De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Handleiding fact checking voor de (aspirant-)journalist
Journalistiek, Burgerjournalist, Schrijftips, Checken en dubbelchecken, Fact checking, Historische kritiek, Bronnen, Cijfermateriaal, Voetnoten, Bronvermelding, Tekstkritiek -

Handleiding fact checking voor de (aspirant-)journalist

vrijdag 9 november 2012 15:21
Spread the love

Iedereen die een tekst schrijft die geen fictie is, wordt ermee geconfronteerd: hoe kan ik voorkomen dat de feiten die ik weergeef of waarover ik bericht fouten bevatten? En dan gaat het uiteraard niet over meningen en opinies, maar over verifieerbare feiten en gegevens, vaak cijfers, jaartallen, eigennamen …

De geloofwaardigheid van een journalistiek stuk – in welk medium ook gedrukt of online – staat of valt met het correct weergeven van feiten en cijfers. Daarom is het uiterst belangrijk dat iedereen die schrijft zelf de nodige zorgvuldigheid en zelfdiscipline aan de dag legt om de gebruikte gegevens na te kijken op eventuele onjuistheden, fouten of verkeerde interpretatie van cijfermateriaal.

Vroeger, toen er nog geen internet bestond, was dat vaak een tijdrovende bezigheid. Door de beschikbaarheid van snelle zoekmachines (Google) en een online encyclopedie als Wikipedia zou dat nu veel vlotter, sneller en vooral makkelijker moeten zijn, maar de realiteit toont aan dat het niet zo eenvoudig ligt.

Een overvloed aan bronnen kan zelfs veeleer verlammend werken. Bovendien is lang niet alles wat online beschikbaar is even betrouwbaar (“Ik vond het op Google, dus is het zo”). Een kritische omgang met bronnen is dus meer dan ooit nodig. Checken en dubbelchecken blijft de boodschap.

Wat is een fact checker?

Een fact checker is een persoon die controleert of feitelijke beweringen in journalistieke teksten kloppen of probeert om hun waarachtigheid en juistheid te bepalen. De functie vraagt een grondige algemene kennis, een kritische ingesteldheid en de alertheid en het vermogen om snel en nauwkeurig dingen op te zoeken en vooral te weten waar die (liefst betrouwbare) informatie kan worden gevonden.

Bij vele media ontbreken vandaag de tijd en de middelen voor een grondige fact checking met alle gevolgen van dien. Als journalisten zelf onder enorme (tijds)druk staan om zoveel mogelijk te produceren, zal het nakijken van feitelijke gegevens er bij inschieten. Als dan ook nog eens wordt bespaard op eindredactie ligt het voor de hand dat er informatie verschijnt die feitelijke fouten bevat. Een fact checking had dat kunnen voorkomen en de kwaliteit en betrouwbaarheid van het bericht verhogen.

Fact checking van teksten die geschreven zijn door burgerjournalisten, die per definitie niet getraind zijn als journalisten, verhoogt de kans om louter feitelijke fouten uit teksten te halen en aldus de betrouwbaarheid ervan te vergroten.

Methodes van fact checking kunnen verschillen: van een globale lezing van een tekst om te zien of de auteur zijn informatie in grote lijnen correct en logisch heeft weergegeven tot een systematische verificatie van elk cijfer en gegeven in een bepaald artikel. Soms zal het zelfs nodig zijn met de auteur contact op te nemen om te vragen op welke bronnen hij/zij zich baseerde voor een bepaald feit of cijfer.

Volgens de Columbia Journalism Review doet het Duitse weekblad ‘Der Spiegel‘ waarschijnlijk aan ‘s werelds grootste fact checking. Het blad heeft sinds 2010 het equivalent van tachtig full-time fact checkers in dienst.

Enkele tips voor auteurs

  • Bij een journalistiek artikel (ook als het om een opiniestuk gaat) is het van het grootste belang dat de feitelijke gegevens correct worden weergegeven: besteed hier dan ook de nodige aandacht aan.

    Twijfel je bijvoorbeeld aan de correcte spelling van de naam van een politicus, of de partij waartoe iemand behoort, ga dan zeker eens de website van de man of vrouw in kwestie opzoeken om je ervan te vergewissen dat de spelling correct is. Ga er niet te gemakkelijk van uit “het zal wel zoiets zijn”, meestal is het dan fout. Niemand heeft graag dat zijn/haar naam verkeerd wordt weergegeven, laat staan dat je een politicus bij een andere partij dan de zijne zou onderbrengen.

    Voorbeelden die vaak verkeerd gespelde namen opleveren: Johan Vande Lanotte, Pol Van Den Driessche, François Mitterrand, kolonel Khaddafi, …

  • Bij het gebruik van cijfermateriaal is het extra oppassen geblazen. Met cijfers kan je immers alles bewijzen als ze uit hun context worden gerukt of verkeerd worden geïnterpreteerd (als in een Angelsaksische tekst “10 billion dollar” staat, is dat natuurlijk geen “10 biljoen dollar”, maar 10 miljard dollar!). Kijk dus zeker na dat de bron betrouwbaar is en geef zo mogelijk de bron als referentie mee.

  • Bij het verwerken van cijfergegevens en tabellen dient rekening gehouden te worden met enkele spelregels:

  1. alleen homogene gegevens mogen tot een tabel of grafiek worden verwerkt;

  2. cijfergegevens moeten doorlopend voorhanden zijn en met een duidelijke vermelding van de eventuele hiaten;

  3. de basis van de telling van de bron die diende om de statistiek op te stellen, moet kritisch worden afgewogen en geduid.

  • Bij journalistieke teksten (in tegenstelling tot wetenschappelijke artikels waar elk citaat moet worden ‘bewezen’ aan de hand van een voetnoot) is het niet gebruikelijk om met voetnoten te werken. Wil je dit toch doen, dan bestaat sinds kort de mogelijkheid op DeWereldMorgen.be om voetnoten op een uniforme manier toe te voegen aan je tekst.

  • Maak wel zo veel mogelijk gebruik van de meerwaarde die het internet biedt om links toe te voegen aan je artikel: de geïnteresseerde lezer kan dan makkelijk bijkomende informatie vinden over het behandelde onderwerp en de ‘wantrouwige’ lezer en de eindredacteur hebben de mogelijkheid om na te gaan welke bronnen je hebt gebruikt. Fact checking wordt zo een stuk makkelijker.

Historische kritiek: ook nuttig voor journalisten?

  • Ga telkens na of de bron die je gebruikt betrouwbaar is. Dat is natuurlijk niet zo eenvoudig om vast te stellen en vergt een zekere vertrouwdheid met het onderwerp. Het toepassen in de praktijk van de basisregels van de ‘historische kritiek’ is hier op zijn plaats. De ‘historische kritiek’ is een wetenschappelijke methode die in de loop van de 19de eeuw werd ontwikkeld om het geschiedenisvak een meer wetenschappelijke uitstraling te geven en professionele historici op te leiden. De basisregels van deze methode kunnen echter ook bijzonder interessant zijn voor de (kritische) journalist van vandaag.

    Wie hierover meer wil lezen, moet zeker eens deze site bezoeken: http://penco.wikidot.com/historische-kritiek

  • Ga na of de bron wel kán weten wat er wordt beweerd: is het een oog- of oorgetuige? weet hij/zij het van ‘horen zeggen’? heeft hij/zij direct belang bij een bepaalde weergave van de feiten?, is hij/zij direct betrokken partij en zal daarom de visie een bepaalde ‘kleur’ hebben? Dit soort vragen zijn belangrijk om kritisch met bronnen te kunnen omgaan. Auteurs zeggen vaak dat ze ‘ooggetuige’ zijn of waren omdat dit hen meer krediet verleent. Wanneer ze dit beweren, moet dit ook grondig onderzocht worden en moet de auteur dit kunnen aantonen.

  • Om te bepalen of een bron nuttig en betrouwbaar kan zijn, moet je eerst een nauwkeurige en kritische analyse van de bron uitvoeren. Dit gaat dan over:

  1. de concrete vorm en het voorkomen;

  2. de bron zo nauwgezet mogelijk situeren in tijd en ruimte;

  3. afwegen of deze situering overeenstemt met de realiteit;

  4. de bron toetsen op haar authenticiteit (inhoudelijk en vormelijk).

De ‘historische kritiek’ bestaat eigenlijk in grote lijnen uit vijf kritische manieren van omgaan met teksten en bronnen.

1. Herstellingskritiek

De herstellingskritiek gaat na of informatiebronnen in hun juiste, originele, versie tot ons komen. Dat geldt voor oude vervalste of aangepaste documenten of valse schilderijen, maar ook voor gemanipuleerd beeldmateriaal, websites of e-mails.

2. Oorsprongskritiek

De oorsprongskritiek gaat na of de informatie betrouwbaar en controleerbaar is en stelt zich de vraag: wat is de oorsprong van deze uitspraak?

Is de informatie betrouwbaar en controleerbaar? Wie is de maker van deze (web)pagina? Is er een redactionele controle? Wordt er verwezen naar de bronnen of plagieert de site? Welke bronnen zijn er: literatuur, ooggetuigen, interviews, geruchten, …

3. Interpretatiekritiek

De interpretatiekritiek bekijkt de inhoud van een tekst en hoe de auteur(s) hiermee omgaat.

Stelt de auteur de informatie redelijk voor? Draagt hij voldoende en redelijke argumenten aan? Zorgt hij voor een evenwicht tussen pro’s en contra’s? Neemt de auteur een standpunt in? Welk? Presenteert de auteur dat standpunt als een mening (ik denk …) of een feit (gebeurtenis, proces of situatie)?

Nuanceert de auteur of praat hij in zwart-wittermen, clichés of stereotypen? Is het verhaal niet overdreven, opgeklopt, verfraaid, ontkend? Is er een correcte selectie van argumenten en feiten? Worden kritieken van de tegenpartij weerlegd?

4. Bevoegdheidskritiek

Op welke manier is de auteur betrokken partij? In welk opzicht is de problematiek belangrijk voor de auteur? Is de auteur een deskundige inzake de materie? Kan de auteur met inzicht en voorkennis rapporteren?

5. Rechtzinnigheidskritiek

Zijn er gegevens die de auteur bewust niet belicht of achterhoudt? Liegt hij bewust? Wil de auteur de lezer misschien bewust misleiden of in een bepaalde richting sturen?

Kritische diagnose van een bron: enkele aanvullende methodes van tekstkritiek

  • De externe kritiek bekijkt de tekst (bron) als voorwerp. Hierbij wordt gerekend: de herstellings- of tekstkritiek, de oorsprongskritiek, de ontlenings- of oorspronkelijkheidskritiek.

  • De interne kritiek gaat een tekst inhoudelijk bekijken. Hierbij wordt gerekend: de interpretatiekritiek, de gezagskritiek, bevoegdheidskritiek en de rechtzinnigheidskritiek (hierbij gaat de fact checker op zoek naar verdraaide of verzwegen zaken, en naar (on)opzettelijke getuigenissen). Er bestaan vele motieven om bepaalde zaken te verdraaien/verzwijgen: een betrokken politicus laat bijvoorbeeld zaken weg die niet in zijn/haar politieke lijn liggen.

De massale impact van de media in onze samenleving zorgt er ook voor dat verdraaiingen op grotere schaal dan ooit kunnen voorkomen. Colin Powell (de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken) beweerde in 2003 voor de VN-Veiligheidsraad dat er in Irak een concreet programma bestond voor het aanmaken van massavernietigingswapens. Deze bewering bleek later een basiselement in het vormen van de coalitie rond president George Bush en de Britse premier Tony Blair om het regime van Sadam Hoessein in Irak omver te gaan werpen.

De confrontatie van diverse getuigenissen over eenzelfde gebeurtenis gaat na welke bronnen van elkaar afhankelijk zijn. De kunst bestaat er dus in om onafhankelijke bronnen te gaan vergelijken van auteurs die los van elkaar observeerden en rapporteerden.

Mythe van de unanimiteit

Soms wijst unanimiteit in bronnen ook wel op een collectieve leugen. Als alle bronnen liegen, gaat ook de stelling in eenzelfde richting. Een andere zwakte van de unanimiteit is dat de ene bron zijn informatie kan hebben ontleend aan een andere bron, zonder zelf de feiten te checken. Helaas een methode die in de media meer en meer de regel dreigt te worden (pensée unique).

Waarschijnlijkheidsredenering

Wanneer een hypothese een stijgende lijn van succes vertoont, wordt ze ook waarschijnlijker. Dan zullen er meer argumenten moeten worden gevonden om ze te weerleggen dan om ze te bewijzen.

Tegenfeitelijke redenering (counterfactual reasoning)

Formuleert een theoretisch antwoord op de vraag “Wat, indien …?” Het is niet gemakkelijk om een tegenfeitelijke redenering op te stellen, aangezien ze uitgaat van een hypothetische gang van zaken die in de realiteit dus niet is gebeurd, maar mogelijk zou zijn geweest. Het nut van deze redenering zit hem erin dat we zo kunnen leren om het relatieve belang van een gebeurtenis beter in te schatten. En dus meer aandacht kunnen schenken aan wat er echt toe doet.

Enkele bijkomende tips voor eindredacteurs

  • Ga er nooit automatisch van uit dat feiten waaraan je twijfelt, misschien wel correct zullen zijn. Bij twijfel moet je altijd even nakijken of de auteur zich niet heeft vergist: een jaartal, een percentage, een naam van een politicus, een geboorte- of sterfdatum, de hoofdstad van een land, …
  • Baseer je bij voorkeur niet op één bron, maar kijk eens verder of meerdere bronnen hetzelfde resultaat opleveren.
  • Indien je vaststelt dat een auteur in de fout gaat, wees dan extra aandachtig voor nog meer fouten. Het kan een aanduiding zijn dat de auteur het niet zo nauw neemt met het checken van zijn feiten, cijfers en data.
  • Niet alles wat op het internet te vinden is, kan je ‘betrouwbaar’ noemen. Dat geldt uiteraard ook voor gedrukte bronnen, maar door het open karakter van het internet (iedereen kan wat dan ook online plaatsen) is het toch extra opletten geblazen. Daarom is de regel van dubbel checken zo belangrijk: twijfel je aan informatie, ga dan zeker eens andere bronnen raadplegen.
  • Een goede eindredactie omvat veel meer dan alleen tekstcorrectie in de enge zin van het woord. Het is van het grootste belang dat we altijd voor ogen houden voor wie we schrijven: de lezer. Als een tekst niet logisch is opgebouwd, of de auteur constant van de hak op de tak springt, in eindeloze herhalingen vervalt of juist zaken niet uitlegt die zeker wat uitleg behoeven, is het de taak van de eindredacteur om hier wat aan te doen. Eventueel moet de auteur zelf voor de nodige aanvullingen zorgen, maar dat is niet altijd mogelijk gezien de tijdsdruk.

De eindredacteur mag in dat geval niet aarzelen om desnoods grondig in te grijpen en hele paragrafen te herschrijven met het oog op de leesbaarheid en de verstaanbaarheid van een tekst. Uiteraard kan het niet de bedoeling zijn om de ‘geest’ van de auteur te gaan veranderen of te verraden, maar auteurs die openstaan voor kritiek op hun teksten zullen over het algemeen blij zijn dat aan hun teksten stevig is gesleuteld om ze kwalitatief beter en leesbaarder te maken. Auteurs die ervan overtuigd zijn dat ze ten onrechte de Nobelprijs literatuur nog niet in ontvangst mochten nemen, zal je nooit kunnen overtuigen …

take down
the paywall
steun ons nu!