Duitsland staat toe dat FLug Abwehr Kanonenpanzer (FLAK) Gepard worden geleverd aan Oekraïne. Foto: WikiCommons
Alfred de Zayas, Counterpunch

Provocatie is geen schuldloze daad

Onder bepaalde omstandigheden is provocatie een onrechtmatige daad of zelfs een misdaad, in het bijzonder wanneer ze een gewelddadige respons veroorzaakt en daartoe ook de intentie had. Er bestaat geen strikte definitie van de term ‘provocatie’. In grote lijnen betekent het zoiets als intentioneel of roekeloos gedrag dat van aard is om bij een ander persoon een gewelddadige respons uit te lokken – uit angst, woede of ontsteltenis.

donderdag 25 mei 2023 15:52
Spread the love

 

In het Verenigd Koninkrijk verbiedt de Wet op de Openbare Orde ‘beledigende of bedreigende woorden of gedrag’, in het bijzonder ‘met de bedoeling het onmiddellijk gebruik van onwettig geweld door die of een ander persoon uit te lokken’. In de nationale wetgeving van de Verenigde Staten wordt provocatie minder laakbaar geacht. Hier ligt de nadruk niet op verbod of criminalisering van de provocatie, maar eerder op het recht op verzet.

Talrijke geschreven wetten – die losweg ‘stand your ground’ wetten worden genoemd, veelal geschraagd door de zogenaamde ‘castle doctrine’ – legitimeren het recht op weerwerk. In wezen zijn ze gericht op vrijspraak of minstens verlichting van de schuld van de partij die zich geprovoceerd voelde en antwoordde met geweld, soms ook geweld met de dood tot gevolg. In vele staten werden deze wetten misbruikt, wat leidde tot straffeloosheid van de persoon die op de provocatie reageerde, ook al was die reactie dan buitenproportioneel.

Toegepast op internationale relaties kan de indruk ontstaan dat de ‘my home is my castle’ benadering het gebruik van geweld als een vorm van zelfverdediging rechtvaardigt. Dit moet evenwel verder worden uitgewerkt. Het is immers al te gemakkelijk een eigen invulling te geven aan het concept van provocatie en schijnoperaties op touw te zetten om op die manier een militaire respons te rechtvaardigen. Dit houdt een subjectief element in dat uiterst gevaarlijk kan zijn, zeker bij confrontaties tussen nucleaire mogendheden.

Sinds de aanneming van het VN-charter op 24 oktober 1945 is het absoluut verboden geweld te gebruiken, tenzij met de goedkeuring van de VN-Veiligheidsraad en alleen binnen de enge voorwaarden vervat in artikel 51 van het VN-charter. Dit staat zelfverdediging toe als reactie op een voorafgaande militaire agressie, maar enkel verhoudingsgewijs en op tijdelijke basis, tot de Veiligheidsraad de zaak onder controle heeft.

Het verbod op gebruik van geweld is ingebed in artikel 2(4) van het VN-charter en sindsdien talloze keren herbevestigd door resoluties van de Veiligheidsraad en de Algemene Vergadering. Helaas proberen enkele machtige landen uitzonderingen te bedenken, bijvoorbeeld door het onbestaande recht op ‘preëmptieve’ zelfverdediging op tafel te gooien.

Recente gewapende conflicten in Joegoslavië, Afghanistan, Irak, Libië, Syrië en Oekraïne wijzen op een tendens tot afzwakking van het verbod op het gebruik van geweld

Recente gewapende conflicten in Joegoslavië, Afghanistan, Irak, Libië, Syrië en Oekraïne wijzen op een tendens tot afzwakking van het verbod op het gebruik van geweld. De aanspraak op ‘preëmptieve’ zelfverdediging kan evenwel niet worden toegestaan onder de bepalingen van artikel 51 van het VN-charter.

In een poging tot ‘legitimering’ van het gebruik van geweld, bijvoorbeeld door de VS en NAVO-lidstaten in Joegoslavië (1999), Afghanistan (sinds 2001) en Irak (sinds 2003), geven de toonaangevende media niet zelden hun eigen interpretatie aan het narratief. Of ze ontslaan de provocateur van alle schuld, bijvoorbeeld door de aanhoudende provocaties van de NAVO aan het adres van Rusland te minimaliseren of gewoon te negeren.

Beweren dat het gebruik van geweld in Irak gewettigd was, is de wereld op zijn kop. Het was een botte agressie en een misdaad tegen de menselijkheid, zonder enig voorbehoud. Het staat buiten kijf dat de Russische invasie in Oekraïne illegaal is en moet veroordeeld worden. Maar dat geldt ook voor de provocaties. Die vormen een manifeste inbreuk op artikel 2(4) van het VN-charter dat dreigen met het gebruik van geweld uitdrukkelijk verbiedt.

Rusland ervoer de uitbreiding van de NAVO als een vijandige poging tot omsingeling en bijgevolg als een existentiële bedreiging. Dit is een meetbaar, objectief criterium. De professoren George F. Kennan[1], John Mearsheimer[2], Richard Falk[3], Jeffrey Sachs[4], Noam Chomsky[5], Vijay Prashad[6], Stephen Kinzer[7], Dan Kovalik[8] en anderen onderschrijven deze visie.

Alle pogingen van de kant van Rusland om de situatie te ontmijnen door over de dreigende wurggreep van de NAVO te onderhandelen krachtens de bepalingen van artikel 2(3) van het VN-charter, liepen uit op een sisser. Zowel de Minsk-akkoorden als de onderhandelingen in de schoot van de OVSE, het Normandië-formaat en de twee vredesvoorstellen voor een Europese veiligheidsarchitectuur vanwege Sergei Lavrov in december 2021 bleven zonder gevolg.

De aanhoudende expansie en militarisering van de kant van de NAVO vlak aan de Russische grenzen kunnen worden geduid als geopolitieke pesterijen

De aanhoudende expansie en militarisering van de kant van de NAVO vlak aan de Russische grenzen kunnen worden geduid als geopolitieke pesterij. Ze kunnen uitgelegd worden als een schending van het in het VN-charter vervatte engagement tot samenwerking op basis van wederzijds respect, de soevereine gelijkheid van alle staten en het recht op zelfbeschikking van alle volkeren, met inbegrip van de Russisch sprekende meerderheden in de Krim en de Donbass.

De stelling dat het provoceren van een geopolitieke rivaal aanvallender is dan een agressieve reactie op die provocatie is niet zonder merite. De provocatie is immers opzettelijk. Vaak gaat het om een berekende geopolitieke zet uit het draaiboek van het Grand Chessboard[9] van Zbigniew Brzezinski en het neoconservatieve Project for the New American Century[10].

Daartegenover staat dat de reactie op een provocatie meestal niet kadert in een groter geheel en gespeend is van kwaadaardige voorbedachtheid. Provoceren betekent iemand intentioneel nijdig of kwaad maken, iemand de handschoen toewerpen. Provoceren is een uitnodiging tot het gevecht. Idealiter mag de vergelding de provocatie niet in kracht overtreffen en moet ze het proportionaliteitsprincipe respecteren. Maar wij mensen willen wel eens overreageren.

Zowel de provocatie als de daaropvolgende repliek moeten als crimineel worden beschouwd. Maar de provocateur draagt een grotere morele verantwoordelijkheid. De morele schuld neemt nog toe als de provocateur zich onschuldig voordoet.

Zowel de provocatie als de daaropvolgende repliek moeten als crimineel worden beschouwd. Maar de provocateur draagt een grotere morele verantwoordelijkheid

Provocatie is een misdaad en misleiding is in dit gegeven een bezwarende omstandigheid. Ze is de spreekwoordelijke slang in het gras (latet anguis in herba, Vergilius[11]). Ze is een illustratie van het Spaanse gezegde ‘tira la piedra y esconde la mano’ (gooi de steen en verberg je hand). Bega het misdrijf en ontken dat je het hebt gedaan. Si fecisti nega!

Dat geldt zowel voor de sabotage van de Nord Stream-pijpleidingen als voor het opblazen van de Krimbrug, het droppen van drones op het Kremlin en het doelbewust doden van journalisten en schrijvers. Dit soort intellectuele oneerlijkheid vanwege de VS en de NAVO – de weigering om hun verantwoordelijkheid op te nemen – heeft velen in de niet-westerse wereld ertoe gebracht de VS en Europa[12] de rug toe te keren en elders naar leiderschap te zoeken, in de hoop op vrede door bemiddeling en onderhandeling[13] en wegsturend van verdere escalatie.

Kort en krachtig: provocatie valt onder het concept ‘agressie’ en moet gezien worden als onderdeel van de misdaad ‘agressie’ volgens de bepalingen van het Statuut van Rome. In geval van anonieme provocatie – een opzettelijke actie waarbij de provocateur zich hult in een waas van geheimzinnigheid – moet de strafmaat verhoogd worden.

Het is aan de internationale gemeenschap, vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, om de stopzetting van de provocaties en de escalatie te eisen. Bovendien moet er een onderzoek komen dat volledige klaarheid brengt inzake de terroristische aanvallen op burgerlijke infrastructuur zoals het opblazen van de Nord Stream-pijpleidingen. Daarna moet het Internationaal Strafhof aan die bevindingen het nodige gevolg geven.

 

Dit artikel verscheen op Counterpunch. Vertaling: Ronald Decelle.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!