Oxfam: “Rijke landen ver van internationale doelstelling voor de klimaatfinanciering”

Slechts een derde van de middelen die historische vervuilers rapporteren als bijdrage voor de internationale klimaatfinanciering, ofwel financiële steun aan kwetsbare landen voor hun klimaatuitdagingen, is echte steun. Deze landen zijn dus veraf van het engagement om jaarlijks 100 miljard dollar te voorzien vanaf 2020. Dat blijkt uit een vandaag gepubliceerd Oxfam-rapport. Ook België moet haar bijdrage aan de klimaatfinanciering optrekken, nog voor het eind van dit jaar.

dinsdag 20 oktober 2020 12:20
Spread the love

 

Oxfam’s Climate Finance Shadow Report 2020 stelt vast dat donoren in 2017 en 2018 – de laatste jaren waarvoor cijfers beschikbaar zijn – gemiddeld 59,5 miljard dollar per jaar hebben gerapporteerd. Maar de geschatte werkelijke waarde van de steun voor klimaatactie komt op $19-22,5 miljard per jaar als de terugbetalingen van leningen, rente en andere vormen van overrapportage worden gestript.

De analyse van Oxfam wordt gepubliceerd in afwachting van een rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) over de vooruitgang die rijke landen hebben geboekt met het doel om in 2020 100 miljard dollar aan klimaatfinanciering per jaar te verstrekken. Naast de financiële bijdrage, is ook de kwaliteit van die bijdrage erg belangrijk:

  • Een verbazingwekkende 80 procent (47 miljard dollar) van alle gerapporteerde publieke klimaatfinanciering werd niet verstrekt in de vorm van giften – maar meestal als lening.  Ongeveer de helft hiervan (24 miljard dollar) was niet-concessioneel en werd aangeboden tegen veeleisende voorwaarden die hogere terugbetalingen van de arme landen vereisen. Het rapport geeft aan dat het ‘gift-equivalent’ – de werkelijke waarde van de leningen na aftrek van aflossingen en rente – minder dan de helft van het gerapporteerde bedrag was.
  • De schatting  van $19-22,5 miljard houdt ook rekening met de overrapportage van klimaatfinanciering, waarbij de gerapporteerde middelen afkomstig waren uit bredere ontwikkelingsprojecten die klimaatrelevant gemaakt zijn.
  • Slechts een vijfde (20,5 procent) van de financiering ging naar de minst ontwikkelde landen en slechts 3 procent naar kleine eilandstaten in ontwikkeling, die de grootste dreiging van de klimaatcrisis ondervinden en de minste middelen hebben om er het hoofd aan te bieden.
  • Slechts een kwart (25 procent) van de middelen werd besteed aan het helpen van landen om zich aan te passen aan de gevolgen van de klimaatcrisis, terwijl 66 procent van de middelen werd besteed aan het helpen van landen om hun uitstoot te verminderen. Het volume van de financiering voor aanpassing is echter aanzienlijk gestegen van 9 miljard dollar per jaar in 2015-16 tot 15 miljard dollar in 2017-18. Dat is goed, want op internationaal niveau werd een evenwicht tussen de beide financieringsstromen beloofd.

Liesbeth Goossens, verantwoordelijke beleidswerk bij Oxfam België zei: “Klimaatfinanciering is een levensader voor gemeenschappen die te maken hebben met recordhittegolven, angstaanjagende stormen en verwoestende overstromingen. Zelfs als overheden worstelen met de coronapendemie, mogen ze de toenemende dreiging van de klimaatcrisis niet uit het oog verliezen.”

“Het overmatige gebruik van leningen in naam van klimaatsteun is pervers. De armste landen ter wereld, waarvan velen al worstelen met schulden, mogen niet gedwongen worden om leningen af te sluiten om zich te wapenen tegen de klimaatcrisis die niet hun schuld is”.

België

Uit de analyse blijkt ook dat sommige landen het beter doen dan anderen. België verstrekte net als Zweden, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk, het overgrote deel (98%) van de klimaatfinanciering in de vorm van giften. Die vaststelling deden ook 11.11.11 en CNCD-11.11.11 in een recente analyse. Ons land doet het op dat vlak dus wel goed, maar het totaalbedrag is veel te laag. Zo rapporteert België in 2019 slechts 99,7 miljoen euro aan klimaatfinanciering, ver onder het bedrag van onze buurlanden. Nochtans is de ecologische voetafdruk van België de negentiende grootste ter wereld en volgens de Wereldbank is België bovendien het achttiende rijkste land ter wereld (bnp per capita).

In België moeten zowel de federale regering als de regio’s bijdragen aan de internationale klimaatfinanciering. Het Belgische engagement werd bepaald in de verdeling voor de 2020-doelstellingen en loopt dus eind dit jaar af. De federale regering engageerde zich alvast tot ‘stijgende’ financiering die niet weegt op het ontwikkelingsbudget. Dat is een belangrijk engagement, dat nu snel concreet moet worden.

Lien Vandamme, beleidsmedewerker klimaat en natuurlijke rijkdommen bij 11.11.11 zei: “België moet dringend duidelijkheid scheppen over de bijdrage aan de klimaatfinanciering vanaf 2021. Het huidig engagement van ons land is veel te laag en loopt eind dit jaar af.”

11.11.11 berekende op basis van de capaciteit en verantwoordelijkheid van ons land, dat een eerlijke bijdrage neerkomt op minstens 500 miljoen euro per jaar. Het is belangrijk dat deze financiering bovenop de budgetten voor ontwikkelingssamenwerking komt.

Lien Vandamme: “Het moet gaan om extra middelen, die niet wegen op het ontwikkelingsbudget. Dat is eens zo belangrijk, nu de coronacrisis zware economische druk zet op ontwikkelingslanden.’

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!