Het te koop stellen van een reeks tijdschriften door mediabedrijf Sanoma heeft de discussie opnieuw aangewakkerd over de ontwikkelingen in de media: of de gedrukte pers nog toekomt heeft, het oprukken van de elektronische media, de vraag wat kwaliteitsjournalistiek is, of journalisten opinies mogen schrijven in hun krant, enz… Het zijn meestal investeerders, uitgevers, persmensen en experten die het debat voeren. Als simpele lezer wil ik ook mijn gedacht hierover kwijt. Per slot van rekening ben ik ook betrokken partij.
Ik heb behoefte aan twee vormen van informatie. Ik wil weten wat er omgaat in in wereld en trachten dat te vatten. Anderzijds heb ik enkele interessegebieden waar ik mijn kennis wil verbreden en inzicht wil verwerven.
DAGELIJKSE KOST
Op het eerste terrein wordt ik uitstekend gediend door de TV journaals en de duidingsprogramma’s van de openbare omroep. Zo goed zelfs dat ik me soms afvraag of ik nog wel een krant nodig heb. Een aantal van mijn kennissen vinden dit inderdaad niet nodig en zegden hun krant op, of kopen er nog slechts sporadisch een. Maar ik heb nog dagelijks een krant in de bus.
Daar kan ik meer uitleg vinden bij de punten in het nieuws. Ik pik er uit wat me interesseert, maar ik stel vast dat ik dit steeds minder doe.
Maar een krant biedt meer. Commentaren, standpunten en opinies kunnen helpen te vatten wat er aan het gebeuren is. Hier wordt weleens de vraag gesteld of journalisten dit moeten doen in hun eigen krant. Voor mij hoeft dat niet. Maar zij hebben even veel recht als iemand anders hun mening te uiten, maar hun mening heeft dan ook dezelfde waarde als die van iemand anders. Voor mij zijn het geen ‘gezagsdragers’ op gebied van duiding.
Wat is de waarde ervan? Een commentaar is welkom als ze een analyse brengt of een context aangeeftvan wat gebeurt. Een standpunt boeit als het goed onderbouwd en beargumenteerd is. Een goed opiniestuk moet je verrassen. Maar opiniebijdragen mogen wegblijven als ze uitblinken door eenzijdigheid. Het is natuurlijk niet mogelijk voor een opinie-uiting om ‘vol-zijdig’ te zijn, maar het wordt een probleem als eenzijdigheid als vol-zijdig wordt voorgesteld. Het ene stuk roept dan een ander eenzijdig stuk op, en daar wordt dan weer op geantwoord met andere eenzijdigheid. Je krijgt dan zowat het hele spectrum voorgeschoteld van politieke kleuren, blauw, rood, bruin, geel, het hele gamma stroomt voorbij. Dat straalt af op de krant, en roept de gedachte op dat je eerder met een kameleonkrant te doen hebt dan met een kwaliteitskrant. Dat de krant op die manier ruimte biedt aan lezers om zich te mengen in een debat, daar kan ik nog inkomen, maar een journalist die een opiniestuk schrijft dat kwaliteit mist schaadt de krant, zeker als het een opiniërend hoofdredacteur is.
INTERESSEGEBIEDEN
Voor mijn blijvende interessegebieden heeft de krant zelden iets te bieden. Daar is mijn terrein het internet. Men kan opmerken dat we daar voor een chaos van gegevens staan, maar daar bestaan zoekmachines voor. Het resultaat is dat ik langs die weg over zo veel informatie kan beschikken dat ik het niet meer verwerkt krijg.
Dus moeten er prioriteiten gesteld worden. Wat doe je met je tijd? Ik geef er de voorkeur aan me te concentreren op het essentiële, en dat is die informatie die meer inzicht geeft in wat me echt interesseert. Die vind ik op internet. Bovendien is het zo dat ook die andere informatiebehoefte – over wat er omgaat in de wereld – meer en meer kan ingevuld worden langs het elektronisch aanbod. En bovendien: gratis.
Het resultaat is dat ik steeds minder aandacht en tijd heb voor informatie die me wordt aangeboden. In een krant en tijdschrift beslissen de journalisten wat belangrijk voor me is. Mijn reactie is: ik zal dat zelf wel uitmaken. Ik zoek wel in de informatie die ter beschikking staat om aan mijn vraag te beantwoorden.
Een abonnement op krant of tijdschrift? Steeds minder interesse.
Ward Bosmans
4 november 2013