Veel van de Filipijnse schulden dateren van het corrupte regime van Ferdinand Marcos (1965-1986), een bondgenoot van het Westen tijdens de Koude Oorlog. Marcos zou met een goeie 7 miljard euro aan de haal zijn gegaan, waarvan meer dan de helft werd ontleend bij het IMF en de Wereldbank.
Vorige week maakte de Filipijnse president Benigno Aquino III het kostenplaatje van de ramp bekend (6 miljard euro) en kondigde hij enkele noodleningen aan. Dat zorgde voor beroering bij de voorstanders van schuldkwijtschelding voor de Filipijnen.
“Schulden die jaren geleden kwijtgescholden hadden moeten zijn, zetten een rem op de capaciteit van de Filipijnen om zich voor te bereiden op toekomstige noodsituaties”, vindt Tim Jones, beleidsmedewerker bij Jubilee Debt Campaign.
Lening of hulp?
Toen de omvang van de schade duidelijk werd, had president Aquino zich naar de Wereldbank en de Aziatische Ontwikkelingsbank gehaast, en die hebben allebei snel 500 miljoen dollar aan noodleningen en verschillende kleine giften in contant geld toegezegd.
“Noodleningen scheppen een verontrustend precedent, vooral in een land waar een vijfde van overheidsinkomsten al naar schuldaflossing gaat”, verklaart Jones. “We vinden het altijd een slecht idee om als reactie op een ramp geld te lenen.”
“De logica van een lening, als die al bestaat, is dat het geld kan terugbetaald worden. Per definitie gaat dat niet bij een lening voor wederopbouw”, verklaart Jones. “Wat erger is: de Wereldbank en Aziatische Ontwikkelingsbank stellen deze bedragen voor als hulp.”
Volgend orkaanseizoen
Hoewel de Filipijnen vooruitgang hebben geboekt bij het verkleinen van hun schuldenlast in het afgelopen decennium – vooral door eenmalige betalingen uit grootschalige privatiseringen – kan het land in een gelijkaardige situatie komen bij het volgende orkaanseizoen.
De Filipijnen krijgen immers jaarlijks gemiddeld zeven tot acht orkanen te verduren, en klimaatmodellen voorspellen dat superstormen zoals Haiyan vaker zullen voorkomen in de toekomst.
Het VN-klimaatraamwerk (UNFCCC) staat niet toe dat klimaatgerelateerde investeringen de schuldenberg van een land vergroten, maar die bepaling wordt genegeerd in noodsituaties.
Uitstel van betaling
Rogier Van Den Brink, hoofdeconoom voor de Filipijnen bij de Wereldbank, zegt dat de onmiddellijke noden torenhoog waren. “Het is van kritiek belang dat de wederopbouw snel kan beginnen om de economische impact te beperken en het lijden van de mensen – met name de armen en kwetsbaren – te verkleinen.”
Voor de leningen geldt een uitstel van betaling tussen acht en tien jaar, maar het blijven niettemin schulden, meent Ricardo Reyes als voorzitter van de Freedom from Debt Coalition. “Aan de Filipijnen wordt gevraagd om te betalen, zonder enig overleg.”
“Economisch en ethisch is het schandalig dat de Filipijnen zo veel schulden moeten afbetalen, terwijl ze door een ramp zijn getroffen die mede werd veroorzaakt door de CO2-uitstoot van de rijkste landen ter wereld”, besluit Jones.