Je oordeel over een film hangt natuurlijk af van de films waarmee je vergelijkt. Zo ging de reguliere media onlangs vreemd genoeg in overdrive om The Broken Circle Breakdown als een ware kaskraker te promoten. Natuurlijk is deze commerciële snotterprent wel geslaagd, vergeleken met de hypersentimentele films van Nic Balthazar, zoals Ben X of Tot Altijd. Vooral de meesterlijke montage loont de moeite om de nieuwste van Felix van Groeningen te zien. Maar dan als slagroom dat stereotiep gebak appetijtelijk maakt, samen met een overdaad aan fruitige hipheden zoals Bluegrass country, tattoos, paardjes in de wei, Amerikaanse pick-ups en een hippiecaravan.
Misschien is het je ontgaan, maar er ging ook nog andere film in première tijdens het Gentse Filmfestival: Offline. Een zekere Rudy Vandekerkhove – ‘met ck en aan elkaar geschreven’ – probeert na zeven jaar gevangenis zijn leven te hervatten. Ten minste, ‘hij is er mee bezig’. Cruciaal daarbij is het contact herstellen met zijn dochter Vicky, die zich in haar jong maar eenzaam leven stekelig overeind probeert te houden.
Het wordt voor beiden een aangrijpende strijd tegen marginaliteit, onbegrip, verwerping, onzekerheid, schaamte en een overdaad aan vooroordelen. Die wederzijdse zoektocht speelt zich eerst online en daarna ook offline af. Zo wordt de kijker getrakteerd op een gelaagd psychologisch spectrum waarin een liefdevolle toenadering zich van verschillende kanten laat bekijken.
Zonder opera en Pierke Pierlala
Vergeleken met The Broken Circle Breakdown, is deze verrassende debuutfilm van Peter Monsaert, in samenwerking met scenarist Dominique Willaert van Victoria Deluxe, heel wat meer voldragen en een pak origineler. Deze film zoomt bijvoorbeeld niet in op miserie op het moment dat dit zich volop voltrekt – kanker, verlies, zelfmoord – maar verbeeldt hoe moeilijk het is voor slachtoffers en daders om te overleven, zoveel jaren later. Geen bombardement op uw emotionele weerstand dus. Maar daardoor wel meer breedte en diepgang.
The Broken Circle Breakdown inspireerde zich op een theatervoorstelling die was opgevat als een muziekoptreden waar terloops het levensverhaal van het ruziënde en zingende koppel stukje bij beetje voor het voetlicht kwam. De getuigenissen tussendoor zorgde voor de boeiende opzet van dit theaterspel. Vertaald naar film valt dit plots weg. Ten minste als die film het plan opvat om die levensgeschiedenis dan maar chronologisch te verfilmen. Dat resulteert in een prent die vooral dweept met de grote emoties uit de opera: passie, verliefdheid, verlies, dood.
De kijker zit bovendien ook met een heus Pierke Pierlala-gevoel: je ziet alles al van ver aankomen, alleen de poppen in de poppenkast hebben de wolf nog niet gezien. Je zou haast in de cinemazaal beginnen roepen: ‘Pierke, kijk achter u!’. Het montagewerk van Nico Leunen tracht dit tekort zoveel mogelijk op te vangen door de chronologie te verstoren en sommige fracties van scènes vroeger in de tijdslijn te lanceren. Dat geeft de film terug een drive om naar te kijken.
Offline zoomt daarentegen in op één cruciale episode uit het leven van een verscheurd gezin. Een unieke problematiek vouwt zich vervolgens scène na scène open. Zonder opera, wel met een doorvoelde confrontatie met onmacht en onvermogen. Het pallet aan emoties is duidelijk anders: subtieler, eenvoudiger, directer en daarom zo herkenbaar.
Sociaal-artistieke eenvoud
Monsaert wil zichzelf als auteur ook niet continu in beeld brengen met feeërieke beelden, stijlfiguren en andere stempels. Hij opteerde voor een bescheiden filmtaal die je vanaf de eerste scène op je gemak stelt en meeneemt in een waarachtig en ontwapenend verhaal. Er is tevens meer ‘cinema’ te zien: verschillende scènes tonen veel meer dan de grote lijn van het script dat verfilmd moet worden. De scène waarin Rudy tijdens de babysit Roodkapje voorleest bijvoorbeeld, of zijn amoureuze ‘miserie-na-mysterie’ ontmoeting zijn legendarisch. Die diepmenselijke openbaringen zijn er in The Broken Circle Breakdown ook wel, maar veel minder. De scènes die dat beogen, zijn daarvoor te geënsceneerd om in hun groteskheid ook authentiek te zijn.
De kracht van Offline ligt allicht ook in het feit dat deze film als een sociaal-artistiek project begonnen is via een experimentele interactie met ex-gedetineerden. Het scenario baseerde zich op het levensverhaal van Patrick Vanhoutteghem, een krachtige havenarbeider die door een drugverslaving zijn gezin is verloren, maar nadien stap voor stap zijn leven terug op de rails wist te zetten. De film lijkt door deze persoonlijke achtergrond een sensitiviteit te hebben ontwikkeld die de film draagt. Offline slaagt er namelijk bijzonder goed in om de kijker de emotionele strijd van Rudy en Vicky te laten aanvoelen, zonder dat daar een lading actie, humor, suspense of hip vermaak voor nodig is.
Die aspecten komen natuurlijk ook wel aan bod, maar veel minder dan we van de meeste Vlaamse films gewend zijn. Die eenvoud, dat gewoon durven tonen van emoties zonder het te moeten verpakken in iets zwierig, zonder zich te moeten indekken met ambiance of billenkletserij, dat maakt Offline tot een nieuw en fris hoofdstuk in de volwassenwording van de ‘Vlaamse’ film. Op dat punt mag Monsaert zijn volgende film, die er hopelijk komt, wat mij betreft gerust nog soberder aanpakken.
Ssst… hier rijpt Belgische film
Tot slot permitteer ik mij, onbescheiden en kort (door de bocht), een schets van de Vlaamse film: wat ooit begon als knullige kolder (Gaston en Leo, Urbanus, …) evolueerde naar tragikomische feel-good films met een lokale kleur en een sociale ondertoon die inzoomen op ontroerende onbeholpenheid (Iedereen Beroemd, De helaasheid der dingen, Aanrijding in Moscou, …). Offline schrijft zich in die traditie in. De humor is er nog wel. Maar niet als dekmantel om een aanvaardbare want veilige afstand te creëren zodat de kijker buiten shot blijft en de film verteerbaar blijft als fictie-van-bij-ons.
Andere Vlaamse films compenseren die kwetsbaarheid op een andere manier. In Anyway the Wind Blows wordt een videoclip gemuteerd tot een langspeelfilm. In Rundskop wordt een boerendrama veredeld tot misdaadfilm. Waalse collega’s, zoals de gebroeders Dardenne, zijn daar veel minder terughoudend in. Ze zetten daarentegen een felle spot op verschoppelingen, zoals in Rosetta of La Promesse. Dit sociaal realisme slaat dan weer door in excentriciteit: de ontsporing van het leven aan de rand van de maatschappij wordt dermate uitvergroot dat het iets surreëels krijgt. Door dit exotisch effectbejag wordt er opnieuw een afstand ingebouwd. We zitten immers een beetje aapjes te kijken.
Misschien slaat Offline een brug tussen de Vlaamse en Waalse traditie. Gewoon met een rechttoe rechtaan film die zonder vlijmscherp te willen snijden een warm en authentiek verhaal uit de doeken doet dat zich ook in jouw straat zou kunnen afspelen. Als je ten minste in Gent woont.