Andreas Malm is niet zomaar de eerste de beste klimaatactivist die meent dat de klimaatbeweging dringend moet radicaliseren. In 2012 studeerde hij aan de Zweedse Lund University af met een thesis over de fossiele industrie, die in 2016 werd verwerkt tot het boek Fossil Capital: the Rise of Steam Power and the Roots of Global Warming.
In zijn onderzoek over de steenkoolindustrie kwam hij tot vaststellingen die een heel andere invulling geven aan de ratio achter industrialisering met stoommachines, aangedreven door steenkool.
“De overgang van waterkracht naar stoomtractie in de Britse katoenindustrie kwam er niet omdat water beperkt voorradig was, minder krachtig of duurder dan stoom. Integendeel, stoom werd dominant ondanks het feit dat water overvloedig beschikbaar was, minstens even krachtig en absoluut goedkoper.”
‘Malm is een originele denker’
Stoommachines hingen niet van variërende debieten af en draaiden het hele jaar aan hetzelfde ritme, zolang ze maar met steenkool gevoed werden. Bovendien konden stoommachines eender waar neergezet worden, in plaats van aan rivieren en beken. Dat liet de industriebaronnen toe hun fabrieken te vergroten en te bouwen in grote steden als Londen en Manchester, waar een overvloed aan werklozen was die gemakkelijk konden worden vervangen wanneer ‘ordeverstoorders’ met vervelende sociale eisen kwamen.[1]
De drijvende kracht achter de overgang naar steenkool voor stoommachines was met andere woorden het potentieel om arbeidskrachten veel goedkoper uit te buiten voor grotere winsten. Er zit tot vandaag eenzelfde logische lijn achter de industriële vervuiling: onbegrensde winsten voor de bedrijven, alle kosten voor de maatschappij.
Andreas Malm combineert gedegen academisch onderzoek met klimaatactivisme. Naomi Klein noemt hem “een van de meest originele denkers over de klimaatverandering”. How to Blow Up a Pipeline is zijn vijfde boek. In tegenstelling tot wat de bewust provocatieve titel suggereert is dit geen oproep tot of gebruiksaanwijzing voor gewelddadige bomaanslagen.
De these die Malm in dit boek verdedigt is heel eenvoudig. De klimaatbeweging moet dringend radicaliseren en nieuwe strategieën en tactieken overwegen, te beginnen bij het verwerven van historisch inzicht.
In tegenstelling tot wat jongeren soms denken is de huidige klimaatbeweging immers allesbehalve nieuw. Actievormen en mediatechnologie zijn wel fundamenteel veranderd, maar verzet tegen de klimaatvernietiging is er al vijftig jaar.
Zure regen?
Na de eerste protestmarsen tegen kerncentrales in het Duitsland van de jaren 1960 (!) en tegen de zure regens veroorzaakt door de industrie in de jaren 1970 is er geen jaar voorbijgegaan zonder petities, campagnes, betogingen, meetings. Ondertussen boomt de industrie van de fossiele brandstoffen als nooit tevoren, de zeespiegels stijgen, de vervuiling neemt spectaculair toe.
De sector bereidt zich voor om als nooit tevoren na de pandemie terug ‘all the way and more’ te gaan. “Het jeukt automakers om de productie terug te starten, luchtvaartmaatschappijen willen terug vliegen, de olie- en gasbedrijven willen terug winst maken met nieuwe prijsstijgingen. Als de coronacrisis een opportuniteit is om het klimaatprobleem aan te pakken, zal dat alleen gebeuren als er daadwerkelijk actie komt.” (cursief in dit citaat is van de auteur). “De klimaatbeweging zal met andere woorden nog veel noodzakelijker worden binnen twee tot vijf jaar dan nu.”
Terwijl ik deze recensie schrijf, raast een nooit eerder geziene hittegolf door Canada en brandt opnieuw een gebroken pijplijn in de Golf van Mexico. Overal wordt het weer extremer. Zomers worden heter, winters worden kouder. Extreme droogteperiodes wisselen af met zware overstromingen.
De vraag die Malm zich stelt is eenvoudig: “Als de urgentie zo prangend is, waarom is de klimaatbeweging dan nog altijd zo braaf en vreedzaam?” Nu de ecologische ineenstorting van de aarde voor de deur staat moet de hele klimaatbeweging de druk opdrijven, door zijn tactieken drastisch aan te passen.
Wat de beweging volgens Malm moet doen, is de werkingsmiddelen van de industrie blokkeren. Kortom, “we moeten dringend beginnen met een paar pijplijnen op te blazen.”
Leer van de bestaande historische ervaring
Het eerste wat klimaatactivisten moeten doen volgens Malm is hun geschiedenis kennen, om te leren van de successen en mislukkingen van de historische protestbewegingen die hen voorafgingen, te beginnen met de klimaatbeweging zelf.
De eerste klimaatconferentie COP1 ging door in 1995 – zesentwintig jaar geleden – in Berlijn. “Sindsdien is de totale CO2-emissie met 60 procent gestegen.” Wereldwijd werden nieuwe olie- en gasinstallaties en pijplijnen gebouwd. Duitsland delfde 200 miljoen ton bruinkool[2] op, de meeste vervuilende van alle fossiele brandstoffen.
Ondertussen werden duizenden kilometers autowegen gebouwd en/of verbreed. Luchtvaart steeg exponentieel. Zeeschepen – dus ook de in onze media opnieuw zwaar gepromote cruiseschepen – varen nog steeds met vette diesel, bijna ongeraffineerde aardolie, die elk schip tot een roetfabriek maakt.
Malm daarover: “Wanneer besluiten wij dat het tijd is om iets anders te beginnen? Wanneer gaan we die dingen die onze planeet vernietigen met onze eigen handen aanvallen?”. In feite is het gezien de urgentie verwonderlijk dat nog geen enkele klimaatactivist is overgegaan tot terroristische misdaden.
De weerzin zit nochtans heel diep. Dat merk je aan bepaalde symptomen. SUV’s worden door zowat iedereen gehaat, met als enige uitzondering hun eigenaars. Er was even een korte periode dat activisten de banden aflieten van die monsters. Die actievorm viel vrij snel stil, zonder gevolgen.
Dat er iets broeit is echter overduidelijk. De protesten tegen de Keystone XL Pipeline en de Dakota Access Pipeline in de VS kregen massale steun uit heel de wereld, net als een Zweeds schoolmeisje met een kartonnen pancarte. Voor de pandemie toesloeg waren er de Fridays for Future.
“De klimaatbeweging werd voor het eerst de meest dynamische sociale beweging van het Noorden”. In Duitsland kon Ende Gelände (vrij vertaald: ‘tot hier en niet verder’) de grootste bruinkoolcentrale ter wereld stilleggen.
Dankzij haar geweldloosheid won de klimaatbeweging de sympathie van miljoenen. En wat deed het kapitalistisch systeem ondertussen? Verder bouwen, verder uitbreiden, als een haai die niet kan stoppen met zwemmen. Zij zien de toekomst van hun sector nog altijd zitten. Pijplijnen die nu gebouwd worden moeten nog 40 jaar meegaan om er de geplande winsten uit te halen.
Malm blikt terug op andere historische protestbewegingen, op pacifisme, op hun successen en mislukkingen. Voor slaven was geweldloos verzet tegen dit brutaal gewelddadig systeem geen optie. De eerste geslaagde slavenopstand ooit in Haïti was niet bepaald een bloedloze operatie.
Suffragettes gingen over tot het vernietigen van winkels om aandacht voor hun eisen af te dwingen. Later bliezen ze villa’s op, hotels en postkantoren. In totaal pleegde de beweging meer dan 300 gewelddadige aanvallen. Daarbij werd echter geen enkel leven verloren, alleen lege gebouwen sneuvelden.
Inspiratie moeten we volgens Malm echter niet zoeken bij Gandhi. Die was wel voor geweldloos verzet tegen de Britse bezetter van India, maar hij was wél voor geweld samen met de Britten als het hem zo uitkwam. Hoe hebben Algerije, Guinea-Bissau, Kenya of Ierland zich bevrijd? Niet met geweldloos verzet.
De beweging voor burgerrechten is een beter voorbeeld van pacifistisch verzet dan de antikoloniale strijd. Hoewel, de Civil Rights Act van 1964 kwam er vooral omdat de witte meerderheid bang was dat het verzet zou escaleren, naar de vernietiging van hun eigendommen in het industriële noorden. “Zonder Malcolm X zou Martin Luther King er niet geweest zijn.”
Het stemrecht, de achturendag, de welvaartsstaat zijn er gekomen omdat er de permanente dreiging was van gewelddadige escalatie. Reëel of gepercipieerd, dat potentieel voor geweld werd als reëel aangevoeld en net daarom gaven de machthebbers toe. In geen geval omdat ze overtuigd werden door de humane argumenten van de protestbewegingen.
Apartheid kwam ten einde omdat de repressie van het verzet te duur werd voor het systeem. Het ANC koos pas voor gewapend verzet na de slachtpartijen van Sharpeville en niet andersom, zoals je zelfs nu nog kan lezen in sommige mainstream analyses. Malm is voorstander van Mandela, die in tegenstelling tot Gandhi, geweldloos verzet enkel zag als een tactiek “die moet verlaten worden als ze niet meer werkt.”
Hoe verschillend die historische protesten ook waren, hoe anders ze ook moreel worden aangevoeld, er zijn belangrijke lessen uit te trekken. Klimaatwetenschapper James Hansen stelt het zo: “Fossiele brandstoffen kunnen net als slavernij geen onderwerp zijn van compromissen: niemand zou overwegen om slavernij met 40 of 60 procent te reduceren. All of it must go.”
De neoliberale aanval op de welvaartsstaat heeft echter niet alleen de slagkracht van de klassieke sociale bewegingen zoals de vakbonden vernield, ook het idee van revolutionaire actie zelf werd in diskrediet gebracht. Geschiedenis leert ons echter een ding: tegengeweld was de enige methode die revolutionaire verandering wist af te dwingen.
Breek de ban over je gevoel van onmacht
In tegenstelling tot de gewaagde titel en één citaat[3] in het boek uit een artikel van 2005 legt Malm op geen enkele manier uit hoe je een pijplijn kan saboteren. We moeten volgens hem wel gaan nadenken over ‘intelligente vormen van sabotage’, zonder aanslagen op personen te plegen.
Sabotage moet gericht zijn tegen de energiebedrijven en hun infrastructuur, maar ook tegen de levensstijl van de superrijken, met hun SUV’s en yachts. Immers: “Niet alleen maken de superrijken ons levens miserabel, ze zijn hard bezig het leven van de overgrote meerderheid te beëindigen.” (cursief van de auteur).
Laat u ook niet afleiden door wat hij ‘klimaatfatalisten’ noemt, genre Amerikaans auteur Jonathan Frantzen. Zelfs als de klimaatverandering niet meer gestopt kan worden, dan is het nog altijd niet te laat om de schade zoveel mogelijk te minimaliseren.
Bovendien moeten we ons goed realiseren wat de echte redenen zijn waarom mensen het nut van gewelddadig verzet niet zien. Sociale uitputting onder neoliberale aanvallen kan mensen er zelfs toe leiden zich te richten tégen klimaatmaatregelen, zoals de Gilets Jaunes in Frankrijk. Zij zagen terecht in dat de hogere dieselprijzen enkel hen troffen in hun goedkope woongebieden ver van hun werk en zonder degelijk openbaar vervoer. Voor anderen is dan weer net het reële comfort van het status quo een reden om passief te blijven.
Er is nog een andere reden waarom gewelddadig protest niet populair is in de klimaatbeweging. Het is 100 procent zeker dat de mainstream media elke vorm van protest die eigendommen beschadigt zullen schandaliseren en oproepen tot harde aanpak en criminalisering.
Commerciële (en de gecommercialiseerde openbare) media hebben nu eenmaal klimaatvernietigende bronnen van inkomsten nodig. Je bijt de hand niet die je te eten geeft. De kranten staan er terug vol van, de reclameclips op tv en op internet schreeuwen het uit: consumeer, reis, drink, eet, en doe terug ‘normaal’. Het infantiele karakter van die reclame heeft nog steeds zijn bodem niet bereikt.
Ende Gelände
Malm besteedt veel tijd aan de Duitse beweging Ende Gelände. Die beweging wist bruinkoolmijnen en -centrales stil te leggen. Ik had wel graag wat meer aandacht van hem gezien voor het leefmilieuverzet in de rest van de wereld buiten het noorden, zoals in Honduras, Ecuador, Colombia, Mexico, India, Bangladesh.
Colombia is het gevaarlijkste land ter wereld voor beschermers van het leefmilieu, die hun acties voor het milieu dikwijls combineren met de strijd voor de rechten van de inheemse volkeren en voor sociale rechten van werkende mensen. De aanval tégen de klimaatbeweging is daar zeer gewelddadig. Grote bedrijven uit de VS, Canada, Frankrijk, Brazilië, Groot-Brittannië betalen doodseskaders om hun leiders te vermoorden.
Sabotage van infrastructuur is geen nieuw idee. Het bestaat sinds de eerste dag dat aardolie werd ontdekt. Pijplijnen werden gesaboteerd omwille van de machtsgroepen die er achter zaten, om politieke redenen maar nooit als destructieve krachten uit zichzelf. De klimaatbeweging verzet zich tegen deze vernietigende krachten om wat ze zijn. Tot nu doen ze dat zeer vreedzaam. Tot nu.
De aandacht van de klimaatbeweging moet gaan naar de meest excessieve vormen van consumptie door de superrijken, met hun enorme aantal vlieguren, hun yachts, hun SUV’s, niet alleen omdat zij de grootste vervuilers op aarde zijn, maar omdat zij met hun levensstijl het langst kunnen doen alsof het probleem niet bestaat, en bovenal, omdat zij het zijn die de beslissingen nemen om door te gaan met de vernietiging van het klimaat.
De klimaatbeweging moet zich openlijk afzetten tegen de ‘leefmilieumaatregelen’ van Frans president Macron, die alleen de laagstbetaalde werkers raakten. Neen, een totaal verbod op privé luxevervuiling moet er komen. Daar moet de klimaatbeweging zich volgens Malm tegen richten.
“Als SUV’s een land waren zouden ze (in 2018) zevende staan op de ranglijst van CO2-uitstoot”. Een verbod op SUV’s is al bij al geen verbod op mobiliteit, de superrijken kunnen nog altijd met een gewone auto rijden. Per slot van rekening zijn SUV’s pas een recent fenomeen sinds de jaren 2000. De rijken hebben het in de jaren ervoor prima zonder gedaan. Zo radicaal is een SUV-verbod dus niet. Het gaat hem echter vooral om de symbolische kracht tot algemene bewustwording.
Er zijn wel degelijk vormen van geweld die onaanvaardbaar blijven: saboteren van watervoorzieningen bijvoorbeeld. Een arme Indiase boer die hout sprokkelt om te kunnen koken heeft daar recht op, ook al is zijn houtvuur zeer vervuilend, zolang hem geen leefbaar alternatief wordt geboden. Zoals een Gilet Jaune het verwoordde: ‘Jullie zijn bezorgd of de planeet het nog gaat halen binnen enkele jaren, wij maken ons zorgen of we het einde van de week halen.”
Diensten voor de veiligheid van de staat (waaronder de Belgische) maken zich reeds druk over het potentieel van gewelddadig klimaatprotest. Vreemd genoeg hebben die diensten nooit vragen gesteld bij de reële vernietigende impact van oliepijplijnen, kerncentrales, gaswinning … Veiligheidsdiensten zijn zeer goed in het bestrijden van fenomenen die de status quo bedreigen. Het geweld van die status quo (waarvan ze zelf een deel zijn) is dan weer geen probleem – ook al is dat structureel geweld meestal net de oorzaak van en de aanleiding tot tegengeweld.
Bescherming van het leven
Bescherming van het leven moet als enige waarde onaangeroerd blijven voor klimaatprotest. Daarnaast moet elke actie steeds afgewogen worden op zijn sociale impact. Al de rest is bespreekbaar, volgens Malm.
Niets doen is in geen geval een optie. Klimaatfatalisme is een ‘bourgeois luxe’ die de bewoners van de eilanden in de Stille Oceaan niet hebben, net zomin als zij die sterven in verwoestende orkanen in de Filipijnen of in Mozambique.
Op politiek vlak heeft de milieubeweging reeds een belangrijke baken verzet. De verdediging van het status quo van de fossiele brandstoffen is nu volledig in handen van extreemrechts en uiterst rechts. De sector van de fossiele energie zit daarmee alvast met een gigantisch politiek probleem.
How to Blow Up a Pipeline is een provocerend pamflet, dat ieder klimaatactivist moet gelezen hebben, ten eerste om de geschiedenis van verzet tegen machtssystemen te kennen en er uit te leren, ten tweede om na te denken over toekomstige actievormen en ten derde om de hoop niet op te geven. Andreas Malm schreef geen programma dat te nemen of te laten is, maar zet aan tot nadenken.
Andreas Malm. How to Blow Up a Pipeline. Verso, Londen, 2021, 161 pp (zonder voetnoten). ISBN 978 1 83976 025 9
Notes:
[1] Citaat van Andreas Malm in Naomi Klein, This Changes Everything (2014), p. 172.
[2] Bruinkool of ligniet is net als steenkool het resultaat van duizenden jaren afbraak van plantenresten onder hoge druk en warmte in de ondergrond, dat ooit begon met veenvorming. Het verschil met (zwarte) steenkool is zijn ouderdom. Bruinkool is een jonger stadium van steenkool.
[3] “Pijplijnen kunnen zeer gemakkelijk worden gesaboteerd. Een gewoon explosief kan een kritische sectie van een pijplijn voor weken uitschakelen” in een bedrijfsblad van de olie-industrie Pipeline and Gas Journal (februari 2005).
Gesprek met Andreas Malm van 26 mei 2020 (voor het boek ‘How to Blow Up a Pipeline’ verscheen) (46’24”) (Engels gesproken):