot anderhalve graad nu. De eerste boodschap die daaruit voortvloeit, is zeer zorgwekkend: iedere ton, iedere gram CO² warmt de aarde op. Maar de tweede boodschap die de grafiek afgeeft is dan weer hoopvol. Hij laat zien dat het werkelijk zin heeft om op te houden met het uitstoten van broeikasgassen. Een belangrijke conclusie uit glaciologisch onderzoek is dat het zin heeft om de knop zo snel mogelijk dicht te draaien. Alles smelt – jawel – maar toch niet alles, zeggen de auteurs. Maar dat zal dan in grote mate afhangen van het menselijk gedrag. 

Wetenschap en communicatie

‘Alles smelt’ is een boeiend boek, in zeer heldere taal gesteld met een didactische maar niet belerende inslag, dat op verschillende niveaus kan worden gelezen. Het geeft een vulgariserend beeld van de wetenschappelijke stand van zaken op het terrein van de glaciologie, maar het laat de lezer ook meelopen in de voetstappen van de glacioloog die in uiterst extreme omstandigheden – ijskundigen zijn geen watjes, dat is duidelijk – zijn of haar exacte bevindingen over de stand van de witte ijsplekken op onze wereldbol meedelen.

De zorgvuldige opbouw van het boek laat die twee aspecten zeer goed aan bod komen. Na elk hoofdstuk volgt er een eerder columnachtige pagina waarvoor vaak vertrokken wordt van een persoonlijke ervaring van Peter Kuipers Munneke die vanuit zijn dubbele functie als weerman én als glacioloog de geknipte figuur is om de link te leggen tussen wetenschap en communicatie. Felicitaties ook voor Uitgeverij Lias die met een groot aantal prachtige foto’s van de polaire gebieden en de sfeer die daar rondhangt van ‘Alles smelt’ een prachtige uitgave hebben gemaakt.  

 

Peter Kuipers Munneke & Martijn van Calmthout,  Alles smelt, De wereld van het ijs in een veranderend klimaat, Uitgeverij Lias, 2021, 240 blz., ISBN 9789088031199

 

Notes:

(1)De Groene Amsterdammer van 10 november 2021

(2) Salomon Kroonenberg, De menselijke maat, de aarde over tienduizend jaar, Amsterdam/Antwerpen: Contact, 2015, p. 15

(3) Salomon Kroonenberg, op. cit, achterflap

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!