Elk sociale krachtmeting is ook een strijd om taal. De actievoerders in de Begijnhofkerk, de ULB en VUB worden mensen zonder papieren genoemd. Dat is op zich al een hele stap vooruit in vergelijking met de denigrerende, mensonterende termen die vroeger gebruikt werden (en nog steeds gebruikt worden in bepaalde middens).
Maar tegelijkertijd schuilt er ook een bittere ironie in die term. Journalisten die de Begijnhofkerk bezochten tijdens de persconferentie die de hongerstaking aankondigde, konden het met hun eigen ogen zien. Eén van de hindernissen voor mensen zonder papieren is dat ze een karrenvracht aan papieren moeten meesleuren waarmee ze hun simpele bestaan telkens moeten bewijzen. Ze hebben voorbije en lopende arbeidscontracten op zak, bewijzen van betaling van belastingen, verlopen visa of tijdelijke verblijfsvergunningen, medische attesten of een huurcontract. Alles wat ook maar enigszins kan bewijzen dat ze hier een duurzaam bestaan opbouwden wordt zorgvuldig gearchiveerd alsof het om de boekhouding van een startup gaat.
Tareq, één van de hongerstakende activisten, noemt zichzelf dan ook liever ‘niet-geregistreerde werknemer’. Het is een term die beter overeenkomt met zijn realiteit en die van de meeste actievoerders in de kerk en de universiteiten. Zij leven én werken al jaren in België. Aangezien zij aan de slag zijn in sectoren die zwaar getroffen werden door de pandemie – horeca, schoonmaaksector en bouw – kwam de lockdown van vorig jaar dubbel zo hard aan. Niet alleen moesten hun sociale contacten op rantsoen, maar ze verloren ook nog eens hun inkomen en konden geen beroep doen op de sociale beschermingsmaatregelen zoals tijdelijke werkloosheid.
Portugal besliste al vroeg tijdens het losbarsten van de pandemie om een voorlopige verblijfsvergunning te geven aan alle mensen die nog een procedure hadden lopen. Daardoor kregen ze toegang tot dezelfde sociale rechten als Portugese staatsburgers. Met een koninklijk besluit gaf Spanje aan tienduizenden mensen zonder papieren een vergunning om op de fruit- en groenteplantages te werken. Puur uit economisch eigenbelang natuurlijk, doordat de grenzen dicht waren geraakten de tijdelijke arbeidsmigranten niet in Zuid-Spanje. Italië lanceerde een gerichte regularisatiecampagne uit paniek over de 250.000 openstaande vacatures in de landbouwsector.
In België werd voor die kwetsbare omvangrijke groep, behalve de noodopvang die op enkele plaatsen werd uitgebreid, niets gedaan. In december werd de bevoegde staatssecretaris Sammy Mahdi daar op Radio 1 over aan de tand gevoeld. Zijn antwoord: “We merken dat het moeilijk is om mensen terug te sturen als de grenzen gesloten zijn. Daar moet aan gewerkt worden.”
Blinde vlek
Op de arbeidsmarkt actief zijn als niet-geregistreerde werknemer betekent je blootstellen aan uitbuiting en willekeur. Ze zouden met 80.000 tot 130.000 zijn in ons land. Of toch volgens het onderzoeksproject Clandestino, dat dateert van 2008. ‘De ruime marges zijn tekenend voor de blinde vlek in het Europese beleid’, schreven de onderzoekers toen.
Dertien jaar later is dat niet veranderd. In heel de Europese Unie kwam het Clandestino project tot een vork van 1,9 tot 3,8 miljoen. Een recentere schatting van het Pew Research Center uit 2017 komt uit bij een cijfer tussen 3,9 en 4,8 miljoen. Een flinke stijging dus. Ook onderzoekster Carla Mascia van de ULB schat het aantal ergens tussen 100.000 en 150.000. We kunnen er dus vanuit gaan dat zo’n 1 tot anderhalf procent van de Belgische bevolking hier leeft en werkt zonder enige rechten.
Er zijn twee manieren waarop beleidsverantwoordelijke politici gebruikelijk reageren op die realiteit. De eerste is negeren, wat makkelijk is want het gaat om een groep die per definitie onzichtbaar is. De tweede is plannen aankondigen om de controle en repressie op te drijven en om hen individueel terug te sturen.
Geconfronteerd met een hongerstaking, die het bestaan van deze groep op een spectaculaire manier zichtbaar maakt, kiest deze regering of althans staatssecretaris Sammy Mahdi voor de tweede optie.
Aan De Morgen zei hij onlangs: “We moeten individueel bekijken of er mensen bijzitten die vanwege een urgente humanitaire nood individueel geregulariseerd kunnen worden. Voor anderen zoeken we hoe ze in het land van herkomst weer een duurzame toekomst kunnen opbouwen.”
Luie retoriek
Het is het soort luie retoriek dat wetenschappers doet hoofdschudden. “Het hedendaagse beleid wil maar niet erkennen dat migraties een economische realiteit zijn die in gang worden gezet en gehouden door macro-economische factoren”, zegt migratie-expert Andrew Crosby van de VUB. “Migratie is helemaal geen individuele keuze, maar een structureel fenomeen van onze hedendaagse wereldeconomie. Dat soort beleid (van Mahdi, nvdr.) heeft dus geen impact op de migratiestromingen zelf, enkel op de migratieroutes en de verblijfsstatus van de mensen.”
De migratiestromen bestaan omdat er een harde economische realiteit is in de vertreklanden, maar ook in de aankomstlanden. Er is grote vraag naar de onderbetaalde en onbeschermde arbeid van die 150.000 mensen. Dat bewijzen de vele schandalen die af en toe de oppervlakte halen. Iemand moet ooit eens een wandeling organiseren langs de vele bouwwerken in Brussel en andere steden die met behulp van niet-geregistreerde arbeid werden opgericht. Het nagelnieuwe hoofdkwartier van de Europese Raad, de crèche van het Europees Parlement, het recent gerenoveerde metrostation Kunst-Wet, de lijst is lang.
De Franse antropoloog Emmanuel Terray bedacht lang geleden al een naam voor die economische realiteit. Hij noemt het ‘délocalisation sur place’ of delokalisatie ter plaatse. De voorbije dertig jaar verhuisden veel fabrieken naar lageloonlanden. Maar voor een aantal sectoren is delokaliseren geen optie. Poetsen, bouwen of brood bakken, kan je niet vanop een afstand doen. “Door werknemers in een irreguliere situatie te laten werken creëer je hier in Europa de loon en werk-omstandigheden van landen in de Derde Wereld. Lage lonen, geen bescherming, geen vakbondsrechten, onbegrensde arbeidstijd, contracten die niet gerespecteerd hoeven te worden, etc”, zei Terray daarover in een interview.
De economische realiteit is dus dat sommige bedrijven rijker worden van die extreme uitbuiting. De rechtse Franse president Sarkozy maakte zich ooit sterk dat hij de naar schatting 400.000 mensen zonder papieren het land zou uitzetten. Volgens Terray was het enige resultaat dat de niet-geregistreerde werknemers in een voortdurende ‘staat van terreur’ leefden waardoor ze nog meer een speelbal werden van malafide werkgevers. Dat is nu al het geval voor de 150.000 mensen in België en zal nog meer het resultaat zijn van het ‘aanklampende beleid’ dat Mahdi wil voeren.
Wetsvoorstel
De actievoerders in de Begijnhofkerk, de ULB en VUB hebben een dubbele eis. Zij vragen op korte termijn een oplossing voor de mensen zonder papieren die nu zwaar getroffen zijn door de coronacrisis, maar op langere termijn willen ze ook dat de wet verandert. Voor beide oplossingen zijn in de eerste plaats heldere criteria nodig én een onafhankelijke commissie die de dossiers kan beoordelen. In naam van de actievoerders werd een burgerwetsvoorstel ingediend om de wet te wijzigen. Wanneer ze aan 25.000 handtekeningen komen, komt er een hoorzitting in de bevoegde kamercommissie over het voorstel. Daarmee willen ze de parlementsleden kleur doen bekennen.
“De eisen van de hongerstakers zijn eigenlijk veel realistischer dan het migratiebeleid dat de voorbije 50 jaar gevoerd wordt”, zegt academicus Andrew Crosby. “Als de wet niet veranderd wordt, zullen we om de zoveel tijd zien dat mensen zonder papieren gebouwen bezetten en overgaan tot een hongerstaking.”
Met hun moedige strijd plaatsen Nezha, Assia, Lhoucine, Tareq, Ahmed, Mohammed en de 450 andere actievoerders zich in een lange traditie. Zij dagen de wettelijke en mentale kaders uit net zoals de abolitionisten (tegen de slavernij), de suffragettes (voor het stemrecht voor vrouwen), de anti-kolonialisten en de Amerikaanse burgerrechtenbeweging dat ook deden. Staatssecretaris Mahdi verwijt hen de ene keer chantage en de andere keer dat ze gemanipuleerd zijn door ‘organisaties’. Exact dezelfde verwijten die al die andere mensenrechtenstrijders ooit over zich heen kregen, maar die hen niet belet hebben om uiteindelijk de overwinning te behalen. Niet alleen het wetenschappelijke maar ook het historische en morele gelijk staat dus aan de kant van de actievoerders in de Begijnhofkerk, VUB en ULB.