Ongeveer 50 km ten noordoosten van Parijs ligt het dorpje Betz. Het heeft 1.019 inwoners (2007) en ligt in de zuidoostelijke hoek van het departement Oise. In een mooie groene omgeving is Betz een plaatselijk verzorgingscentrum, vooral voor het onderwijs. Op het grondgebied van de gemeente heeft de Marokkaanse koninklijke familie een kasteel op een domein van 70 ha.
Het Collège Marcel Pagnol is met meer dan 400 humaniorastudenten de grote school van Betz.
Op 12 februari 2007 schrokken een aantal ouders zich een aap. Meer dan 60 leerlingen kwamen ’s avond ziek thuis, met ernstige huidaandoeningen en ondraaglijke jeuk. Sommigen hadden rode vlekken van het hoofd tot aan de tenen. De verontruste ouders zochten overal om uitleg en raad.
De school werd gesloten: ‘collectieve hysterie’
De gebeurtenis haalde de pers en de overheid stuurde haar veiligheidsverantwoordelijken en controle-instellingen op de zaak af. De schoolgebouwen werden onderzocht. Ze werden door een gespecialiseerde firma stofvrij gemaakt. Een gebouw in aanbouw voor de uitbreiding van de school werd bijzonder bestudeerd en de bouwplaats werd zelfs afgesloten. Aan de ouders werd gevraagd dat zij de kleren van hun kinderen zouden wassen.
Vermits de verantwoordelijken geen uitleg vonden, moesten de klachten van de leerlingen en hun ouders een vorm van ‘collectieve hysterie’ zijn. Ze zegden dat de leerlingen ziek werden, alleen omdat zij dénken dat zij ziek zullen worden wanneer zij de school betreden.
De directeur van het college, Rodolphe Bral, trachtte te sussen: “Alles evolueert goed. De situatie is onder controle”. Op 22 februari deed hij een poging om de school te heropenen. Bijna onmiddellijk stapten veertig leerlingen met lelijke rode uitslag naar de verpleegdienst.
Het dagblad Le Parisien van 23 februari 2007 vermeldde dat 69 leerlingen en twee leraars besmet werden en onder de rode plekken zaten. Bral gaf evenwel openlijk zijn conclusie aan de ouders en de pers: “Artsen gaan met ons meewerken; wij hebben het bewijs dat de ongemakken volkomen onschuldig zijn. Ze worden alleen verergerd doordat de leerlingen er voortdurend aan krabben. Wij hebben hier te doen met een medisch fenomeen gekleurd met psychose.”
De directeur organiseerde een opendag voor de ouders op 11 maart. De dag werd een fiasco; verschillende ouders kregen dezelfde aandoeningen. Volgens het schoolhoofd was dit te verklaren doordat sommige ouders een verzwakt immuunsysteem hadden.
Op 12 maart zouden de lessen hervat worden. Die datum was gekozen omdat het dan het einde van de wintervakantie was.
INERIS (Institut National de l’Environnement Industriel et des Risques) en enkele artsen hadden ontdekt dat de klachten vooral uit een lokaal op de tweede verdieping kwamen. Maar verder kwamen zij niet in hun beoordeling van de toestand.
De verantwoordelijken van het departement Oise zochten hoe zij 480 middelbare scholieren van Pagnol konden verdelen over de andere colleges in de streek.
Het college Marcel Pagnol hervatte op 12 maart de lessen. Een dermatoloog, een schoolarts, een verpleegster, een psycholoog en een arts van de departementale gezondheidsdienst stonden klaar om problemen op te vangen. Nog vóór de middag kwamen de ongemakken en de rode uitslag opnieuw.
Het was “le pire des scénarios possible”, het slechtst denkbare scenario, om het met de woorden van Rodolphe Bral te zeggen. Na één maand was het mysterie nog niet opgelost en bleek dat de school lichtzinnig heropend was zonder dat de oorzaak van de symptomen bekend was.
Enkele ouders verboden hun kinderen om nog naar het schoolgebouw te gaan. Iedereen vroeg zich af met welke ‘mysterieuze allergie’ de school te maken had.
Geen allergie
Maar het was geen allergieverschijnsel. Bij een klassieke allergie komt er een allergene stof, een belangrijke molecule, een proteïne in contact met het menselijk lichaam. Het lichaam geeft daarbij antwoord aan het immuunsysteem door antilichamen aan te maken.
De mechanismen van de allergieën worden redelijk goed begrepen. Maar wat in Betz gebeurde, daar had niemand zicht op. Niemand kon de oorzaak van die zogenoemde allergie aanwijzen en, wat nog belangrijker was, de zieke leerlingen hadden lelijke rode vlekken op hun huid, niet alleen op de onbedekte delen van het lichaam, maar ook onder hun kleren.
De ongemakken hadden duidelijk met de schoolomgeving te maken. De pathologieën verdwenen tamelijk snel wanneer ze zich van het college verwijderden. Leerlingen die enkele dagen thuis bleven, genazen snel. Maar vanaf het ogenblik dat zij weer naar school gingen, werden ze opnieuw ziek.
Het communiqué van het persagentschap AFP van 13 februari werd ook gelezen door de verantwoordelijken van de Franse niet-gouvernementele organisatie Next-Up. Deze organisatie bestudeert de gevolgen van blootstelling aan GSM-straling voor de gezondheid.
GSM-stralen zijn gepulseerde golven, waarbij hoogfrequente golven als draaggolven dienen voor digitale laagfrequente boodschappen. Deze manier van pulseren – 217 keer per seconde – werkt als een mokerhamer op het lichaam en veroorzaakt belangrijke biologische effecten. Net zoals de radioactieve straling is de GSM-straling gevaarlijk voor mensen, dieren en planten.
Next-up had een toestand gelijkend op die van het college van Betz gevonden bij een school in Polen. De organisatie stuurde meteen experts naar Betz.
Experts van Next-up
Deze zagen dat op ongeveer 100 meter van het college een basisstation van de mobiele telefonie geïnstalleerd was. Op een watertoren waren veertien verbindingsantennes voor GSM geplaatst, waaronder drie versterkers. Versterkers zijn extra gevaarlijk, want wij hebben hier te doen met heel hoge frequenties (22 gigahertz; dit is 22.000 megahertz – de gewone GSM-verbindingsantennes werken met 900 of 1.800 megahertz) en millimetermicrogolven. Insecten die in hun straal terechtkomen, sterven meestal na enkele seconden.
Groot was de verbazing van de mensen van Next-Up toen zij zagen dat dit station niet één, niet twee maar liefst drie antennes had die gericht waren op het college. Twee antennes hadden hun hoofdstraal gericht op de tweede verdieping van het schoolgebouw. Verschillende metalen structuren in dit gebouw maakten de toestand nog meer ongezond: zij functioneerden als passieve versterkers van de GSM-straling.
Toen de specialisten van Next-up aan het college arriveerden, zagen zij vijftien mensen aan het werk in het basisstation van de mobiele telefonie. Wanneer deze werknemers de experts van Next-up zagen, vertrokken zij onmiddellijk met hun 11 dienstwagens. Het was alsof zij de duivel gezien hadden.
Uit het onderzoek van Next-up bleek dat telecombedrijven op 12 februari de antennes van het basisstation met 50 procent versterkt hadden. Onder meer de koning van Marokko had geklaagd dat zijn domein een te zwakke GSM-straling kreeg.
Op 14 maart draaiden de operatoren lichtjes enkele antennes. De klachten verdwenen en de situatie in het schoolgebouw was weer normaal, zoals vóór 12 februari. Even plots als de nachtmerrie gekomen was, was ze nu verdwenen.
Dokter en algemeen medisch adviseur van het kanton Betz, Philipe Boulland, drukte het zo uit voor Le Parisien van 14 maart 2007: “Dat het college opnieuw normaal kan functioneren, is goed nieuws. Maar het is een beetje frustrerend dat wij niet weten wat er eigenlijk gebeurd is”.
GSM-verbindingsantennes en WiFi-netwerk
Wat in de school van Betz gebeurde, is geen alleenstaand feit. In Saint-Quentin, in het meer noordelijk gelegen departement Aisne, maakte het lyceum Pierre de la Ramée in de overgang van 2006 naar 2007 dezelfde verschrikking mee. In deze school werden 153 leerlingen ziek op een totaal van 1.247.
Inspecteurs en experts konden niet vinden dat de ongemakken veroorzaakt werden door de straling van GSM-verbindingsantennes. De school werd gesloten. Pas toen na twee maanden een telecombedrijf de richting van antennes wijzigde, verdween de ziekte en kon de school weer normaal functioneren.
In Parijs wilde de Bibliothèque Nationale met zijn tijd meegaan en het informaticanetwerk volledig draadloos organiseren. De aanwezigheid van de WiFi-antennes heeft vele personeelsleden ziek gemaakt. De gevolgen waren dramatisch. Tientallen bedienden verloren hun werk. Zij waren gezond, maar moesten ontslag nemen door de hevige bestraling.
Ook vele bezoekers moesten de bibliotheek verlaten, doordat zij de straling niet verdroegen. De WiFi-straling is perfect te vergelijken met de straling van de mobiele telefoon en zijn verbindingsantennes: gepulseerde straling.
Uitreindelijk is het WiFi-project afgeblazen en vervangen door een netwerk met kabel. De vakbonden CFDT, CGT en FSU hebben zich unaniem verzet tegen het WiFi-project, omdat zij het voorzorgsprincipe wilden eerbiedigen: zolang niet bewezen is dat de WiFi-straling veilig is, mag zij niet gïnstalleerd worden. Daarenboven is een bekabeld ADSL-netwerk sneller dan een WiFi-netwerk en ook beter beschermd tegen hackers.
Wat leren ons het verhaal van Betz en andere verhalen?
Om te beginnen valt het op dat weinig mensen de biologische gevolgen van een blootstelling aan gepulseerde mircogolven kennen. Zij zijn verwonderd dat GSM-straling toxische gevolgen heeft.
Met leden van de inspectiediensten is het mager gesteld. Sommige verantwoordelijken blijken weinig kennis van elektriciteit te bezitten. Daarnaast is er het probleem van de belangenvermenging. Sommige leden van gezondheidsorganisaties werken voor de industrie en saboteren het gezondheidsbeleid.
De belangenvermenging is zo groot dat de industrie de normen zelf heeft kunnen bepalen. De veiligheidsdrempels zijn veel te hoog. Het is alsof je automobilisten zou opleggen niet sneller dan 3.000 km per uur te rijden, wanneer ze voorbij een school komen.
Zo zijn de meeste inspectiediensten ivoren torens van ‘zekerheden’. De directeur van het college van Betz weet niet wat de oorzaak is van de mysterieuze aandoeningen. Maar hij heeft wel ‘zekerheid’ dat de ziekte ongevaarlijk is.
Verantwoordelijken hebben vaak de ‘zekerheid’ dat GSM-slachtoffers last hebben van inbeelding. Zelfs als groepen getroffen worden, is er nog sprake van ‘collectieve hysterie’. In plaats van de mensen te vormen en te waarschuwen voor gevaar, bestaat hun activiteit in de werkelijkheid vooral uit verzwijgen en sussen.
Zand in de ogen
De officiële benaming van de GSM-straling – “niet-ioniserende straling” – strooit al zand in de ogen. Ioniserend wil zeggen: in staat om met zijn energie vreemde atomen en moleculen te wijzigen. Op die manier kunnen bestraalde cellen van levende wezens functies verliezen, onder meer de functie van controle van de groei; dit wil zeggen dat zij in belangrijke mate kankerverwekkend zijn.
GSM-stralen zijn gevaarlijk, net als radioactieve straling (die wel ioniserend genoemd wordt). De grote Europese studie Reflex (vier jaar epidemiologisch onderzoek van 2000 tot 2003) toonde aan dat GSM-stralen in staat zijn ons DNA te wijzigen bij veldsterktes die veel lager zijn dan de wettelijk toegelaten sterktes.
Als je wat tijd hebt om te lezen, kun je kijken naar het rapport van de officiële gezondheidsinspectie Institut de Veille Sanitaire over het Lycée Pierre de la Ramée van Saint-Quentin. De dienst schrijft dat zij niet te weten gekomen is wat er gebeurde.
Hier heeft hij wel 35 bladzijden aan gewijd; het IVS raadt de lezer dan maar aan enkele artikels uit tijdschriften te lezen. De titels van deze artikels spreken voor zich: Epidemic hysteria, Hystérie collective, Psychologic Illness, Mass sociogenic Illness, Les syndrômes psychogènes, enz.
In 1906 schreef de Franse arbeidsinspectie dat in een bedrijf in Condé-sur-Noireau asbest gebruikt werd in de productie van remsystemen en vele werknemers ervan gestorven zijn. Het heeft nog 90 jaar geduurd eer de overheid de productie en verwerking van asbest verbood.
Zelfs dan (wij schrijven 1996) waren er nog negationisten, onder wie zelfs artsen, die volhielden dat asbest geen gezondheidsrisico had. Het GSM-dossier is goed op weg om een nieuwe soort asbestproblematiek te worden. Negationisten die zich als expert voordoen en luidop verkondigen dat GSM-straling ongevaarlijk is, spelen een vuile en gevaarlijke rol. Door hun misdadige lobbyactiviteiten zullen wereldwijd miljoenen mensen ziek worden en voortijdig sterven.
Patrick Van den Berghe
Patrick Van den Berghe is auteur van het boek ‘Stralingsgevaar’ dat is uitgegeven bij EPO.