Om die kwaliteit te monitoren ontwikkelde het Europees Vakbondsinstituut (ETUI) de zogenaamde job quality index. Een index die de kwaliteit van jobs in kaart brengt op basis van zes dimensies: loon, jobzekerheid, arbeidstijd, arbeidsorganisatie, carrièrekansen en collectieve vertegenwoordiging. Voor alle Europese landen wordt gekeken naar de mate van jobkwaliteit.
Recent verscheen er een update van deze index en de conclusies voor Europa zijn niet bijster goed. Het algemene beeld is er een van dalende jobkwaliteit na de financiële crisis en maar een gedeeltelijk herstel erna. Erger nog, de landen waar de jobkwaliteit al slecht was verliezen terrein ten opzichte van de beter presterende. Divergentie dus, in plaats van convergentie tussen de lidstaten.
Met de crisis daalde de jobkwaliteit in Europa en het herstel gaat zeer traag.
België aan de top, dankzij het sociaal overleg
Maar in dat sombere landschap zijn er enkele lichtpuntjes. Eén daarvan is België. België kende geen terugslag in de jobkwaliteit net na de crisis (2010) en zag de algemene kwaliteit ook stijgen tijdens het herstel (2015). Dit brengt ons momenteel op een benijdenswaardige vierde plaats. Net na Zweden, Finland en Denemarken. Kan slechter!
Hoe kunnen we dat verklaren? Eén van de elementen van jobkwaliteit die een zeer sterke relatie heeft met alle andere, is de collectieve vertegenwoordiging van werknemers. In landen waar vele werknemers lid zijn van de vakbond, waar arbeidsvoorwaarden gezet worden via collectieve arbeidsovereenkomsten en waar in bedrijven ondernemingsraden zijn, daar is de jobkwaliteit in termen van loon, arbeidsorganisatie en carrièrekansen een stuk beter.
Dat klopt ook met de theorie. Georganiseerde en collectieve vertegenwoordiging van werknemers (via vakbonden en ondernemingsraden) zorgt ervoor dat werknemers hun gedacht meer gaan zeggen over de organisatie van het werk en zorgt ervoor dat werknemers samen betere loonsvoorwaarden kunnen vragen.
En België zit op dat vlak nog steeds zeer goed. Net zoals in Zweden, Denemarken en Finland zijn hier vele mensen aangesloten bij de vakbond, wordt bijna iedereen beschermd door collectieve arbeidsovereenkomsten en zijn er in vele bedrijven ondernemingsraden of comités voor preventie en bescherming op het werk. Dat beschermt de werknemer en is positief voor de jobkwaliteit.
Meer én betere jobs
Betere jobs door collectief overleg dus. Helaas staat net dit collectief overleg en de rol van de vakbond in de maatschappij nu sterk ter discussie: collectief overleg en een sterke vakbond zou nefast zijn voor de werkgelegenheid. Je weet wel: al die regels, al dat overleg, dat weerhoudt ondernemingen ervan vrij te investeren en jobs te creëren.
Daar bestaat echter weinig tot geen evidentie voor. In hetzelfde rapport wordt aangetoond dat landen met een hoge jobkwaliteit (goeie jobs) ook landen zijn waarin relatief veel mensen aan het werk zijn (meer jobs) (zie figuur).
Er is geen trade-off zijn tussen meer en betere jobs, maar eerder een virtueuze spiraal. En die spiraal wordt onderstut door sterk sociaal overleg.
Er lijkt dus geen trade-off te zijn tussen meer en betere jobs, maar eerder een virtueuze spiraal. En die spiraal wordt onderstut door een sterk sociaal overleg. Met het uitkleden van het sociaal overleg loop je dus het risico om niet enkel slechtere jobs te krijgen, maar ook minder. En daar is niemand bij gediend.
Stan De Spiegelaere is onderzoeker aan het Europees Vakbondsinstituut (ETUI) en kernlid van Denktank Minerva.
Het onderzoek van Agnieszka Piasna kan je hier lezen.