Disneyland omringd door bosbranden in de zomer van 2018
Opinie, Economie, Milieu, Politiek, België -

Het klimaatnihilisme van N-VA

Ondanks de klimaatontkenners in zijn partij, zegt Bart De Wever dat hij het klimaatprobleem wel degelijk erkent. Toch blijft hij een ontkenner van de klimaatoplossingen. Het klimaatplan van N-VA is een zandkasteel dat zo wegspoelt: niet denken, niet durven, niet doen. 'Wir schaffen das nicht.'

maandag 4 februari 2019 08:23
Spread the love

De conservatief Bart De Wever is de man die in 2005 nog een snelwegviaduct over de stad Antwerpen wou bouwen omdat elk alternatief voor die brug volgens hem ‘onrealistisch’ was. Na jarenlange strijd van burgerbewegingen en links, gaat hij vandaag als burgemeester prat op de Oosterweeldeal. Een flinke bocht, de kracht van verandering. Er gebeurde lange tijd vooral niets, tot de druk van onderuit te groot werd en de electorale belangen in het gedrang kwamen.

Eenzelfde scenario van kortzichtigheid herhaalt zich nu na het aanhoudende klimaatprotest: de mensen zouden onvoldoende weten wat het beleid al doet, kritiek wordt afgedaan als doemdenken, alternatieven zijn onbespreekbaar, enzovoort. Ook toen ging technologische innovatie de luchtvervuiling wel oplossen, zolang we de oorzaak maar niet moeten aanpakken.

Ook toen werd consequent ecologisch denken als naïef weggezet. De angst voor verandering, eigen aan conservatieven, nam als emotie de bovenhand. Angst zaaien werd tevens een politieke strategie – want een ander snelwegtraject zou neerkomen op belastingverhoging en de economie doen sputteren. Vandaag zet de partij opnieuw in op die angstlogica.

De voorstellen die N-VA vandaag doet, zijn niet alleen inconsistent en vaag, ze illustreren een totaal gebrek aan politieke daadkracht. In tijden van crisis is politieke moed nodig en die ontbreekt. De klimaatcrisis los je niet op met wat ingrepen in het taksbeleid, hier en daar.

Of zoals Greta Thunberg het zegt in haar TED-talk: ‘Ik wil geen hoop, ik wil acties. De wetenschap en technologie zijn er. Maar politici doen niets. Het gaat niet lukken volgens de huidige regels. We moeten de regels veranderen, we moeten dat vandaag doen’.

Vertrouwen op de geschiedenis?

In plaats van de blik onbevangen op de toekomst te richten, duikt een conservatief als Bart De Wever de geschiedenis in op zoek naar troost: ‘de mensen zijn in tijden van crisis altijd inventief zijn geweest. Daar moeten we vertrouwen in hebben.’

Maar als we naar de geschiedenis kijken, dan stellen we vast dat grote veranderingen niet zozeer ingegeven zijn door technologische veranderingen op zich maar vooral door economische machtsverschuivingen en door de strijd van onderuit. Die sociale strijd ging steeds in tegen een elite die geen verandering wou omdat hun belangen daarmee in het gedrang kwamen.

Bart De Wever zit, als cynische en autoritaire debater, met zijn klimaatvisie helemaal in het kamp van die elite. Zijn emotioneel verhaal lijkt wel een debatfiche op maat van de neoliberale strategie van de multinationals.

Neoliberale defensielinies

Het neoliberale gedachtencollectief hanteert drie verdedigingslinies. De eerste: met veel geld inzetten op de klimaatontkenning. Dat deden ze sinds de jaren 70, toen er nog tijd was om de klimaatcrisis aan te pakken, en die linie is nu vrijwel gevallen. De tweede linie: de markt als oplossing (CO2-taks, e.a.). Een breed publiek gelooft daar niet meer in: too little too late.

De derde linie: het technokapitalisme zal het oplossen met wetenschappelijke technofix (cf. ecomodernisme), zolang zij de economie maar in handen hebben en het systeem niet in vraag gesteld moet worden. Daarmee wekt men de illusie dat oplossingen nog uitgevonden moet worden om zo de bestaande hernieuwbare technologieën die mensen zelf in handen kunnen hebben, te negeren.

Dit marktverhaal zal N-VA zeker inkomsten opbrengen uit de hoek van de industriële lobby’s: alles voor de macht. Onder het mom van de wetenschap weigert Bart De Wever evenwel in te zetten op de innovatie die we nodig hebben.

Van Calimero naar Pinokkio

Als Burgemeester lobbyde hij de afgelopen jaren zwaar voor extreem vervuilende mega-investeringen in de chemie in de Antwerpse haven. Die noemt hij ‘ecologischer’ dan de huidige installaties, maar verzwijgt ondertussen dat het om een uitbouw gaat van die industrie waardoor vervuiling onvermijdelijk zal toenemen. Waarom niet inzetten op een omslag naar waterstoftechnologie om klimaatneutraal vervoer uit te bouwen voor treinen, schepen, bussen, vrachtwagens en auto’s?

Als handpop van de chemiereuzen zegt Bart De wever dat hij alternatieve energie wel overweegt, tegelijk lacht hij zonnepanelen cynisch weg. De partijvoorzitter laat uitschijnen dat hij slechts pleit voor het langer open houden van de bestaande kerncentrales, tegelijk droomt hij hardop van nieuwe reactoren. Alsof die niet verschrikkelijk duur, vervuilend, gevaarlijk en vooral te laat zullen zijn.

Eigenlijk is Bart De Wever iemand die bij een vliegtuigcrash zegt dat het aan de zwaartekracht ligt, om het niet over de systeemfouten van het vliegtuig te moeten hebben. De marktwerking is hem heilig, die mag geen strobreed in de weg worden gelegd.

Zijn politieke impotentie is groot vergeleken met gidsland Duitsland dat koos voor kernuitstap. Of China, dat voluit inzet op ecologische energiewinning, het leger massaal bossen laat aanplanten en voluit inzet op openbaar vervoer, eerder dan erop te besparen en de ticketprijzen te verhogen zoals in België.

Ideologische oogkleppen

Ook neoliberalen maken soms nochtans uitzonderingen op het technocratische beleidsvoeren. Dat zagen we na de financiële crisis in 2008: toen konden publieke investeringen plots wel. De slogan die Anuna De Wever onlangs opperde, is even eenvoudig als pertinent: als het klimaat een bank was, dan was het allang gered.

We staan nu voor de keuze: publieke planning of klimaatchaos. De uitbouw van openbare diensten en een publieke economie zijn essentieel, willen we de planmatige omslag naar een ecosociale samenleving mogelijk maken. De markt laat zo’n omslag immers niet toe: die heeft een winstmodel nodig en die zijn vooral te vinden in afvalbeheer, als jacht naar grondstoffen, niet in het voorkomen van vervuiling.

Om een omslag mogelijk te maken, heb je ook stabiliteit in onze economische huishouding nodig. Dat gaat tegen de logica van de markt in: die wil stabiliteit destabiliseren via profijtgerichte risico’s. Dit zijn evidente denkpistes die Bart De Wever niet eens durft te overwegen omdat – zoals hij het zo mediageniek zegt – ‘het klinkt als communisme’.

Plots lijkt het dan alsof je de democratie wil opofferen, want twijfelen aan de marktlogica zou neerkomen op een pleidooi voor dictatuur? Nochtans is de markt een hinderpaal voor de democratische planning die we nodig hebben om de klimaatcrisis aan te pakken.

Het is hoog tijd dat de partijpolitiek haar falen erkent en een stap opzij zet zodat wij als burgers participatief betrokken kunnen worden in het collectief plannen van oplossingen. Dat plannen zal maar lukken, als we de noodzaak van economische democratie ernstig nemen. ‘We own it’ is een voorwaarde voor ‘we plan it‘.

 

Robrecht Vanderbeeken is filosoof en vakbondsverantwoordelijke voor ACOD Cultuur.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!