De 85-jarige kanunnik en andersglobalist François Houtart heeft onder druk bekend dat hij veertig jaar geleden tot twee maal toe een achtjarig neefje heeft aangerand. Toen hij het nog een derde keer wilde proberen, liep de jongen naar zijn ouders die het konden verhinderen door de jongen bij hen in bed te nemen. Het heeft er alle schijn van dat de kandidatuur van Houtart voor de Nobelprijs voor de Vrede een stap te ver was voor de tweelingzus van het slachtoffer, inmiddels 48 jaar oud. Houtart bekent de feiten maar spreekt van een geïsoleerd geval, zijn familieleden zijn daar nog niet zo zeker van en hebben het over tweevoudige verkrachting. Houtart heeft ook ontslag genomen als beheerder van zijn NGO Centre Tricontinental. De val van een hoogbejaarde priester, academicus en activist met een enorm palmares in de sociale bewegingen?
Hoe is dat nu toch godverdomme mogelijk? François Houtart is zeker een man waarvoor je je hoed afdoet. Op zijn 85ste is hij nog volop actief en bouwt hij nog steeds met een ogenschijnlijk jeugdig enthousiasme het mondiale verzet tegen het neoliberalisme mee op. Dat vervalt natuurlijk niet in het niets, omwille van de recente ontwikkelingen. Toch werpen die een donkere schaduw op de levenswandel van de man. Meer nog, de feiten die nu aan het licht komen zijn volledig in tegenspraak met het engagement waarvoor de man bekend staat. Het is godgeklaagd!
Houtart zelf geeft toe dat hij veertig jaar geleden binnendrong in de kamer van het toen achtjarige neefje. Hij had die avond een lezing gegeven in het Zuiden van het land en was uitgenodigd om bij zijn familie in de buurt van Luik de nacht door te brengen. Hij geeft toe dat hij de jongen op intieme lichaamsplekken betastte, waardoor hij angstig wakker schoot. Hij noemt dat vandaag zelf een “ondoordachte en onverantwoorde daad”. In de klacht van de nicht van Houtart, klinkt het toch wat anders: “Enkele dagen nadien is mijn vader A (Houtard) gaan opzoeken in Louvain La Neuve om met hem te praten over wat er gebeurd was met zijn zoon en hem om excuses te vragen. Dat weigerde hij, erger nog, hij beweerde dat er niets abnormaals gebeurd was. Mijn vader heeft hem gebannen uit zijn vriendenkring maar mijn broer werd nooit erkend in zijn lijden als misbruikt kind. Het is niet moeilijk in te beelden dat A (Houtart) nog andere geweldplegingen op kinderen heeft verricht, die nooit erkend werden en altijd verborgen zijn gebleven.” Die nicht werd overigens zelf net als haar tweelingbroer het slachtoffer van seksueel geweld in de kerkelijke sfeer. Daarover schrijft ze zelf: Ik ben nog steeds in therapie om te proberen dit grote lijden, dat voor altijd in onze lichamen aanwezig zal zijn, te aanvaarden.”
Mannenhiërarchie
Ondanks zijn enorme staat van dienst in de sociale bewegingen, kan je in dergelijk zaken enkel maar met één maat en één gewicht te werk te gaan. Kanunnik Houtart heeft velen van ons geïnspireerd met zijn analyses en praktijken. Maar hier is overduidelijk sprake van een seksueel misdrijf, aanranding van een minderjarige, dat dan nog enkel naar buiten is gekomen onder druk van een klacht bij de commissie Adriaensens en waarbij het slachtoffer zich niet erkend, laat staan gerespecteerd voelt. Ook met één gewicht kan je nog altijd de maat nemen: het ziet ernaar uit dat het seksueel misbruik van Houtart niet dezelfde omvang kende als dat van een Vangheluwe, die jarenlang en systematisch tewerk ging. Het is inmiddels ook meer dan duidelijk dat dit soort van seksueel geweld welig tierde in de katholieke kerk en dat ook Houtart dus deel uitmaakte van een mannenhiërarchie waarbinnen kindermisbruik kennelijk als een mogelijke optie gold. Je kan al die feiten van kindermisbruik en –verkrachtingen niet loszien van dat mannelijke machtsbastion dat de kerk nog steeds is, maar dat ontslaat natuurlijk niemand van zijn individuele verantwoordelijkheid. Ook de vele verwijzingen naar het celibaat als mogelijk verklaringsgrond snappen we niet: het is toch niet omdat je al dan niet gedwongen celibatair moet leven, dat je zomaar kinderen begint te verkrachten… Dit werpt een donkere schaduw op het hele traject van François Houtart en stelt zijn geloofwaardigheid als activist in vraag. Net als bij alle andere vormen van seksueel geweld moet dit potje helemaal geopend worden en moet de dader gesanctioneerd worden.
Parcours
François Houtart was voor ons natuurlijk geen onbekende, integendeel. Houtart kreeg zijn politieke vorming in de KAJ, werd in 1949 tot priester gewijd en ontwikkelde zich tot een gerespecteerde prof. sociologie, aanleunend bij Marx. Hij richtte in 1976 het Centre Tricontinental op, een NGO die zich tot op vandaag laat opmerken met uiterst interessante analyses en documenten rond het verzet tegen het neoliberalisme in het Zuiden. Sinds zijn emeritaat in 1990 hield Houtart zich voltijds en actiever dan ooit met dat werk bezig. Toen de andersglobalistische beweging het daglicht zag rond de decenniumwissel, smeet de man zich volop in die strijd. Hij was trouwens net als zovele anderen van de oudere garde, eigenlijk al een andersglobalist nog voor de term bestond. Hij waarschuwde al sinds de jaren 80 van de vorige eeuw voor de oprukkende neoliberale politiek en de greep van de internationale instellingen op vooral de landen uit het Zuiden. Zo kwam hij terecht in de internationale raad van het Wereld Sociaal Forum en stond hij mee aan de wieg van talloze internationale campagnes en acties. Tot slot bleef Houtart ook oog hebben voor de politiek in België. Het siert hem dat hij daarbij bleef pleiten voor een radicaal-linkse politieke kracht in ons land.