Onlangs kondigde de regering van Guatemala een verhoging aan van de royalties voor de mijnbouwsector. De mijnbouwbedrijven moeten voortaan een groter percentage van hun bruto-inkomen afstaan aan de Guatemalteekse staat. Bedrijven zoals het Canadese Goldcorp Inc in San Marcos, moeten vanaf nu 5% van hun bruto-inkomen uit goudwinning afgeven aan de staat. Voordien was dit slechts 1%. Voor nikkel wordt dit 3% en voor zilver 4%.
Deze royalties zijn symbolische bedragen die aan de staat worden betaald. Ze dienen ter compensatie voor het verlies aan niet-hernieuwbare grondstoffen en de aangerichte milieuschade. Een deel van deze royalties wordt geïnvesteerd in de gemeentes waar het mijnbouwbedrijf opereert. In het geval van de Marlinmijn van Goldcorp Inc is dit San Miguel Ixtahuacán en Sipakapa.
Mag de Guatemalteekse bevolking dan nu feest vieren omdat de royalties zijn opgetrokken? “Neen,” zegt Yuri Melini, directeur van CALAS (Centro de Acción Legal Ambiental y Social) “Het akkoord is een farce. Het gaat namelijk om een vrijwillig akkoord dat niets verandert aan de mijnbouwwetgeving. Wat nodig is, is een structurele verandering van de mijnbouwwetgeving, een percentage dat hoger ligt dan 14% en geïndexeerd op basis van de internationale prijzen.”
Ook onze partnerorganisatie COPAE (Pastorale Comissie voor Vrede en Ecologie) wil nog geen feest vieren. “Enkel de royalties verhogen is niet voldoende. Het mijnbouwprobleem is veel complexer dan dat. Met slechts 5% aan royalties kunnen we noch de milieuproblemen, noch de sociale conflicten in San Miguel Ixtahuacán oplossen”, aldus Udiel Miranda van COPAE.
Volgens het nieuwe akkoord moet slechts 16% van deze 5% aan royalties worden geïnvesteerd in de economische ontwikkeling van San Miguel Ixtahuacan en Sipakapa. “Wie garandeert dat deze minieme bijdrage wel degelijk naar de ontwikkeling van deze gemeenten gaat? De exacte bestemmingen van het geld zijn tot hiertoe nooit publiek gemaakt”, voegt Udiel eraan toe. Naast de royalties betalen de mijnbouwbedrijven ook belastingen. Maar ook hier is het de vraag hoeveel ervan geïnvesteerd wordt in nationale ontwikkeling op lange termijn, zoals onderwijs, gezondheid en infrastructuurprojecten.
In San Miguel Ixtahuacán werden enkele wegen geasfalteerd, maar volgens de lokale inwoners dienen die voornamelijk als transportwegen voor de Marlinmijn. Ze verdenken de mijn ervan de bouw van huizen, consumptiegoederen voor het personeel, of misschien zelfs bijdrages aan de presidentiële verkiezingscampagne van 2011 voor te stellen als lokale investeringen.
Voor de Marlinmijn is er berekend dat op lange termijn de milieukosten de (weinige) economische voordelen zullen overschrijden. De Guatemalteekse regering reguleert en controleert te weinig de bedrijven op thema’s zoals milieu en mensenrechten. Als de mijn op een dag sluit, moet Goldcorp Inc in principe maatregelen nemen om de rivieren, waterbronnen, bodems en bossen terug te zuiveren en de omgeving vrijwaren van milieurampen. Hiervoor zijn echter nog geen plannen gemaakt en er is amper geld voor uitgetrokken.
Tenslotte zijn er in Guatemala al 58 volksraadplegingen georganiseerd in gemeentes met mijnbouwconcessies. Telkens sprak het volk zich uit tegen een mijnbouwproject op hun territorium. De regering negeerde telkens deze uitslagen. Nochtans ondertekende Guatemala de Conventie 169 van de Internationale Arbeidsorganisatie die zegt dat inheemse volkeren telkens geraadpleegd moeten worden over projecten die een negatieve weerslag kunnen hebben op hun levenswijze.
De Guatemalteekse regering heeft tot hiertoe steeds de rechten van lokale gemeenschappen in de nabijheid van mijnbouwprojecten, aan haar laars gelapt. Ze negeert onderzoeken van COPAE en andere instanties, die bewijzen dat de Marlinmijn quasi zeker de rivieren en waterbronnen vervuilt. Een verhoging in de royalties zal hier geen verandering in brengen. In plaats van enkel met de mijnbedrijven te dialogeren en zich tevreden te stellen met vrijwillige bijdrages, moet de regering structurele beslissingen nemen, die het welzijn van mens en milieu beogen.
Voor meer artikels via Broederlijk Delen, surf naar: http://www.broederlijkdelen.be/waar-we-werken/burkinafaso/itemlist/user/128-irinameeusen#.UNHv728Tl2C