actie BOEH!

De toekomst aan de vrouwen

Vrouwen zijn best zelf de voortrekkers van hun eigen emancipatie. Dat blijkt ook uit het actuele debat rond hoofddoeken en andere religieuze symbolen.

zaterdag 9 maart 2013 13:39
Spread the love

 

De vrouw, steunpilaar van de samenleving

In elke traditionele, tribale, matriarchale of moderne samenleving heeft de vrouw een belangrijke rol gespeeld. “Achter elke sterke man, staat een vrouw”, daar wil ik even aan herinneren. Zelfs Christus had, naast de twaalf apostelen, twaalf vrouwelijke discipelen. Een van hen was Maria Magdalena, zijn werkelijke raadgeefster. Of denk aan koningin Cleopatra van Egypte, aan Elyssa (of Dido) van Carthago, aan Rigoberta Menchú Tum of aan de vakbondsvrouw Mia De Vits van het ABVV. En laten we vooral de rol van de vrouw in de volksopstanden van Tunesië en Egypte niet vergeten. Al deze vrouwen hebben in de geschiedenis van de vrouw onuitwisbare sporen achtergelaten.

Deze bijdrage vertrekt van de situatie van vrouwen in België en van de internationale feministische beweging. In 1948 verkregen de Belgische vrouwen het universele recht deel te nemen aan verkiezingen: het recht en de keuze om te stemmen en om verkozen te worden. De seksuele revolte van mei 1968 is een ander ijkpunt. Vanaf dan zijn de vrouwen zich beginnen te organiseren om hun enige en voornaamste zaak te verdedigen: emancipatie op alle vlakken, maar in het bijzonder het recht om te beslissen over het eigen lichaam.

Het bewustzijn de baas te zijn over het eigen lichaam maakte een einde aan eeuwenoude, door mannen geïnspireerde seksuele taboes en religieuze dogma’s. Denk, beste heren, aan de Wereldvrouwenmars die van Europa de gelijkheid tussen man en vrouw op alle niveaus eiste.

Nadien heeft de feministische beweging zich als een olievlek over de hele wereld verspreid. De vrouwen zelf hebben het feministische schip geleid naar de haven waar het nog steeds ligt aangemeerd. Zouden de vrouwen staan waar ze staan als ze zich hadden verenigd met mannen? Mijn antwoord is over de hele lijn negatief. Dat zal ik proberen te verklaren op basis van de actuele debatten over de hoofddoek en andere religieuze symbolen.

Een hels debat voor vrouwen met een migratieachtergrond

Het hoofddoekendebat is als fenomeen niet nieuw. In België begon het op het einde van de tweede helft van de jaren tachtig, in het bijzonder na het bombardement op Libië onder leiding van de voormalige Amerikaanse president Ronald Reagan in maart 1986. De eerste Golfoorlog (1990-1991), onder George Bush Sr. en na de invasie in Koeweit van Saddam Hoessein, gooide olie op het vuur. De terroristische aanvallen van 9/11 en vooral de kolonisatie van Afghanistan en Irak door de troepen van de NAVO en hun islamitische bondgenoten, brachten het fenomeen weer in de mode – opnieuw onder druk van de presidentiële familie Bush.

In tegenstelling tot wat de tendentieuze berichtgeving van verschillende media deed vermoeden, leek deze oorlog in de ogen van miljoenen personen (vooral in de islamitische wereld) op een tweede of derde kruistocht van de christenen tegen de moslims. Bush Jr. noemde iedereen die hem niet steunde in de kolonisatie van Irak antichristelijk. Het illustreert dat de oorlog in Irak slechts de wedergeboorte was van een middeleeuws conflict. Samuel Huntington, conservatief schrijver en lid van de Amerikaanse National Security Council onder Carter, blies dat conflict in de VS nieuw leven in met zijn classificatie van de verschillende culturen in het beroemde boek The Clash of Civilizations (1993).

Religieuze inkeer als uiting van identiteit

Laten we aan de voorgaande opsomming het eindeloze conflict in het Midden-Oosten toevoegen: de Israëlische beschieting van het hoofdkwartier van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) in Tunis, bijvoorbeeld. Tunesië was niet in conflict met Israël, maar de internationale gemeenschap heeft geen enkele sanctie getroffen tegenover de aanvaller.

Sinds de extreemrechtse reacties op de aanslagen van 9/11 hebben de islamitische gemeenschappen in het Westen het gevoel overal geviseerd te worden: op straat, in de metro, op de trein, op het werk. Gevoelens van onveiligheid en angst hebben geleid tot een massaal terugvallen op de eigen identiteit. Dat veruiterlijkt zich vandaag in een vlucht naar een schuilplek die vroeger nooit zo present of zichtbaar was.

Maar weerspiegelt de hoofddoek echt de positie van de islamitische vrouw in de samenleving? Laten we twee zaken niet vergeten. Ten eerste zijn vrouwen die naar Europa migreren vooral afkomstig uit de meest traditionele herkomstlanden. Ten tweede zijn vrouwen die in Marokko of Turkije zijn gebleven, vandaag vrijer dan gemigreerde vrouwen. Bij aankomst in Europa wacht voor veel vrouwen de confrontatie met een regionaal traditionalisme dat met hen is meegereisd.

Het getuigt van simplisme om bij elk migratiedebat terug te vallen op de positie van vrouwen in hun herkomstland. Een simplisme dat het fundamentele debat over het democratische en burgerlijke deficit van het Westen uit de weg gaat.

In democratische landen en in de eenentwintigste eeuw is een dergelijke politieke demagogie, vanaf de jaren tachtig verkondigd door extreemrechts in Vlaanderen, Frankrijk, Oostenrijk en door de PVV van de islamofobe Nederlander Geert Wilders, onaanvaardbaar. Het gedrag van verschillende zogezegde democraten is misschien wel het meest fascinerende element van dit populisme (zie Jean-Marie Dedeckers boek over migratie, Hoofddoek of blinddoek?). Zonder zich al te veel vragen te stellen, geven ze toe aan de druk en steken ze het gedachtegoed van extreemrechts in een nieuw jasje om hun verloren electoraat te recupereren en de kiezer opnieuw te fascineren.

Migranten en ‘hun’ problemen: is de maatschappij verantwoordelijk of de cultuur?

Het gelijkstellen van migrantenproblematieken aan culturele en religieuze kwesties is simplistisch. Het is tijd de politieke wereld daaraan te herinneren. Laten we een halt toeroepen aan deze dictatuur van extreemrechts én van veel democraten. Ze is niet anders dan degene die Hitler gebruikte tegen miljoenen onschuldige joden als legitimering van zijn plan om een cultuur uit te roeien die ouder is dan het christendom of de islam.

De dictatuur van simplisme en populisme is vandaag het voornaamste politieke wapen. Wilders, het Vlaams Belang, Haider, Jean-Marie Le Pen en anderen triomferen met één slogan: “De islam kan uw veiligheid schaden en migranten moeten verbannen worden uit de westerse samenleving.” Dit blinde, maar berekende populisme beklemtoont de angstcultuur, de haat en vrees bij de burgers voor “alles wat anders is.”

“Het fundamentele debat draait om de vraag hoe we een gemeenschappelijk project kunnen uitdenken dat bouwt aan de samenleving van morgen.”

Het cultiveren van de wij-zij-cultuur en de superioriteit van het Westen zal slechts leiden tot desintegratie op verschillende niveaus: horizontaal (de relaties tussen bewoners van dezelfde wijk zullen verzuren), verticaal (de relaties tussen overheid en burger zullen destabiliseren en de nationale, regionale en lokale democratie zal verzwakken) en ruimtelijk (de socio-economische structuur van de publieke ruimte zal verbrokkelen). Door de klemtoon te leggen op de criminalisering van een aantal generaties van wie de ouders hebben bijgedragen tot de opbouw van onze welvaartstaat, creëer je enkel sociale uitsluiting. De fundamenten van de westerse parlementaire democratie en de universele rechten van de mens worden ontwricht.

Het in stand houden van haatgevoelens tegenover de Marokkaanse gemeenschap, terwijl veel Marokkanen hun leven hebben gegeven voor België in de slag van Gembloux tijdens de Tweede Wereldoorlog, toont een gebrek aan respect tegenover deze martelaars die zijn gesneuveld in hun strijd tegen de haat en xenofobie van het nazisme. Het toont hoe het Westen tekortschiet tegenover hun voormalige bondgenoten in de strijd tegen Hitler.

In mijn ogen is het dragen van een hoofddoek of andere religieuze symbolen, een willekeurig fenomeen. Het is een persoonlijke kwestie, maar ze wordt aangevoeld als een publieke stoorzender. Het fundamentele debat draait echter om de vraag hoe we een gemeenschappelijk project kunnen uitdenken dat bouwt aan de samenleving van morgen. Een rechtvaardige, multi-etnische samenleving, die zich baseert op een evenredige verhouding tussen rechten en plichten, waarin elke burger gelijk is en mentale en fysieke ruimte krijgt. Een democratische samenleving met een aantal verbintenissen die als basis zullen dienen voor discussie en onderhandeling.

Deze verbintenissen zullen wezenlijk zijn, en niet enkel schone schijn. Je moet de vinger op de wonde durven leggen en toegeven dat er vandaag een sociale kloof is die zich vertaalt in een democratische en civiele scheur in alle landen van de Europese Unie. We moeten de koe bij de hoorns vatten en het bestaan van een sociaal probleem aanvaarden, in plaats van ‘redelijke’ aanpassingen te zoeken die noch de basis vormen voor een democratie, noch de weg naar burgerschap of de aanzet tot vruchtbaar overleg.

Emancipatie voorop

Elk geval van migratie brengt enorme verliezen met zich mee. In de eerste plaats het verlies van de eigen omgeving: de nabije vrienden en familie. Daarna de ontworteling van cultuur en identiteit. Bij de overgang van een bepaalde culturele omgeving met bepaalde tradities naar een andere omgeving met andere tradities, ondergaan mensen een zware psychologische druk. Het verlies van vrijheid en van de bescherming van de traditionele omgeving werpt ons in een rouwperiode, die moeilijk op eigen krachten te boven te komen is. In sommige gevallen leidt de rouw tot het terugvallen op een beschermende identiteit. Taalkundige onmacht en een geringe kennis van maatschappelijke codes kunnen bovendien leiden tot een burn-out, soms met ernstige gevolgen voor de gezondheid.

Conclusie

Als de vrouwen erin geslaagd zijn om bepaalde fundamentele rechten te realiseren, hebben ze dat te danken aan hun moed en aan de afwezigheid van mannelijke bemoeienis. Laat hen dus onder elkaar debatteren over emancipatie en het dragen van een hoofddoek. Heren, laten we het politieke paternalisme tegenover de vrouw opheffen, want dit mannelijke conservatisme hindert hun emancipatie. De Wereldvrouwenmars is een grenzeloos bewijs van de wil van vrouwen om zich te bevrijden van de taboes die leven in onze angstige maatschappij.

Aan de mannen is het dan om het racisme, de xenofobie, de haat en de sociale uitsluiting te bestrijden, in plaats van ze in de hand te werken met simplistische politieke discoursen. Deze discoursen zijn als kankers die de sociale cohesie aantasten en enkel zullen leiden tot de terugkeer van het fascisme en extreemrechts, tot conservatisme en populisme. Laten we niet vergeten dat het Westen een rol kan spelen in het opnieuw creëren van een sociaal Europa, en in de strijd tegen de armoede en de sociale exclusie die het de laatste dertig jaar heeft voortgebracht.

Youssef ben Abdelejlil is historicus, dichter en doctor in de geografische wetenschappen.

Vertaald door Heleen Mercelis

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!