“De taart is groter geworden,” opent 11.11.11-voorzitter Jos Geysels, “maar de kruimels voor de armen zijn maar een beetje groter geworden.”
Roberto Bissio, coördinator van Social Watch en grapjas van dienst, haalt een welbekende parabel aan:
“Een dronkaard is zijn sleutels kwijtgeraakt en zoekt ze onder een straatlantaarn. Een toevallige voorbijganger helpt hem zoeken. Dan zegt de dronkaard dat hij zijn sleutels ergens anders is kwijtgeraakt. ‘Maar waarom zoek je dan hier?’ vraagt de verbaasde voorbijganger. ‘Omdat er hier licht is’, antwoordt de dronkaard.”
“De fout van de dronkaard komt vaak voor in ontwikkelingsbeleid”, zegt Bissio. “Tussen 1990 en 2010 vervijfvoudigde de wereldhandel en verdubbelde het gemiddelde inkomen per wereldburger. Maar de Basic Capabilities Index, die de sociale vooruitgang meet, steeg maar met tien procent.”
“Economische groei en sociale vooruitgang gaan niet hand in hand”, betoogt hij. “Via privatisering, liberalisering en vrij verkeer van kapitaal en goederen worder de rijken rijker, en de armen iets minder arm.”
“Ongelijkheid gaat samen met sociale wantoestanden zoals stress en criminaliteit. Mensen worden bovendien ongelukkig van ongelijkheid, behalve dan de mensen aan de top”, aldus Bissio.
De 0,001 procent
“De honderd rijkste mensen ter wereld verdienden vorig jaar 240 miljard dollar”, zegt Duncan Green, Oxfam-adviseur en auteur van het boek From Poverty to Power. “Dat is genoeg om vier keer extreme armoede te beëindigen. In plaats van armoede onderaan te begrenzen, zouden we beter een plafond op rijkdom instellen.”
Karel Van Eetvelt, gedelegeerd bestuurder van UNIZO, vindt het jammer dat de Europese Unie geen sociale unie is. “Een sociaal raamwerk bestaat wel op het nationale niveau, maar dat is onvoldoende om weerwerk te bieden aan de grote bedrijven.”
“Drie weken geleden (tijdens de federale begrotingsonderhandelingen, nvdr.) lag er een voorstel op tafel over een minimumtaks van vijf procent voor de grote bedrijven. Iedereen ging akkoord. Iedereen, behalve de 0,001 procent die ongelofelijk veel macht heeft.” Die minimumtaks is er dus niet gekomen.
“Hoe ver reikt solidariteit?” vraagt Maria Jepsen, directeur van de onderzoeksafdeling van het European Trade Union Institute, zich af. “In goeie tijden is er veel solidariteit, maar in slechte tijden veel minder. Het is moeilijk om ons te verenigen tegen de 1 procent, wanneer in slechte tijden iedereen aan zijn eigen belangen vasthoudt.”
Effectieve ontwikkelingshulp
“Als we het hebben over ongelijkheid, dan hebben we het over macht”, zegt Jean Bossuyt, hoofd van de afdeling strategie binnen het European Centre for Development Policy Management. “Maar in de rapporten van klassieke ontwikkelingsorganisaties zijn machtsverhoudingen nagenoeg afwezig.”
“NGO’s hebben altijd de focus gelegd op geld”, zegt hij. “Maar succesvolle ontwikkelingshulp vereist begrip van wat er leeft in een complexe samenleving. In Senegal bijvoorbeeld zijn vele hervormingen mislukt omdat men geen rekening hield met de belangen van de maatschappelijke actoren: de elites, het middenveld.”
Bogdan Vanden Berghe, algemeen directeur van 11.11.11, laat de aanval op de ‘klassieke’ ontwikkelingshulp niet aan zijn hart komen. “Klassieke projecten, zoals de bouw van waterputten, zullen altijd nodig blijven”, reageert hij.
“Voor het budget van ontwikkelingshulp moeten we blijven vasthouden aan het streefdoel van 0,7 procent van het nationaal inkomen. Hulpmaatregelen die fout lopen, moeten we gewoon vervangen door hulp die wel werkt.”