Emilie Claeys beeld Amsab-Instituut voor Sociale Geschiedenis.

Feministische voorvechtsters in de 2e helft van de 19e eeuw en de 1e helft van de 20e eeuw

Deel 1 in de reeks over feministische voorvechtsters uit de 2e helft van de 19e eeuw en de 1e helft van de 20e eeuw.

woensdag 6 maart 2013 13:05
Spread the love

 

Emilie Claeys

Of elk menschelijk wezen heeft geene ware rechten of allen hebben dezelfde, en diegene welke stemt tegen het recht van anderen verbeurt van dien stond aan zijne eigene rechten.”

Emilie Claeys  (1855-1943) werd geboren in een Gents arbeidersgezin. Na de dood van haar vader en de ziekte van haar moeder zag zij zich verplicht een job te nemen in een weverij om het gezin te onderhouden. Ze werd verliefd op een man uit de burgerij waarmee ze twee buitenechtelijke dochters kreeg. Ze voedde haar kinderen op als alleenstaande moeder.

Deze harde levenservaringen maakte het persoonlijke politiek voor Claeys en leidde tot een groot socialistisch en feministisch engagement. In 1891 nam zij het voorzitterschap op van de Socialistische Propagandaclub voor Vrouwen, waarna ze aan een snelle klim op de politieke ladder van de Belgische Werkliedenpartij (BWP) begon: in 1893 werd ze als eerste vrouw opgenomen in de Landelijke Raad, datzelfde jaar voerde ze campagne voor het vrouwenstemrecht. Ze was uitgever van De Vooruit en richtte samen met de Nederlandse Nellie van Kol (nvdr: Nederlandse feministe, pedagoge en kinderboekenschrijfster) de Hollandsch-Vlaamse Vrouwenbond op evenals het blad De Vrouw.

Naast vrouwenstemrecht streed Claeys vooral voor economische onafhankelijkheid en het recht op arbeid voor vrouwen. Ze formuleerde ook sterke kritiek op het traditionele huwelijk. Hoe politiek het privéleven kan zijn, bleek nogmaals toen in 1896 tijdens de zogenaamde “Emilie Claeys maanden” haar betrokkenheid bij een liefdesaffaire breed werd uitgesmeerd in de kranten en haar reputatie besmeurd raakte in een strijd over zedelijkheid tussen socialisten enerzijds en katholieken en liberalen anderzijds. Samen met Claeys’ ontevredenheid over het uitstel van de vrouwenemancipatie binnen de BWP maakte deze affaire een vroegtijdig einde aan haar politieke carrière.

*Citaat: Pamflet Emilie Claeys over het vrouwenstemrecht, 1892.

*Bron: ‘Emilie Claeys (1855-1947), een adepte van August Bebels ‘vrije huwelijk’?  Een ‘grote’ oefening in historische kritiek: het persoonlijke en het politieke in  een socialistisch-feministische strijd aan het einde van de 19[e] eeuw.’ – Julie Carlier – Brood en Rozen 2008/3.

Isala Van Diest

Ik koos voor geneeskunde omdat ik goed besefte welke grote morele invloed je als arts kan uitoefenen op de vrouw. Terwijl je hun lichamelijk lijden verzacht, openen die vrouwen hun hart voor je. Ik zie de geneeskunde als een manier om vrouwen uit hun doffe berusting te halen, hen elkaar te laten helpen en hen sterker te maken opdat ze eisen waar ze recht op hebben.”

Isala Van Diest (1842-1916) kwam ter wereld in een welgesteld doktersgezin uit Leuven. Van jongs af aan werd zij beïnvloed door de progressieve Engelse kringen waarin haar moeder verkeerde. Omdat in België nog geen hoger secundair onderwijs voor meisjes bestond, trok Van Diest naar Zwitserland om zich in Bern op haar universitaire studies voor te bereiden. In 1873 keerde ze terug naar België om een opleiding tot arts te volgen aan de KULeuven. De toenmalige rector weigerde haar inschrijving echter en Van Diest zag zich genoodzaakt om naar Zwitserland terug te keren en daar een diploma in de geneeskunde te behalen.

De moeilijkheden om het beroep van haar keuze te kunnen uitoefenen, stopten echter niet na haar studieperiode. Een praktijk vestigen in België bleek niet evident, haar Zwitsers diploma werd niet erkend en Isala werkte enkele jaren in Groot-Brittannië in het New Hospital for Women. Uiteindelijk kon ze bijkomende examens afleggen aan de ULB en kreeg ze in 1884, met het verschijnen van een Koninkelijk Besluit in het Belgisch Staatsblad, als eerste vrouw de toelating om het beroep van arts uit te oefenen.

Bevooroordeelde patiënten overtuigen bleef moeilijk, al wist Van Diest toch een aanzienlijk klantenbestand uit te bouwen dat met name bestond uit vrouwen, kinderen en progressieve Britten en Amerikanen. Geschokt door de manier waarop patiëntes met syfilis in de Belgische ziekenhuizen behandeld werden, wijdde Van Diest ook heel wat van haar tijd als arts aan het behandelen van prostituees. Ze werd directrice van Le Refuge, een opvangcentrum voor vrouwen die de prostitutie wilden verlaten, en ijverde voor de afschaffing van de internationale vrouwenhandel. Als overtuigd feministe was ze medeoprichtster van de Ligue Belge du Droit des Femmes.

* Citaat: Theodore Stanton en D. G. Rohr ‘Selections from the woman question in Europe.’ 1974,

* Bron: Dictionnaire des femmes belges. XIXe et XXe siècles. Eliane Gubin, Catherine Jacques, Valérie Piette en Jean Puissant (eds), 2006, eds. Racine en RoSa portretten http://www.rosadoc.be/joomla/index.php/portretten/wetenschap_en_techniek/isala_van_diest.html

Marie Popelin

Niet om een vrije vrouw te creëren (…), maar om een geëmancipeerde vrouw te creëren, eervol geëmancipeerd door werk, talent en wetenschap“.

Marie Popelin (1846-1913) werd geboren in een burgerlijke, Brusselse familie. Haar bewogen leven kan best in drie fases opgedeeld worden.  In een eerste fase werd Popelin door Isabelle Gatti de Gamond gevraagd om les te geven op diens Cours d’Instruction, toen de meest progressieve meisjesschool van België. Meisjes konden er voor het eerst vakken volgen die voordien alleen aan jongens werden onderwezen. Hier werd Popelin’s passie voor de emancipatie van vrouwen door onderwijs en wetenschap sterk gevoed.

Op 37-jarige leeftijd begon Marie Popelin aan een heel nieuwe levensfase. Ze vervolmaakte als eerste vrouw een studie rechten aan de ULB. Ondanks het feit dat geen enkele wet haar een strobreed in de weg legde, werd het haar toch verboden om het beroep van advocaat uit te oefenen. De in de pers breed uitgesmeerde ‘Affaire Popelin’ veranderde haar perspectief op vrouwenemancipatie. Onderwijs en talent alleen waren klaarblijkelijk niet voldoende, ook een gelijke toegang tot arbeid moest verzekerd worden.

In een derde fase besloot Popelin dan ook om haar juridische talenten in te zetten voor de Ligue Belge du Droit des Femmes die ze in 1892 samen met Isala Van Diest en de advocaat Louis Frank oprichtte. In een finale tour de force wist zij in 1905 zowat alle Belgische feministische organisaties te verenigen in de Nationale Belgische Vrouwenraad. Advocaat zou Popelin echter nooit worden. Vrouwen werden in België pas in 1922 toegelaten tot dit beroep.

*Afbeelding: Amsab-Instituut voor Sociale Geschiedenis.

*Citaat: Uit het charter van de Cours d’Instruction, Dictionnaire des femmes belges. XIXe et XXe siècles. Eliane Gubin, Catherine Jacques, Valérie Piette en Jean Puissant (eds), 2006, eds. Racine, p.459.

*Bron: Dictionnaire des femmes belges. XIXe et XXe siècles. Eliane Gubin, Catherine Jacques, Valérie Piette en Jean Puissant (eds), 2006, eds. Racine en RoSa portretten

Louise Van Duuren

Er bestaan geen mannelijke of vrouwelijke kunsten of wetenschappen. (…) Als we bij iemand van de ene of de andere sekse een zekere begaafdheid waarnemen voor een bepaalde intellectuele activiteit, dienen we in het onderwijs het grote belang van de individuele factor te herkennen. Een welbepaald individu moet immers op het leven voorbereid worden, niet een hele sekse.”

Louise Van Duuren (1875-1938) kwam ter wereld in Merksem (Antwerpen) bij een katholieke moeder en een vrijdenkende vader. Zij vervolledigde een middelbare opleiding in het Brusselse en behaalde diploma’s om les te geven. Om in haar levensonderhoud te voorzien, was ze werkzaam als lerares terwijl ze aan de ULB een doctoraat in de filosofie voorbereidde.

Van Duuren ging omwille van gezondheidsredenen echter in 1917 al op pensioen. Een keuze die het haar mogelijk maakte om zich volledig te kunnen wijden aan haar grootste passie: vrouwenrechten. Haar binnenlandse en internationale engagementen zijn nauwelijks op te sommen: ze schreef voor de Cahiers Feministes, was lid van de Belgische Vrouwenraad en werd co-voorzitster van de Federatie van Universitaire Vrouwen.

Bezorgd om gelijk loon voor gelijk werk richtte zij in 1928 de Groupement Belge pour l’Afranchissement de la Femme en het bijbehorende tijdschrift Egalité op. Dit werd in 1929 gevolgd door de oprichting van de Belgische afdeling van Open Door International en het bijbehorende tijdschrift La Travailleuse Traquée. Als lid van de Ligue de l’Enseignement verzette zij zich tegen de verplichte huishoudelijke vorming van meisjes en met de Alliance Internationale pour le Suffrage et les Droits Civiques des Femmes streed ze voor het algemeen stemrecht.

Haar internationale engagementen werden in de jaren ’30 verder ontwikkeld met het Comité Mondial des Femmes contre la Guerre et le Fascisme. Haar democratische en internationaal georiënteerde gelijkheidsfeminisme maakte haar tot een van de meest opmerkelijke én meest representatieve figuren van het feminisme tijdens het interbellum.

*Citaat: Louise Van Duuren, A propos des nouvelles tendances concernant l’enseignement ménager des jeunes filles, In: Document, n° 79, 1932, p. 10.

*Bron: Dictionnaire des femmes belges. XIXe et XXe siècles. Eliane Gubin, Catherine Jacques, Valérie Piette en Jean Puissant (eds), 2006, eds. Racine

Georgette Ciselet

Georgette Ciselet (1900-1983) was de jongste telg uit een Antwerpse familie van industriëlen. Ze werd met grote onderscheiding doctor in de rechten en legde in 1923 als vierde vrouw in België de eed af om advocaat te worden. Tijdens haar 40 jaar durende loopbaan werd ze zich sterk bewust van de wettelijke ongelijkheden binnen het huwelijk en publiceerde hierover meerdere onderzoeken, waaronder La femme, ses droits, ses devoirs, ses revendications. Esquisse de la situation légale de la femme en Belgique et à l’étranger.

Vanaf 1925 sloot Ciselet zich aan bij de liberale vrouwenbeweging en toen ze in 1946 de eerste vrouwelijke senator van de liberalen werd, spitste ze zich meteen toe op de hervorming van het huwelijksrecht. Haar voorstel inzake de rechtsbekwaamheid van de vrouw binnen het huwelijk zou meer dan 10 jaar lang bediscussieerd worden vooraleer het in 1958 werd goedgekeurd. Uiteindelijk werden belangrijke delen van Ciselet’s voorstel (oa. over het onafhankelijk beheer van eigen geld en goederen door de echtgenote) pas in 1976 in de praktijk gebracht.

Ciselet lanceerde ook voorstellen om de magistratuur en het notariaat voor vrouwen toegankelijk te maken en ondernam in de jaren ’50 en ’60 heel wat buitenlandse missies als Belgisch gedelegeerde bij ECOSOC (nvdr: de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties) en de Verenigde Naties. In 1963 verliet Georgette de politiek en werd ze als eerste vrouw benoemd tot lid van de Raad van State. Naast haar politieke engagement was Ciselet ook actief lid van talrijke feministische organisaties zoals Open Door, de Federatie van Universitaire Vrouwen en de Belgische Vrouwenraad.

*Afbeelding: Amsab-Instituut voor Sociale Geschiedenis.

*Bron: Dictionnaire des femmes belges. XIXe et XXe siècles. Eliane Gubin, Catherine Jacques, Valérie Piette en Jean Puissant (eds), 2006, eds. Racine en Georgette Ciselet en de wet van 1976, Rosadoc, http://www.rosadoc.be/joomla/index.php/het_geheugen /het_geheugen_in_thema_s/georgette_ciselet_en_de_wet_van_1976.html

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!