Aasgierfondsen krijgen recent meer aandacht, onder meer naar aanleiding van de aanpak van de schuldenlast van Argentinië, maar zijn in feite reeds meer dan twintig jaar een toenemend probleem.
Aasgierfondsen specialiseren zich in het spotgoedkoop overkopen van uitstaande schulden bij oorspronkelijke schuldeisers in economisch en financieel zwakke landen. Die fondsen wachten vervolgens het voor hen meest gunstige ogenblik af om van deze landen de volledige terugbetaling van het oorspronkelijke bedrag plus intrest van de betrokken schulden op te eisen, voornamelijk bij handelsrechtbanken in de VS.
Argentinië
In 2001 kon de Argentijnse president Nestor Kirchner een schuldherschikking onderhandelen met ongeveer 93 procent van alle schuldeisers. Dat liet het land toe zich economisch en sociaal te herstellen van de zwaarste recessie in zijn bestaan. Een klein aantal schuldeisers weigerden hier aan mee te werken en verkochten hun schulden door aan aasgierfondsen zoals NML Capital.
Deze oorspronkelijke schulden waren allen aangegaan met contracten die Amerikaanse handelsrechtbanken als enige bevoegde oplegden. NML Capital eiste twee jaar geleden van een Amerikaanse handelsrechtbank dat Argentinië de schulden bij NML Capital eerst volledig zou afbetalen alvorens andere heronderhandelde schulden konden worden afbetaald. De rechter vonniste dat NML Capital Argentijnse gelden op buitenlandse rekeningen kon blokkeren als dat niet zou gebeuren.
Daarmee kwam het akkoord voor schuldherschikking van het land volledig op de helling te staan, omdat volledige afbetaling van deze schulden er toe zou leiden dat ook de schuldeisers die wel een schuldherschikking hadden aanvaard ook volledige terugbetaling van hun schulden zouden gaan eisen. President Cristina Kirchner weigerde daarom het vonnis van de Amerikaanse rechtbank uit te voeren.
Gevaarlijk praktijken
Meerdere experten en organisaties noemden dit een gevaarlijk precedent dat het financiële systeem van schuldherschikkingen op de helling zet en voor veel landen een enorme strop betekent die hun enige mogelijkheid tot ontwikkeling voor jaren blokkeert. Staten worden dan immers verplicht te besparen op essentiële diensten als onderwijs, landbouw en gezondheidszorg.
NML Capital is niet het enige fonds dat dergelijke praktijken toepast. Deze manier van handelen bestaat al meer dan twintig jaar, maar neemt de laatste jaren onrustwekkend toe.
In 2007 heeft Elliot, een ander investeringsfonds, dat net als NML Capital eigendom is van de Amerikaanse multimiljardair Paul Singer, beslag laten leggen op geld van de Belgische ontwikkelingshulp in Congo-Brazzaville, om zo prioritaire afbetaling van haar schuldeisen af te dwingen.
“Belgische wet is uniek juridisch precedent”
Daarop heeft het Belgische parlement het initiatief genomen om een wet aan te nemen die deze praktijken verbiedt. Op 1 juli 2015 werd de wet goedgekeurd. NML Capital vecht nu deze wet aan bij het Grondwettelijk Hof. De Vlaamse 11.11.11, het Franstalige CNCD-11.11.11 en het Comité voor de Afschaffing van de Illegitieme Schulden (CADTM) werpen zich daarom als betrokken partij in de juridische strijd voor het behoud van deze wetgeving.
Volgens Arnaud Zacharie, voorzitter van het CNCD-11.11.11 is de Belgische wet een juridisch uniek precedent dat andere landen zullen volgen. “Het is bovendien treffend dat deze wet over alle partijen van meerderheid en oppositie in consensus werd aangenomen. Het is ontoelaatbaar dat deze aasgieren landen in problemen gaan ruïneren en tot 1000 procent winst boeken op hun ‘investeringen’. Aanvankelijk werd hier in het buitenland lacherig op gereageerd. Wat gaat België alleen tegen dit systeem doen?”
Aasgierfonds NML Capital ziet daarentegen wel degelijk het belang van dit juridisch precedent. De VN prijst de Belgische wet immers aan in zijn rapporten over de problematiek. Daarom probeert NML Capital nu deze wet te saboteren voor ze navolging krijgt in andere landen.
Stevige juridische argumenten
Bogdan Vanden Berghe, directeur van 11.11.11, is er echter gerust in. “We hebben stevige argumenten om de grondwettelijkheid van deze wet te staven. Deze wet heeft een enorm draagvlak ondanks verwoede pogingen van de financiële sector om ze tegen te houden. Dat NML Capital dat draagvlak tracht te ondermijnen via juridische procedures bij het Grondwettelijk Hof toont dat de schrik er goed inzit dat dit initiatief internationaal navolging krijgt.”
“Dat we ons nu aansluiten bij het verzet tegen de klacht van NML Capital is een kwestie van principe. Eerst en vooral democratisch, deze wet wordt gedragen door een democratische consensus van alle politieke partijen in het parlement. Dit gaat voor ons echter ook over het beschermen van de slachtoffers van deze praktijken, de bevolking van de ontwikkelingslanden, die zich niet kan verdedigen tegen deze financiële dwangmaatregelen.”
Meest progressieve wet ter wereld
Reanud Vivien van CADTM bevestigt: “Een eerste Belgische wet van 2008 heeft in 2010 navolging gekregen in het Britse parlement met de Debt Relief for Developing Countries Act. Die (Belgische) wet werd vervolgens uitgebreid in 2015. Ons juridisch verzet tegen de klacht van NML Capital is niet alleen een kwestie van principes. Wij hebben stevige juridische argumenten. We willen deze wet aanprijzen bij de nationale parlementen van andere EU-lidstaten en daarbuiten. Dit is immers de meest progressieve wet op dit vlak in heel de wereld.”
De Wet van 12 juli 2015 teneinde de activiteiten van aasgierfondsen aan te pakken bepaalt dat het geld dat het aasgierfonds kan terugeisen niet hoger kan zijn dat het bedrag dat het fonds zelf heeft uitgegeven om de schuld over te kopen. Dat gebeurt wanneer de rechter een wanverhouding vaststelt tussen de investering van het aasgierfonds en de waarde van de geëiste terugbetaling.
Daarnaast moet er onder meer aan minstens één (dus niet aan alle) van volgende voorwaarden voldaan worden:
- de debiteurstaat bevond zich in een bewezen of imminente staat van onvermogen op het moment dat het aasgierfonds de schuldvordering heeft afgekocht;
- het aasgierfonds heeft zijn zetel in een belastingparadijs (zoals bepaald door de zwarte lijsten van België en de OESO);
- het aasgierfonds heeft eerder al meerdere gerechtelijke procedures willen voeren;
- het aasgierfonds heeft geweigerd mee te werken aan maatregelen tot herschikking van de betreffende overheidsschuld;
- het aasgierfonds heeft misbruik gemaakt van de zwakke toestand van de debiteurstaat om een duidelijk onevenwichtige overeenkomst tot terugbetaling te sluiten;
- de volledige terugbetaling zou grote gevolgen hebben voor de overheidsfinanciën en zou de sociaaleconomische ontwikkeling van de bevolking in gevaar kunnen brengen.
Tijdens de persconferentie waarop de betrokken organisatie hun juridisch initiatief aankondigden nam ook Fanny Gallois, coördinator van het Plateforme Française Dette et Développement (Frans platform schuld en ontwikkeling) het woord: “In Frankrijk heeft PS-parlementslid Dominique Potier een amendement ingediend bij een meer globale wet over economische en financiële transparantie (artikel 24). Dat amendement is niet zo omvattend als de Belgische wet, maar wil wel de disproportionaliteit van deze praktijken verbieden. De terugvorderbare som mag niet hoger zijn dan wat in akkoorden over schuldherschikking is overeengekomen, ook als deze fondsen daar zelf niet hebben aan deelgenomen.”
Juridische strijd voor behoud van de wet
Advocaat Olivier Stein zal namens de betrokken organisaties pleiten: “Er is hier sprake van een manifest disproportionele wanverhouding tussen investering en winst, wat in het contractrecht een reden is om contracten te verbreken. Deze fondsen werken bovendien vanuit fiscale paradijzen, nemen geen deel aan onderhandelingen over schuldherschikking en dienen niet het algemeen belang.”
Verder wezen de sprekers er nog op dat in de recente jaren niet alleen zwakke landen in de Derde Wereld door deze aasgierfondsen worden aangevallen, ook landen als Griekenland en het Amerikaanse protectoraat Porto Rico lijden onder de gevolgen van deze praktijken. De technische werking van de aasgierfondsen verschilt weliswaar van land tot land, maar ze hebben allen een gemeenschappelijke noemer: overal is het de gewone bevolking die het gelag betaalt.
Renaud Vivien: “Naast de aanvaarding van de Belgische wet door andere landen, moet er ook een audit komen van de legitimiteit van alle schulden.” Bogdan Vanden Berghe is er zeker van dat deze wet internationale navolging zal vinden: “Niet alleen wij gaan deze wet promoten in het buitenland. De Belgische regering deed dat zelf al op de recente top in Addis Abeba.”
“We zijn ons echter bewust van de tegenkanting die er nog bestaat. De Duitse regering bijvoorbeeld wil hier niet van weten. Zij vinden dat een wet als deze niet kan en dat alles moet worden geregeld via de Club van Parijs en via het IMF. De Club van Parijs is echter een verbond dat geen enkele juridische basis heeft, het is in essentie een ‘clubje’ van de rijke landen, waar ze onder elkaar akkoorden bedisselen die nooit in het voordeel van de bevolking zijn.”
“Het IMF verzet zich hier ook tegen. Het IMF is echter zelf een grote schuldeiser en is tegelijk arbiter en betrokken partij. Bovendien is ook dit een organisatie waar alleen de VS en een paar andere landen het voor het zeggen hebben.”
“Uiteindelijk is de VN het beste kader om deze praktijken aan te pakken. De Belgische wet is echter een uitstekend wapen om die strijd te bepleiten bij andere VN-lidstaten. Daarom zetten wij ons met overtuiging in om de klacht van NML Capital bij het Grondwettelijk Hof te weerleggen.”
Informatie:
New anti-vulture fund legislation in Belgium: an example for Europe and rest of the world
Retour sur la nouvelle loi belge sur les fonds vautours
Basic Principles on Sovereign Debt Restructuring Processes
UN adopts landmark debt resolution on principles for sovereign debt restructuring