Opinie - Maxime Pirard

Natuurlijk moet de klimaatstrijd met andere politieke gevechten verbonden worden

Naar aanleiding van de klimaattop in Dubai blaast de klimaatcoalitie op 3 december terug verzamelen in Brussel. Medeorganisator Anuna De Wever kondigde aan met een Palestijnse vlag aan de grote klimaatmars te zullen deelnemen. Zij wil namelijk de strijd tegen het kolonialisme koppelen aan de klimaatzaak. De rechterzijde greep de gelegenheid aan om de klimaatbeweging te 'ontmaskeren'. Ook de ecomodernistische voorstanders van een apolitieke klimaataanpak trokken stevig van leer. Hoewel het discours van De Wever zowel tactisch als inhoudelijk rammelt, is de klimaatkwestie wel degelijk door-en-door politiek. De vraag is echter hoe we de verschillende deelstrijden best met elkaar verbinden.

donderdag 30 november 2023 16:05
Spread the love

 

“De klimaatcrisis gaat niet enkel over het klimaat, het gaat over een groter systeem dat gebouwd is op kolonisatie met als doel meer uitbuiting, meer groei en meer winst […] Dit gaat over toegang tot gas en andere fossiele brandstoffen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika […] Zolang het westen blijft denken in groei, blijft men land stelen van inheemse volkeren […] Eigenlijk zijn wij zelf verantwoordelijk voor al die mensen op de vlucht zijn voor de opwarming van de aarde.”

Met deze aanvallen op het westers economisch en geopolitiek beleid koppelen Anuna De Wever en haar medestanders de Palestijnse kwestie aan de klimaatmars van aanstaande zondag.

Hoewel de officiële kanalen van de Klimaatcoalitie de oproep niet deelden en grote politieke aanvallen op De Wever uitbleven, creëerde de video een zoveelste relletje op X, het voormalige Twitter. De link tussen de klimaatkwestie en (post-)koloniale grondstoffenextractie kon op sterke tegenkanting rekenen van bekend ecomodernist en KULeuven-professor Mantuel Sintubin, die ons behoedde om deel te nemen aan een betoging die oproept voor een ‘radicaal-linkse omverwerping van de maatschappij’. Een gelijkaardig geluid was te lezen bij monde van Vlaams Belang-persverantwoordelijke Alexander Van Hoecke die ons waarschuwde voor ‘marxisten die ons haten’. Energie-expert Pieter Vingerhoets van onderzoeksinstuut Greenville heeft dan weer heimwee naar de zogezegd apolitieke begindagen van de klimaatspijbelaars. De klimaatkwestie is echter door-en-door politiek.

Het kolonialisme plundert niet enkel mens, maar ook natuur

Het klopt dat de oproep van De Wever en haar medestanders op een aantal vlakken wat opmerkelijk was. Er wordt een groot salvo aan grote claims afgevuurd die sterk indruisen tegen de heersende ecomodernistische ideeën, maar die echter niet met argumenten of voorbeelden gestaafd worden. De klimaatstrijd wordt zo in één adem genoemd met heel wat politieke gevechten – zoals antiracisme, Palestina en de vluchtelingencrisis – die voor veel mensen op het eerste zicht niets met elkaar te maken hebben. Opmerkelijk genoeg laat Anuna De Wever dan wel na om specifiek de sociale strijd in het westen te vermelden, terwijl de vrees voor koopkrachtsverlies nochtans de grootste hindernis is voor klimaatbeleid. Waarschijnlijk was dit niet de best denkbare communicatie in de laatste mobilisatiefase in aanloop naar een brede klimaatmars.

Zelfverklaard progressief Jan Wostyn van de ‘linkse’ Vlaams-nationalisten van Vista kwam al snel met de spottende opbiecht ‘niet slim genoeg te zijn’ om de link tussen Palestina en de klimaatbeweging te zien. Wie de samenleving oprecht in een rechtvaardigere en meer duurzame plooi wil leggen, moet de moed hebben om zichzelf niet voor de domme te houden uit vrees voor een publieke opinie die we vaak als rechtser inschatten dan ze werkelijk is.[1] Het is dus jammer dat zelfverklaarde progressievelingen al te snel meehuilen met de wolven.

Laat ons dus in de eerste stilstaan bij de link die De Wever maakt tussen klimaat en het kolonialisme. Hoewel zij nalaat haar polariserende uitspraken met argumenten te staven, kunnen we vermoeden dat ze volgende zaken bedoelt:

Eén van de voornaamste doelstellingen van het koloniale project van de afgelopen eeuw was wel degelijk de zeer drieste extractie van grondstoffen uit Afrika. Zo heeft meneer Wostyn als leerkracht in secundair onderwijs hopelijk weet van de Belgische rubberextractie – nodig voor de ontluikende automobielindustrie – in Congo. Als voormalig expat in China is hij waarschijnlijk eveneens op de hoogte van de langdurige Japanse grondstoffenoorlog in zijn voormalig gastland. De geschiedenis van het kolonialisme en de kapitalistische nood aan grondstoffen zijn fundamenteel verweven met elkaar.

De link tussen kolonialisme en ecologische ontwrichting is niet enkel een zaak uit het verleden

De link tussen kolonialisme en ecologische ontwrichting is echter niet enkel een zaak uit het verleden. Hoewel de bezetting van Palestina vanuit westers perspectief in de eerste plaats politieke doelen dient, vormt controle over grondstoffen ook daar inzet van de strijd. Zo is de controle over de Zee van Galilea – één van de zeldzame zoetwaterbronnen in de regio – al sinds dag één doelstelling van Israël. Dit soort conflicten zullen met de opwarming van de aarde enkel prangender worden. Die perversie – namelijk dat de klimaatcrisis zichzelf op verschillende vlakken versterkt – is dus niet enkel een strikt natuurkundig gegeven, maar ook fundamenteel politiek.

Minder geweten is dat Palestina rijk is aan natuursteen[2], een gesteente dat door haar witte kleur geschikt is om woningen te bouwen in de woestijnachtige regio. Het gros hiervan is te vinden in het door Israël bezette gebied van de Westelijke Jordaanoever en wordt dan ook door Israëlische bedrijven geëxploiteerd, terwijl vergunningen voor nieuwe Palestijnse steengroeves worden op hun beurt worden tegengehouden. De huizen van joodse kolonisten die veelal opgebouwd zijn in witte natuursteen dienen in dat opzicht als insult to injury voor de Palestijnen.

Hoewel Palestina niet bekend is vanwege haar fossiele brandstoffen, valt toch te argumenteren dat de westerse steun aan Israël nauw verbonden is met de onstilbare westerse dorst naar olie

Laat ons echter eerlijk zijn: de Israëlische staat is niet gesticht vanwege het witte goud in deze steengroeves. Hoewel Palestina in tegenstelling tot andere MENA-landen niet bekend is vanwege haar fossiele brandstoffen, valt toch te argumenteren dat de westerse steun aan Israël nauw verbonden is met de onstilbare westerse dorst naar olie. Zo maakt haar brede militaire en politieke steun van de Israëlische staat een vooruitgeschoven post die nodig is om de grondstofrijke landen in de regio te destabiliseren, denk maar aan het één-tweetje tussen Israël en de Britten tijdens de Suez-crisis of recenter de oorlog in Syrië. Beide landen ontginnen niet enkel zelf olie, maar dienen als draaischijf voor olie afkomstig uit de golfstaten.

Aangezien Anuna De Wever haar sterke claims niet met voorbeelden staafde en het dus speculatie is welke link zij precies ziet tussen de klimaatcrisis en Palestina, vallen er zeker argumenten te maken dat grondstoffenoorlogen en koloniale overheersing en de klimaatontwrichting nauw verbonden zijn. De kwestie is dus door en door politiek, maar de vraag is hoe de verschillende deelstrijden dan precies met elkaar verbonden moeten worden.

Niet elke westerling moet boeten

Op de klimaattop van Dubai zullen de landen uit het globale zuiden de komende dagen dan ook logischerwijs de westerse hypocrisie aanklagen: Niet enkel zijn de VS en Europa verantwoordelijk voor een veel grotere historische uitstoot dan de voormalige kolonies. Tot op de dag van vandaag stoot men hier per capita nog steeds een veelvoud uit van BRICS-landen als India en China. Het is om die redenen dat de vermanende toon waarop het westen groeilanden oproept niet hetzelfde pad te volgen als moraliserend aanvoelt.

Op het internationale toneel moeten we dus onverkort de historische rol van het westen blijven aankaarten. Moeten we dat echter in diezelfde bewoordingen doen in de mobilisatie voor een brede klimaatbetoging in datzelfde westen? Zo is niet iedereen in de kapitalistische metropool in dezelfde mate verantwoordelijk voor de vervuiling en de uitstoot van broeikasgassen. Hoewel rijkere gezinnen zich al sneller een bezoekje aan de bio-winkel kunnen veroorloven, stoten zij gemiddeld toch stukken meer uit dan armere gezinnen. Daarnaast heeft het liberale klimaatbeleid van de groene en traditionele partijen sterk de neiging om mensen te culpabiliseren voor uitstoot waar zij simpelweg niet zonder kunnen. Zo kan niet iedereen zich een elektrische wagen veroorloven en veroordeelt het gebrek aan goed en goedkoop openbaar vervoer mensen tot steeds toenemend fileleed.

Hoewel rijkere gezinnen zich al sneller een bezoekje aan de bio-winkel kunnen veroorloven, stoten zij gemiddeld toch stukken meer uit dan armere gezinnen

In de aanklacht tegen het westers groeimodel zit daarnaast ook een echo van een eerder debat in De Afspraak tussen Anuna De Wever en Maarten Boudry. In een politiek klimaat waar de rechterzijde de links-liberale klimaatoplossingen – niet zonder reden – voorstelt als een aanval op de portefeuille van de kleine man, is een aanklacht tegen groei an sich inderdaad problematisch. Er zijn immers nog steeds heel wat westerlingen die materieel achterblijven.

Bovendien houdt het concept van degrowth geen rekening met het onderscheid tussen enerzijds investeringen die nodig zijn om de klimaatontwrichting in te dammen en anderzijds investeringen die de klimaatcatastrofe dichterbij brengen. Zowel investeringen in nieuwe windmolens als in gascentrales zijn op papier namelijk economische groei.

Vermoedelijk bedoelen aanhangers van het degrowth-idee echter dat bepaalde levensstijlaanpassingen, weg van een al te blind consumentisme, toch nodig zullen zijn. Het klopt effectief dat er inspanningen van de hele bevolking nodig zullen zijn om de klimaatsverandering te stoppen, iets wat door de meer proletarisch ingestelde zijde van radicaal-links soms wat weggemoffeld wordt. Zo worden nog steeds erg veel wandelafstanden met de wagen afgelegd en is de vleesconsumptie in het westen onhoudbaar hoog. Bovendien zal een maatschappij waar minder gewerkt wordt en die zich meer focust op persoonlijke ontwikkeling, liever dan op consumptie, tot een gelukkiger leven leiden voor grote lagen van de werkende bevolking die bezwijkt aan stress en zingeving mist. Dat zijn argumenten die je gelukkig perfect kan maken zonder verwarrende degrowth-ideeën die door figuren à la Wostyn en Boudry bewust verkeerd begrepen wordt.

Net om die nodige inspanningen van ons als westerlingen te erkennen, moeten we onszelf bovendien behoeden om geen al te rooskleurige beeld te vormen van de groeiambities van het globale zuiden. Zo willen heel wat volkeren in de wereld zich opwerken naar ons Europees consumptiepatroon en zitten heel wat Palestijnen bijvoorbeeld uit te kijken naar het einde van de bezetting om de gasvoorraden voor haar kust te kunnen exploiteren.[3] De enige manier om de Palestijnen en andere onderdrukte en uitgebuite volkeren te kunnen overtuigen dit niet te doen is door enerzijds als rijke landen hen te helpen om de ecologische transitie te maken en anderzijds door zelf ons deel te doen, twee zakken waar de rechtse ecomodernisten zich tegen verzetten.

De klimaatkwestie moet in de eerste plaats met de sociale kwestie gekoppeld worden

Hoewel we Anuna De Wever en andere intersectionalisten met de juiste argumenten moeten verdedigen tegen de rechterzijde, is het echter onverstandig om in een rechts klimaat elke mogelijke linkse strijd altijd en overal aan elkaar te koppelen. Wie al rijdend een aanhangwagen wil koppelen, moet goed leren achterom te kijken.

Vermoedelijk is dat hetgeen dat wringt aan de oproep van De Wever. Hoewel het kolonialisme, kapitalisme, uitbuiting en het klimaat nauw verbonden zijn met elkaar, maakt de associatie van de brede bevolking tussen klimaat en welvaartsverlies zo’n discours problematisch, zeker in een maatschappij die op veel vlakken nog koloniaal denkt. In tegenstelling tot wat Sintubin en consoorten beweren is politisering wel degelijk nodig. De vraag is alleen hoe?

Hoewel het kolonialisme, kapitalisme, uitbuiting en het klimaat nauw verbonden zijn met elkaar, maakt de associatie tussen klimaat en welvaartsverlies zo’n discours problematisch

Afgelopen week won de rechterzijde overtuigend de Nederlandse verkiezingen. Naast Islamofobie en vrees voor een vermoede ‘omvolking’, stemden veel mensen – en niet enkel autochtonen – op Wilders (PVV) uit vrees voor een centrumlinks kabinet met het klimaatbeleid van Frans Timmermans (Groenlinks-PvdA), die er in het verleden niet voor terugdeinsde de factuur aan de modale Nederlander te presenteren en zich te weinig bekommert om de sociale noden onder de bevolking.[4]

Daarom is het waarschijnlijk nuttiger mochten De Wever en co de koppeling maken met de sociale strijd. Gesponsorde investeringen in isolatie van woningen, gratis en sterk uitgebreid openbaar vervoer, een collectieve arbeidsduurvermindering,… Er zijn veel standpunten denkbaar die niet enkel de levenskwaliteit en welvaart van de werkende mensen in het westen sterk verhogen, maar die tegelijkertijd bijdragen aan een meer duurzame samenleving.

De linkerzijde moet inderdaad de moed hebben om de ogen van de mensen te openen voor het leed in de wereld. Pleidooien voor een voorbijgestreefd ‘biefstukkensocialisme’ enthousiasmeren niet tot de noodzakelijke ‘revoluties’ die we op veel vlak nodig hebben. Wie het echter menens is om kolonialisme en globale ongelijkheid te bekampen, zal echter in de eerste plaats bij ons in het westen politieke macht moeten opbouwen. Dat kan links enkel door de sociale kwestie met stip op één te zetten, zeker in de klimaatstrijd.

 

Notes:

[1] https://www.standaard.be/cnt/dmf20220829_97680582

[2] https://rightsforum.org/plundering-palestinas-witte-olie

[3] https://www.aljazeera.com/opinions/2021/6/21/palestines-forgotten-oil-and-gas-resources

[4] https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2023/11/23/extreemrechts-wint-in-nederland-drie-lessen-voor-vlaanderen/

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!