Dan Cohen, MintPressNews,

VS-media en permanente oorlog: topjournalisten over nationale veiligheid werken voor VS-regering en denktanks

Dan Cohen, onderzoeksjournalist voor de progressieve nieuwssite Mint Press News, somt een aantal topjournalisten in de VS op, die berichten over het buitenlands beleid, terwijl ze banden hebben met hun regering, de wapenindustrie en de oliebedrijven, de krachten die zij geacht worden ter verantwoording te roepen. “Dit is niet China, Rusland of Noord-Korea maar de VS vandaag.”

dinsdag 17 augustus 2021 10:29
Spread the love

 

Stel je een land voor waar geen scheiding bestaat tussen regering, leger en de media. Veel Amerikanen denken dan aan China, Rusland of Noord-Korea. Dit is een perfecte beschrijving van de VS vandaag. De denktank Center For A New American Security (CNAS), in een onopvallend gebouw in Washington, is daar het duidelijkste voorbeeld van.

Het CNAS is een vooraanstaande militaristische denktank in de hoofdstad van het land, vooral voor regeringen van de Democratische Partij. Het wordt gefinancierd door het ministerie van Buitenlandse Zaken en het Pentagon (het Ministerie van Defensie) en heeft de afgelopen jaren meer geld aangenomen van wapenbedrijven dan elke andere denktank in de VS. Bovendien wordt ze gefinancierd door oliemaatschappijen, grote banken en rechtse regeringen – samengevat, door de meest destructieve krachten op de planeet.

Voor president Joe Biden fungeert CNAS als een broedplaats voor de invulling van sleutelposities in zijn regering. Minstens zestien CNAS-alumni bekleden nu topfuncties in het Pentagon en het ministerie van Buitenlandse Zaken van Biden.

Meest schokkend is echter dat meerdere topjournalisten op het gebied van nationale veiligheid en het buitenlands beleid van de grote media in de VS banden hebben met dit CNAS en op die manier indirect met de regering en de bedrijven, die hen waarschijnlijk ook betalen. Dit zijn de krachten die net zij ter verantwoording zouden moeten roepen.

Er is geen scheidingsmuur in de doolhof van talloze draaideuren en geldstromen tussen wapenfabrikanten, denktanks, de Amerikaanse regering en de media. Dit is een incestueuze, opgeblazen blubbermassa die maar één ding kan produceren: oorlog.

Al meer dan twintig jaar heeft Washington-correspondent voor The New York Times David Sanger onophoudelijk misleidende informatie verspreid om het publiek te verleiden tot steun voor Amerikaanse agressie en oorlog.

Dit gaat van de leugens van president George W. Bush over massavernietigingswapens in Irak, tot leugens over zogenaamde pogingen van Iran om kernwapens te maken tot bewijsloze beweringen van de inlichtingendiensten over Russische cyberaanvallen. Deze laatste provocerende beweringen hadden duidelijk als doel toenmalig president Donald Trump onder druk te zetten om de agressie tegen Moskou op te voeren, en tegelijkertijd handig de zakken te vullen van Sangers weldoeners in de wapenindustrie.

Sangers neoconservatieve cyberoorlogfantasie werd zelfs omgezet in een film door het mediabedrijf HBO. Vandaag zit David Sanger achter de Chinese COVID-19 lab-lek-theorie. Hij staat in de voorhoede van elke propagandacampagne die niet alleen agressie en oorlog rechtvaardigt, maar tegelijk helpt om enorme winsten te genereren voor de financierders van het CNAS.

Sanger is slechts een van de vele verslaggevers van The New York Times, The Washington Post en het tijdschrift Foreign Policy die ook voor het CNAS werken. Men mag ervan uitgaan dat zij daar een aanzienlijke financiële beloning voor krijgen. Dan Cohen mailde het CNAS met de vraag of ze deze verslaggevers betalen, maar een antwoord bleef uit.

Sangers collega Eric Schmitt, senior correspondent nationale veiligheid voor The New York Times, heeft ook een positie in het CNAS.

De Russen gaven de Taliban beloningen voor elke gedode Amerikaanse soldaat. Topartikel van de New York Times. Er was maar één klein probleem mee: er was niets van waar. Screenshot YouTube Behind The Headlines

In 2020 promootte Schmitt het overduidelijk valse verhaal over Russische premiebetalingen in Afghanistan, dat later werd ingetrokken nadat het zijn politieke doel had gediend: Trump dwingen een harder anti-Rusland standpunt in te nemen. Uiteraard was Schmitt tevens een betrouwbare promotor van de beweringen van de inlichtingendiensten over Russische hacking. Hij toonde in zijn artikels nooit een iota twijfel en hij schilderde de agressie van de regering van president Trump tegen Iran plichtsgetrouw af als ‘defensieve actie’.

Zelfs The Washington Post vond dit soort schaamteloze media-corruptie op een bepaald moment toch wat te ver gaan. In 2011 startte het tijdschrift Time een serie in samenwerking met het CNAS om oorlogspropaganda te promoten. The Washington Post publiceerde daarop een artikel waarin vraagtekens werden gezet bij de ethiek van dit soort partnerschap.

Fast forward naar 2013: miljardair Jeff Bezos koopt The Washington Post en hun correspondent David Finkel wordt eveneens gastauteur bij het CNAS. In die periode schreef Finkel twee boeken over de VS-oorlog in Irak: “The Good Soldiers” en “Thank You For Your Service“. Precies het soort witwasoperatie van de oorlog dat de financiers van het CNAS het publiek willen voorschotelen.

Michael Gordon is er nog zo een. Hij werkte drie decennia bij The New York Times. Een van zijn grootste prestaties was om aan de zijde van collega Judith Miller het bedrog van de regering Bush over de zogenaamde Irakese massavernietigingswapens te promoten. Gordon schreef toen dat “Irak zijn ontwikkeling van kernwapens heeft opgevoerd en een wereldwijde zoektocht is begonnen naar materiaal om een atoombom te maken”, waarbij hij anonieme Amerikaanse ambtenaren als bron citeerde.

Recent heeft diezelfde Gordon bij The Wall Street Journal maanden besteed aan het verspreiden van het propagandaverhaal van het labo-lek in Wuhan. Opnieuw reproduceert hij zonder enige mate van scepticisme beweringen van ambtenaren van de inlichtingendiensten.

Greg Jaffe is verslaggever voor The Washington Post over nationale veiligheid en eveneens gastauteur bij CNAS. In een artikel over de (dan nog komende) terugtrekking van de VS uit Afghanistan citeerde hij als bron Eliot Cohen, een voormalige ambtenaar onder president W. Bush die nu zijn collega is bij CNAS. Deze relatie tussen Jaffe en Cohen wordt in het artikel nergens vermeld, een duidelijke schending van de meest elementaire journalistieke gedragscode.

Thom Shanker maakte eveneens nog deel uit van het CNAS gastauteurprogramma toen hij voor de Times schreef over de Amerikaanse oorlogen. In 2012 schreef Shanker een blogpost waarin hij een CNAS-studierapport promootte zonder zijn connectie met deze instelling bekend te maken. Opnieuw wierp een journalist een groot belangenconflict en zijn ethische principes overboord.

In 2011 stelt The Washington Post nog ethische vragen bij de praktijk van journalisten van Times om rapporten te citeren van het CNAS zonder er bij te vermelden dat zij zelf betaalde medewerkers van die denktank zijn. In 2013 koopt Jeff Bezos de krant en stopt deze kritiek. Screenshot YouTube Behind The Headlines.

Dan is er nog Rajiv Chandrasekaran, die twee decennia lang de reclame voor Amerikaanse oorlogen verzorgde bij The Washington Post en nu public relations doet voor Starbucks.

Thomas Ricks heeft journalistieke functies bekleed bij The Wall Street Journal, The Washington Post en het tijdschrift Foreign Policy. Hij is nog een echte Koude-Oorlogsstrijder die publiekelijk heeft verklaard dat Poetin de VS net zo aanvalt als Osama Bin Laden deed, en dat Amerikanen die Poetin verdedigen niet anders zijn dan zij die Bin Laden verdedigden.

Een deel van deze informatie over journalisten is niet nieuw. Er werd meer dan tien jaar geleden al over bericht in het progressieve tijdschrift The Nation. De kwestie is alleen maar prangender geworden nu het VS-beleid nog meer naar rechts is opgeschoven, spionageagentschappen nog meer macht hebben gekregen in de media en de nieuwe Koude Oorlog in een stroomversnelling is geraakt.

Er is geen echte scheidingsmuur in de doolhof van talloze draaideuren en geldstromen tussen wapenfabrikanten, denktanks, de Amerikaanse regering en de media. Dit is een incestueuze, opgeblazen blubbermassa die maar één ding kan produceren: oorlog.

Wanneer je dus denkt aan het militair-industrieel complex en de permanente oorlogsstaat, vergeet dan niet wat er misschien wel het belangrijkste onderdeel van is: de media.

 

Dan Cohen is correspondent in Washington voor Behind The Headlines, een programma van Mintpressnews.. Hij produceerde meerdere videoreportages en geschreven reportages over Israël-Palestina. Je kan hem volgen op Twitter @DanCohen3000. Media and the Permanent War State: Top National Security Reporters Linked to US Government verscheen op 4 augustus en werd vertaald door LDP.

 

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!