Kerncentrale van Doel. Foto: Alf van Beem/Public Domain
Opinie -

Vloert partij Groen het neoliberalisme in België?

Guido Steenkiste heeft recent het artikel van Aviel Verbruggen 'Een Groene Minister, architect van SMR-atoomkernenergie' met interesse gelezen, en schreef als mede-oprichter van de actiegroepen tegen kernenergie ( VAKS) een repliek die ook op DeWereldMorgen.be werd gepubliceerd. Hij vond dat Verbruggen weinig begrip toonde voor de moeilijke situatie waarin de Minister moet laveren om de kernuitstap te realiseren. Aviel Verbruggen schrijft nu deze repliek.

dinsdag 1 maart 2022 12:28
Spread the love

DeWereldMorgen.be publiceerde op 11 februari de repliek van Guido Steenkiste ‘Energiepolitiek: waarom ik mijn lidkaart van Groen niet verscheur’ (GS, Groen) op de bijdrage van Aviel Verbruggen aan DeWereldMorgen.be (8 februari) ‘Een Groene Minister, architect van SMR-atoomkernenergie’. Dit laatste artikel werd overgenomen van de blog van Aviel Verbruggen in zijn rubriek ‘Vervelend Inzicht’. ‘Vervelend Inzicht’/‘Inconvenient Views’ is een reeks van korte teksten met analyse en besluiten. 

Over beweringen en feiten

Enkel de woorden gesproken door federaal minister voor Energie Tinne Van der Straeten heb ik benut in de evaluatie van haar discours. Guido Steenkiste stelt: “In zijn artikel laat Aviel zich echter te veel leiden door beweringen en niet door feiten.” Dit is een grove bewering van GS, want de reputatie van een wetenschapper hangt samen met onderzoek en publicaties die steunen op feiten en teksten.

Ik herlees mijn Vervelend Inzicht nr. 1 (‘Een Groene Minister, architect van SMR-atoomkernenergie’), vergeefs op zoek naar een zin die de naam ‘bewering’ verdient. Kan GS of een lezer een zinsnede aanduiden die niet is gestoeld op feiten, teksten, of uitgesproken woorden? Een opiniestuk staat niet bol van referenties en analyse: die zijn beschikbaar in gepubliceerd onderzoek (mijn website is vrij toegankelijk).

De reputatie van een wetenschapper hangt samen met onderzoek en publicaties die steunen op feiten en teksten.

Mijn motto bij onderzoek ga ik niet verguizen om GS tegemoet te komen en “begrip” te tonen “voor de moeilijke politieke situatie waarin de Minister moet laveren om de kernuitstap te realiseren”.

Het geschrift van GS verdraait en verzwijgt woorden van TVdS en ook mijn commentaar erop. Bijvoorbeeld, ik schrijf: “Anno 2022, sluit de Belgische Groene minister aan bij de neo-modernisten, voor wie onwetendheid over de atoomkernenergie een deugd is”. GS reageert hierop met “Daarna gaat Verbruggen helemaal uit de bocht. Hij noemt de Minister een neo-modernist, ze kan haar geloof zeker kwijt aan het Nucleair Forum,” Het tweede deel van voorgaande zin is gericht tegen mijn woorden “Haar vergelijking tussen geloof in windmolens en in SMR’s kan ze zeker kwijt aan het Nucleair Forum.”

De Standaard: Zoveel voorwaarden dat ze nog niet bestaan.

In Vervelend Inzicht Nr1 bekijk ik inhoudelijk de stellingname van TVdS ten aanzien van SMR’s, zonder haar woorden in mijn tekst te herhalen. Dit tekort zet ik nu recht: ik citeer letterlijk en beheers me door bepaalde zinsdelen niet in vetjes te tonen. Uit het interview met TVdS in De Standaard van 5-6 februari:

TVdS: “Bij het energieakkoord in december hebben we afgesproken dat we naar nieuwe technologieën als kleine, modulaire reactoren (SMR’s) willen kijken. We hebben daar ook criteria voor opgesteld. Ze moeten flexibel zijn, moduleerbaar, zonder afval, geen risico op proliferatie enzovoort.”

“Er wordt wel aan gewerkt. Er liggen vandaag zeventig designs voor SMR’s op tafel, die van de vierde generatie beantwoorden wel aan de vereisten. Net zoals er zoveel jaren geleden mensen niet geloofden in windmolens, zijn er nu die sceptisch zijn over SMR’s. We moeten daarmee oppassen. We hebben onze eigen nucleaire instellingen en wetenschappers. Waarom zouden we niet in hen geloven? Ik heb wel gewaarschuwd dat ik return on investment wil voor het geld dat de overheid stopt in projecten als Myrrha. Maar komaan zeg, begin eraan. Dat zijn de oplossingen die we nodig hebben, en die kunnen misschien ook voor waterstof ingezet worden tegen 2040-2050.”

Elektriciteitscentrales op atoomenergie of op fossiele brandstoffen is geen goede keuze omdat elektriciteit uit wind en licht goedkoper is.

Bovenstaande woorden, indien uitgesproken door een eco-modernist, zouden mijn pen niet in beweging hebben gezet, want het is de gewone prietpraat onder GEN4 maskerade. De prietpraat zegt nooit wat GEN4 precies inhoudt. Als het dan duidelijk is dat GEN4 oude atoomtechnologie is, al tientallen jaren geprobeerd, tientallen miljarden euro heeft gekost zonder “return on investment”, dan plakt de atoomlobby er een nieuwe naam op die goed klinkt: Small Modular Reactor – SMR.

De kwalen van de oude atoomkernenergie in een nieuw jasje blijven inherent, niet te genezen. Geen elektriciteitscentrale op atoomenergie of op fossiele brandstoffen is technisch-economisch-financieel een goede keuze, omdat elektriciteit uit wind en licht structureel, inherent competitief goedkoper is. Dit kan de lezer visueel afleiden uit figuren 2 en 3 van Vervelend Inzicht Nr.3 (22 februari 2022).

Voor ze geld verspillen aan SMR’s, zouden regering en minister beter eens rondvragen welke gemeente in België zit te wachten op een SMR. Wat ik op 8 februari schreef: “Dat die SMR’s zouden beantwoorden aan het lijstje criteria is meer dan nonsens, het is misleiding” staat als een paal boven water, welke bochten GS ook maakt en een truc uit de fake-news doos haalt: de zaken 180° omkeren: ik zou uit de bocht gaan. Maar ik ga helemaal niet uit de bocht; het zijn TVdS en GS die uit de groene bocht gaan, en geen klein beetje.

Begrijpen en begrip

GS schrijft ook: “Verbruggen begrijpt niet waarom Myrrha, de onderzoeksreactor waaraan het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) in Mol werkt, niet meteen door de minister naar de schroothoop wordt verwezen.”

De nucleaire sector en de energie- en industriebonzen zeggen al lang dat ik “niet begrijp”, omdat ik zeg wat ze niet willen horen. Ik begrijp bijvoorbeeld goed wat het feit betekent dat geen enkel ander land wil meewerken (geld besteden) aan Myrrha nadat het SCK dit uitdrukkelijk is gaan vragen. En waarom een medewerker aan het Myrrha project mij contacteerde met de vraag of ik niet kan helpen dit zinloos project te stoppen.

Terwijl veel mensen hun energiefactuur niet meer kunnen betalen, nog eens honderden miljoenen, wellicht miljarden, euro verspillen als de groene minister laat begaan (wat ze letterlijk zegt te doen, en GS dit ondersteunt). Is dit strategie? Is dit “het verschil maken in het energiebeleid”?

Het discours van de atoomenergiebelangen begrijpen, vraagt studie van haar geschiedenis, verwevenheid met militaire toepassingen en relatie tot dominante machten in de neoliberale context.

De werking van het SCK kan beter door alle middelen en mensen zinvol in te zetten op het probleem van het atoomafval, op medische en industriële toepassingen van radio-isotopen, e.d. Daarbij kan een nieuwe onderzoeksreactor nodig zijn; echter een loodgekoelde kweekreactor willen ontwikkelen, heeft geen enkele zin.

Het discours van de atoomenergiebelangen begrijpen, vraagt studie van haar geschiedenis, verwevenheid met militaire toepassingen en relatie tot dominante machten in de neoliberale context. Het Internationaal Atoom Energie Agentschap (IAEA) is de lobby op mondiaal niveau.

Deze lobby schendt voortdurend de missie van het Internationaal Klimaatpanel (IPCC) door alleen de IAEA lens te gebruiken bij de evaluatie op de rol van atoomkernenergie. Het is zwaar optornen tegen deze machtige lobby.

Inhoudelijke argumenten over de nieuwe kijk van Groen op de atoomkernenergie, is in de GS repliek niet te vinden. Ook de forse keuze voor gascentrales lijkt me onvoldoende gegrond. De positie van ENGIE ten aanzien van de kernuitstap verdient zeker meer aandacht.

Is overtuiging sterker dan belangen?

Mijn tekst “dat de grote stroomproducenten de bocht naar hernieuwbare energie hebben gemaakt om puur financiële redenen” bestempelt GS als een “bewering”, hoewel hij onmiddellijk nuanceert met “Dat die redenen er zullen zijn ligt in de doelstellingen van bedrijven”. Daarna geeft GS zijn argumenten, die ik bespreek na feiten informatie over hoe grote stroomproducenten hun belangen behartigen

Praktijken van grote stroomproducenten

De grote stroomproducenten volgen het Europees energie en klimaatbeleid van nabij. In de eerste jaren van deze eeuw waren ze druk begaan met de liberalisering van hun sector. De EU-richtlijn van 1998 was te zwak om hun drie hoofdactiviteiten in het publieke belang te reguleren: productie op een gelijk speelveld voor alle producenten, en de natuurlijke monopolies transmissie en distributie.

De reuze elektriciteitsbedrijven (zoals EDF en ENGIE-Franrijk, ENEL-Italië, E.ON en RWE-Duitsland, Vattenfall-Zweden) hebben hun dominante positie in productie behouden of versterkt. ENGIE bijvoorbeeld lijfde ELECTRABEL in. EURELECTRIC is hun invloedrijke Europese federatie, met de Magritte groep als bijkomend lobby-tuig.

Naast de liberalisering lagen andere richtlijnen op tafel, zoals de richtlijn ter promotie van groene stroom (2001). De Europese Commissie wou een kunstmatige Europese handel in Groene Stroom Certificaten opzetten. Dit is verhinderd door Duitsland dat zijn industrieel model voor de ontwikkeling van een waaier groene stroom technieken niet te grabbel wou gooien.

Denemarken, Spanje, Oostenrijk, e.a., steunden Duitsland. Maar België koos voor verhandelbare certificaten met hoge excessieve winsten voor de grote stroombedrijven, zonder industrieel-technologische resultaten.

Duitse politici behielden die aanpak, aangevuurd door grassroot bewegingen, onafhankelijke wetenschappers, lokale besturen, e.a., tegen de zin in van de grote stroomproducenten.

Voor de ontwikkeling van wind en PV (fotovoltaïsche panelen) technologie was de creatie van een vraag ernaar essentieel. Dat deed Duitsland met jaarlijks aangepaste financiële steun aan huishoudens, KMO’s, coöperatieven, e.a. om wind en zon elektriciteit producerende installaties te bouwen.

Duitse politici behielden die aanpak, aangevuurd door grassroot bewegingen, onafhankelijke wetenschappers, lokale besturen, e.a., tegen de zin in van de grote stroomproducenten. Die bouwden liever moderne kolencentrales, zoals in Nederland: ENGIE 800MW in Rotterdam, E.ON 1070MW op de Maasvlakte, en RWE 1560MW in Eemshaven, in gebruik genomen in de jaren 2015 en 2016.

De Duitse aanpak om wind en PV-technologie te ontwikkelen werkte: al in 2008 bereikten wind en PV ‘grid parity’ (= de kostprijs van een kWh geproduceerde wind of PV-stroom gelijk aan de prijs betaald door huishoudens aan hun stroomleverancier). En de kostprijs donderde naar beneden als een waterval, zodat in 2018 wind en PV de goedkoopste elektriciteit in de geschiedenis leverden. En de technologie verbetert nog steeds. De meeste elektriciteit lokaal opwekken door huishoudens, coöperatieven, lokale gemeenschappen, lag in het verschiet.

ENGIE begon zich zorgen te maken en bedacht een nieuw verdienmodel met de hoofdrol voor hernieuwbare energie, vooral grootschalige projecten.

ENGIE (en soortgenoten) begon zich zorgen te maken, en bedacht een nieuw verdienmodel met de hoofdrol voor hernieuwbare energie, vooral grootschalige projecten, zoals wind op land en ter zee (duurder dan wind op land), of MW-grote PV-velden (met nog dikke subsidie er bovenop). De Magritte-groep lobbyiede Europees Commissaris J. Almunia en vele andere politici plat in 2014.

De nieuwe Europese richtlijnen voor staatsteun bevoordeligen sindsdien de grootschalige projecten; in Duitsland werd de groei van PV afgeremd; in het Verenigd Koninkrijk werd een subsidiemechanisme opgezet om twee nieuwe atoomkerncentrales in Hinkley Point een dik pak geld te bezorgen gedurende 35 jaar. De grote stroomproducenten hadden hun slag thuis gehaald, de kleine producenten werden de kant ingereden.

De voorkeur voor grootschalige offshore windparken en 100MW PV parken geldt nog steeds. Ze zijn een onderdeel van het laag-koolstof neoliberalisme waar de Europese Commissie met Fit-voor-55 aan timmert. De zon- en windinstallaties van burgers, coöperatieven, e.a., werden gefnuikt in 2014. De nodige regulering om “energie gemeenschappen” een terechte plek te geven, lijkt op de Griekse kalender beland.

Overtuigen

GS vervolgt “Maar dat bedrijven enkel daarom de bocht hebben gemaakt is de onderschatting van de invloed van jarenlange actie en sensibilisatie van de bevolking voor de gevolgen van de klassieke fossiele en nucleaire opwekking van elektriciteit die ook in het bedrijfsleven heeft geleid tot inzichten die we tot voor kort voor onmogelijk hielden. Dat het bedrijfsleven dus meegaat met een Minister die mogelijkheden biedt om een toekomstgericht energiebeleid op de kaart te zetten moet ons dan ook niet verwonderen.”

Is dit zelfoverschatting? Wishfull thinking? Een loutere bewering? Observatie en onderzoek tonen dat overtuiging het aflegt tegen belang. De 2014-putsch van Europese energiebedrijven was doordacht, en de bedragen besteed aan lobbyisme zijn veelvoudig terugverdiend. Hoe eensluidend het Belgisch bedrijfsleven achter de kernuitstap staat, hebben de Belgische bedrijfsfederaties op 16 februari verduidelijkt.

Toenemende stormen, overstromingen, droogtes, e.d., verhevigd door klimaatverandering, met grote schade en financiële gevolgen, schudden de bedrijfswereld wakker. Maar dit réveil betekent nog niet dat bedrijven hun beloofde inspanningen ook daadwerkelijk uitvoeren (BBC nieuws 7 februari 2022).

GS wil kracht geven aan zijn begrip van, en steun aan, de minister met: “De Standaard typeerde haar in november vorig jaar als: “In een jaar tijd won minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) het vertrouwen van de energie- en industriebonzen in ons land. Dankzij de expertise die ze opbouwde als energieadvocate, de ervaring die ze op haar kabinet verzamelde en haar open lijnen met cruciale directiekamers. Ze is een technocrate, maar met een missie.”

Neoliberale machtsverhoudingen

In tijden dat het neoliberalisme zegeviert, stellen dat “het bedrijfsleven meegaat met een Minister” verrast. Sheldon Wolin (2010) ‘Democarcy Incorporated. Managed Democracy and the Specter of Inverted Totalitarianism’ analyseert verhelderend hoe de bedrijfswereld in de VS politieke beslissingen determineert, hoe de democratie wordt gemanaged en hoe desinformatie totalitaire controle ondersteunt.

In tijden dat het neoliberalisme zegeviert, stellen dat “het bedrijfsleven meegaat met een Minister” verrast.

Wolin zoekt ook naar hoe de ‘macht van het aantal’ (het volk) zich kan verzetten; naïviteit is geen deel van de oplossing. Mijn boek Is de macht van onduurzame energie breekbaar? rapporteert over hoe grote stroombedrijven omgaan met personen die iets van energie weten maar “niet begrijpen” willen.

Hoe antwoord jij op de vragen Vloert partij Groen het neoliberalisme in België?, of Vloert het neoliberalisme partij Groen in België?

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!