Esthetiek en anarchie in één beeld. De massieve ‘Charging Bull’ of ‘Wall Street Bull’ met op zijn rug een gracieuze ballerina. Uit het traangas doemen demonstranten op. Met deze poster lanceerde Adbust in juni 2011 haar OWS-campagne. (Adbust)
Nieuws, Samenleving, Cultuur, Muziek, New york, Time, YouTube, Politierepressie, Protestbeweging, Occupy, OWS, Guy Fawkes, Bullwinkle, Protestcultuur, Popcultuur -

Occupy in beeld (I): maskers en merken

"The revolution will not be televised. The revolution will be live", declameerde dichter-muzikant Gil Scott-Heron begin jaren zeventig. Toch kan protest niet zonder sprekende beelden. Zo ondervond ook Occupy.

vrijdag 14 september 2012 15:40
Spread the love

Op 17 september is het een jaar geleden dat Occupy Wall Street (OWS) zijn tenten neerzette in Zuccotti Park, New York. Het zou de eerste dag worden van een maandenlang protest dat, geïnspireerd door de Arabische Lente en andere indignados, uitwaaierde naar steden over de hele wereld. Aanvankelijk bleef een wijdverbreide media-aandacht uit.

De Occupy-beweging zorgde zelf voor een rechtstreeks verslag via live streams. Via sociale media en op platforms als YouTube of Vimeo doken allerlei (amateur)filmpjes op. Occupy werkte zo aan haar eigen beeldvorming.

Globaal merk

Adbust, één van de initiatiefnemers achter OWS, was dan ook niet aan zijn proefstuk toe. Dit netwerk van media-activisten werd in 1989 opgericht door documentairemakers Kalle Lasn en Bill Schmalz. Via het magazine Adbust, provocatieve anti-ads en subvertisments of campagnes als TV-Turnoff Week tracht Adbust de grondslagen van gevestigde commerciële media op hun kop te zetten.

Daarbij bedient de organisatie zich duidelijk van de instrumenten waarmee die bedrijven consumerende zieltjes trachten te winnen. Het media-activisme van Adbust koppelt een opvallend gestileerde vorm aan een ecologisch en sociaal geëngageerde revolutie.

Dat beelden krachtig kunnen werken, beseft Adbust maar al te goed. Redacteur en OWS-initiatiefnemer Micah White: “We gebruiken passionerende woorden, pertinente feiten en mooie kunst om epifanieën uit te lokken. Daar gaat het over!” (een epifanie is een plotse openbaring, nvdr)

Ook de hacktivisten van Anonymous kennen de kracht van een sterk imago. Zij hielpen eveneens in een vroeg stadium om het idee voor OWS op de rails te krijgen. Anonymous omarmde het nu alom bekende Guy Fawkes-masker, dat ondertussen geldt als een van de sterkste protestsymbolen.

Het gestileerde gelaat van deze 16de-eeuwse Engelse ‘terrorist’ won aan populariteit via de V for Vendetta-film van James McTeigue in 2006. Vervolgens kreeg het een boost op hackersfora en sociale media via de avatar Epic Fail Guy. Ondertussen is het masker gemeengoed geworden.

Overigens, het beeldrecht van de anonieme anarchist berust – via de stripreeks van DC Comics en de Warner Brothers-film – bij mediareus Time Warner. Die strijkt dus een percentage op van elk verkocht masker!

Eigen media

Occupy wilde haar eigen beeld vormen. Justin Wedes, lid van het OWS-mediateam: “We begrepen het belang van een onafhankelijk mediacenter of, met andere woorden, van het creëren van onze eigen media. We zouden nooit kunnen vertrouwen op de mainstreammedia om ons eerlijk weer te geven. En we wilden de meest onmisbare, verantwoordelijke en accurate bron zijn voor wat er hier gebeurt. Dus hebben we, vanaf de eerste dag, een onafhankelijk mediacenter opgezet, onder meer met een live stream.”Amy Goodman en Denis Moynihan, ‘Occupy the Media: Journalism for (and by) the 99 Percent’, in: Janet Byrne (red.), The Occupy Handbook, 2012.[/fn] “The revolution will be live”, dus.

Ook via kanalen als Twitter zorgden actievoerders voor een haast rechtstreekse verslaggeving. Al was het vooral de stortvloed aan korte filmpjes en (bewerkte) foto’s die het beeld van de Occupy-acties bepaalde. Deze impressies, vaak opgenomen met een mobiele telefoon, gaven een interne kijk op het wel en wee in allerlei ‘bezette gebieden’, zeker toen het optreden van de politie strikter en gewelddadiger werd.

Occupy kreeg enkele zeer sprekende beelden in de schoot geworpen en maakte daar gretig gebruik van. Foto’s en video’s van demonstranten die hardhandig werden aangepakt, raasden over het internet. Vooral de foto’s van een agent die op een universiteitscampus in Los Angeles pepperspray gebruikte tegen enkele zitstakers verspreidden als een lopend vuurtje.

De zogenaamde Pepper Spray Cop dook vervolgens als running gag in allerlei collages op. Hij verscheen in scènes uit populaire films, op bekende schilderijen, aan de zijde van historische figuren enzovoort.

Hoewel het knip-en-plakwerk vaak de knullige satire niet oversteeg, leverde het wel een significante bijdrage aan de beeldvorming over Occupy. Ook surfers die zich er niet noodzakelijk betrokken bij voelden, kregen de beelden vroeg of laat voorgeschoteld. Soms gingen ze zelf aan de slag om nieuwe varianten te bedenken.

Zo bleef het beeld circuleren, zelfs lang nadat het feitelijke gebeuren dat aan de basis lag uit de kranten en televisiejournaals was verdwenen. De ‘Pepper Spray Cop’ ging net als het Guy Fawkes-masker en de Charging Bull deel uitmaken van het visuele imago van Occupy.

Popcultuur: vluchtplaats voor lusteloze consumenten?

En de beeldvorming ging door, ook via grote mediakanalen. In december 2011 riep het magazine Time (uitgegeven door Time Warner) de demonstrant uit tot persoon van het jaar. Hij (zij?) trad in de voetsporen van Facebook-oprichter Mark Zuckerberg (2010), voorzitter van de Amerikaanse Federal Reserve Ben Bernanke (2009) en president Obama (2008).

Op de cover verscheen een geësthetiseerde illustratie waarvoor grafisch designer en street artist Shepard Fairey zich baseerde op een foto van een anonieme demonstrante die was genomen op Occupy Los Angeles.

Fairey had in 2008 al voor de cover gezorgd. Toen bewerkte hij de Hope-poster die hij eerder voor de presidentscampagne van Obama had ontworpen – en die hem recent een voorwaardelijke straf en een boete opleverde omdat hij het copyright op de originele foto van Obama had geschonden.

Op die bekende poster maakte hij in het najaar van 2011 een Occupy-variant. Obama kreeg een Guy Fawkes-masker op, met daaronder de tekst: “Mister president, we hope you’re on our side“. Occupyers lieten hem weten niet akkoord te gaan met de poster omdat ze zich niet binden aan welke politieke partij dan ook. Fairey sleutelde een beetje aan het design. Nu stond er te lezen: “We are the hope”.

In haar ‘Person of the Year’-nummer analyseerde Time het jaar 2011 als een historisch keerpunt, verwant maar niet gelijk aan de turbulente jaren 1968 en 1989. Protest was opnieuw relevant en zorgde voor een breuk met de gemakzuchtige apathie die het Westen decennialang in de greep had, gaf Time aan.

Niet gespeend van enig cultuurpessimisme verbond het magazine die lusteloosheid ook met populaire cultuur, vooral uit de jaren negentig: “Voor jongeren beperkten radicale kritiek en protest tegen het systeem zich vooral tot een fantasie uit de popcultuur: ‘Fight the Power’ was een liedje op een platina album, Rage Against the Machine was een band die platina haalde en de geliefde rebellen die dapper streden tegen de wereldwijde onderdrukkers waren gewoon een stel personages uit The Matrix.”

Gil Scott-Heron fulmineerde begin jaren zeventig tegen de populaire, door blanken gedomineerde film- en televisiecultuur die blind was voor de harde realiteit van de (zwarte) volksklasse. “The revolution will not be brought to you by the Schaefer Award Theatre and will not star Natalie Wood and Steve McQueen or Bullwinkle and Julia”.

Scott-Heron verwees achtereenvolgens naar een door biermerk Schaefer gesponsord televisieprogramma dat bioscoopfilms uitzond, naar twee filmsterren, naar een cartooneland en een sitcom met de Afro-Amerikaanse actrice Diahann Carroll in de titelrol. Mainstreammedia vertegenwoordigden hem niet en stonden ver af van wat er echt aan de hand was.

Dan Bellini, die vaak populaire cultuur verwerkt in zijn muurschilderingen en illustraties, maakte een hele reeks tekeningen waarin hij bij allerlei iconen uit de populaire cultuur het Guy Fawkes-masker opzet. Hij begon met Charlie Brown uit de Snoopy-cartoons een masker te geven. Later volgden onder meer buttons met de eland Bullwinkle als anonieme demonstrant …

Het is slechts een van de vele voorbeelden waarin Occupy aan de haal gaat met de hedendaagse beeldcultuur, via technieken en kanalen die helemaal thuishoren in het huidige medialandschap.

Dringen protestbewegingen als Occupy en indignados door tot in de bioscopen? Hoe zit het met de hoerastemming rond YouTube-filmpjes? Komt er reflectie na de mediastorm? Om het met een typische formulering uit de populaire cultuur te zeggen: to be continued…

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!